-
Aantekeningen Mattheüs — Hoofdstuk 15Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Fenicische: Of ‘Kanaänitische’. Grieks: Chananaia. De vroege inwoners van Fenicië stamden af van Kanaän, de kleinzoon van Noach (Ge 9:18; 10:6), en na verloop van tijd werd Kanaän voornamelijk gebruikt als aanduiding voor Fenicië. (Zie aantekening bij Mr 7:26, waar de vrouw een ‘Syro-Fenicische’ wordt genoemd.)
Zoon van David: Zie aantekeningen bij Mt 1:1 en 15:25.
-