39 Ze zeiden: ‘Ja, dat kunnen we.’ Toen zei Jezus: ‘De beker die ik drink, zullen jullie drinken, en met de doop waarmee ik word gedoopt, zullen jullie worden gedoopt.+
39 Zij zeiden tot hem: „Ja, dat kunnen wij.” Daarop zei Jezus tot hen: „De beker die ik drink, zult GIJ drinken, en met de doop waarmee ik word gedoopt, zult GIJ worden gedoopt.+