10 En ik zal stellig [de] strijdwagen afsnijden* uit E̱fraïm en [het] paard uit Jeru̱zalem.+ En de strijdboog+ moet afgesneden worden. En hij zal werkelijk vrede spreken tot de natiën;+ en zijn heerschappij zal zijn van zee tot zee en van de Rivier* tot de einden* der aarde.+