2 De koning gaf daarom opdracht de magiërs, bezweerders, tovenaars en Chaldeeën* bijeen te roepen om hem te vertellen wat hij gedroomd had. Ze kwamen dus en gingen vóór de koning staan.+
2 De koning zei daarom, de magie-beoefenende priesters+ en de bezweerders en de tovenaars en de Chaldeeën te roepen om de koning zijn dromen te vertellen.+ Zij dan kwamen binnen en gingen voor de koning staan.