-
Mattheüs 26:25Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
25 Judas, die op het punt stond hem te verraden, zei: ‘Rabbi, ik ben het toch niet?’ Jezus zei tegen hem: ‘Je zegt het zelf.’
-
-
Mattheüs 26:25Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
-
-
25 Als antwoord zei Ju̱das, die op het punt stond hem te verraden: „Ik ben het toch niet, Rabbi?” Hij zei tot hem: „Gijzelf hebt [het] gezegd.”
-
-
Aantekeningen Mattheüs — Hoofdstuk 26Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Je zegt het zelf: Een Joods idioom dat hier wordt gebruikt om te bevestigen wat degene die de vraag stelde had gezegd. Jezus zei eigenlijk: ‘Jij zegt het en wat je zegt is waar.’ Met zijn antwoord wees hij er kennelijk op dat Judas met zijn eigen woorden toegaf verantwoordelijk te zijn voor het verraden van Jezus. Judas moet ergens na dit voorval de kamer hebben verlaten voordat Jezus de herdenking van het Avondmaal van de Heer instelde, zoals blijkt uit een vergelijking met het verslag in Jo 13:21-30. Hier in het verslag van Mattheüs wordt Judas voor het eerst weer vermeld in Mt 26:47, samen met de menigte in de hof van Gethsemané.
-