-
Aantekeningen Mattheüs — Hoofdstuk 27Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Arimathea: De naam van deze stad komt van een Hebreeuws woord dat ‘hoogte’ betekent. In Lu 23:51 wordt het ‘een stad van de Judeeërs’ genoemd. (Zie App. B10.)
Jozef: Het eigen karakter van elke evangelieschrijver blijkt uit de verschillende details die ze over Jozef vermelden. De belastinginner Mattheüs zegt dat hij rijk was. Markus, die voor de Romeinen schrijft, noemt hem ‘een vooraanstaand lid van de Raad’ dat Gods Koninkrijk verwachtte. Lukas, de sympathieke arts, zegt dat hij ‘een goede en rechtvaardige man’ was die niet had ingestemd met wat de Raad Jezus had aangedaan. En alleen Johannes vermeldt dat hij ‘uit angst voor de Joden in het geheim een discipel van Jezus was’ (Mr 15:43-46; Lu 23:50-53; Jo 19:38-42).
-