-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 1Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
de Messias: Of ‘de Gezalfde’. Het Griekse Messias (een transliteratie van het Hebreeuwse woord masjiach) komt maar twee keer in de Griekse Geschriften voor. (Zie Jo 4:25.) De titel masjiach is afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord masjach, dat ‘(met een vloeistof) bestrijken of besmeren’ en ‘zalven’ betekent (Ex 29:2, 7). In Bijbelse tijden werden priesters, regeerders en profeten ceremonieel gezalfd met olie (Le 4:3; 1Sa 16:3, 12, 13; 1Kon 19:16). Hier in Jo 1:41 wordt de titel Messias gevolgd door een uitleg: dat vertaald wordt met Christus. De titel Christus (Grieks: Christos) komt meer dan 500 keer in de Griekse Geschriften voor en is het equivalent van de titel Messias. Beide woorden betekenen ‘gezalfde’. (Zie aantekening bij Mt 1:1.)
-