-
Aantekeningen Mattheüs — Hoofdstuk 4Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
het Meer van Galilea: Een zoetwatermeer in het noorden van Israël. (Het Griekse woord kan met zowel ‘zee’ als ‘meer’ worden vertaald.) Het werd ook het Meer van Kinnereth (Nu 34:11), het Meer van Gennesareth (Lu 5:1) en het Meer van Tiberias genoemd (Jo 6:1). Het ligt gemiddeld 210 m beneden zeeniveau. Het meer is 21 km lang, is 12 km breed en heeft een maximale diepte van zo’n 48 m. (Zie App. A7, kaart 3B, ‘Activiteit bij het Meer van Galilea’.)
Simon, die Petrus wordt genoemd: Simon was zijn eigen naam. Petrus komt van Petros, de Griekse vorm van de Semitische naam Kefa (Cefas), die Jezus hem gaf (Mr 3:16; Jo 1:42; zie aantekening bij Mt 10:2).
gooiden een net uit: Een bekwame visser kon wadend of vanuit een bootje een rond net op zo’n manier uitgooien dat het plat op het wateroppervlak terechtkwam. De buitenrand van het net, dat wel 6-8 m in doorsnee kon zijn, was verzwaard zodat het de vissen insloot als het zonk.
vissers: In Galilea een veelvoorkomend beroep. Petrus en zijn broer Andreas werkten niet als zelfstandige vissers maar hadden een vissersbedrijf. Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, waren blijkbaar hun compagnons (Mr 1:16-21; Lu 5:7, 10).
-