35 Terwijl hij nog aan het praten was, kwamen er een paar mannen uit het huis van de synagogebestuurder zeggen: ‘Uw dochter is gestorven. Waarom zou u de Meester nog lastigvallen?’+
35 Terwijl hij nog sprak, kwamen enkele mannen uit het huis van de presiderende dienaar van de synagoge zeggen: „Uw dochter is gestorven! Waarom zoudt gij de leraar nog langer lastig vallen?”+