6 Ik bleef toekijken en zag een ander beest. Het leek op een luipaard,+ maar het had vier vleugels op zijn rug als die van een vogel. Het beest had vier koppen+ en het kreeg het gezag om te heersen.
6 Hierna bleef ik aanschouwen, en ziedaar! een ander [beest*], een gelijk een luipaard,+ maar het had vier vleugels van een vliegend schepsel op zijn rug.* En het beest had vier koppen,+ en er werd werkelijk heerschappij aan gegeven.