47 Hij was nog niet uitgesproken of Judas, één van de twaalf, kwam eraan. Hij had een grote menigte met zwaarden en knuppels bij zich, die door de overpriesters en de oudsten van het volk was gestuurd.+
47 En terwijl hij nog sprak, zie! daar kwam Ju̱das,+ één van de twaalf, en met hem een grote schare met zwaarden+ en knuppels, gestuurd door de overpriesters en oudere mannen van het volk.+