21 Op de splitsing van de weg, aan het begin van de twee wegen, stopt de koning van Babylon om aan waarzeggerij te doen. Hij schudt de pijlen. Hij raadpleegt zijn afgoden.* Hij onderzoekt de lever.
21 Want de koning van Ba̱bylon stond stil op de tweesprong,* aan het boveneinde van de twee wegen, om zijn toevlucht te nemen tot waarzeggerij.+ Hij heeft de pijlen geschud. Hij heeft gevraagd met behulp van de terafim;*+ hij heeft de lever bezien.