6 De wet* van waarheid was in zijn mond+ en er werd geen onrechtvaardigheid op zijn lippen gevonden. In vrede en in oprechtheid wandelde hij met mij,+ en hij hielp velen zich af te keren van zonde.
6 De wet der waarheid,* díé bleek in zijn mond te zijn,+ en er werd geen onrechtvaardigheid op zijn lippen gevonden. In vrede en in oprechtheid wandelde hij met mij,+ en velen waren het die hij van dwaling terugbracht.+