-
Mattheüs 26:74Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
74 Daarop begon hij te vloeken en te zweren: ‘Ik ken die man niet!’ En onmiddellijk kraaide er een haan.
-
-
Aantekeningen Mattheüs — Hoofdstuk 26Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
vloeken: Waarschijnlijk roept Petrus een vloek over zichzelf af en zegt hij eigenlijk dat hij vervloekt mag zijn als hij liegt en de man wél kent.
zweren: Of ‘met een eed zweren’. Uit angst probeert Petrus de omstanders ervan te overtuigen dat hij Jezus echt niet kent. Door te zweren legt hij een eed af dat zijn woorden waar zijn en dat hem een ramp mag overkomen als dat niet zo is.
kraaide er een haan: Zie aantekening bij Mr 14:72.
-