-
Johannes 1:46Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
46 Maar Natha̱naël zei: ‘Kan uit Na̱zareth iets goeds komen?’ ‘Kom maar kijken’, antwoordde Fili̱ppus.
-
-
JohannesIndex van Wachttoren-publikaties 1946-1985
-
-
1:46 w79 1/3 10; w79 1/11 24; sl 50; w63 350; g63 22/2 28; g61 22/11 16
-
-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 1Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Kan uit Nazareth iets goeds komen?: Volgens de algemene opvatting wijst Nathanaëls opmerking erop dat Nazareth een onbelangrijk dorp was waar zelfs de mensen uit Galilea op neerkeken (Jo 21:2). Nazareth wordt niet specifiek vermeld in de Hebreeuwse Geschriften, en ook Josephus noemt deze plaats niet, hoewel hij het wel heeft over het nabijgelegen Jafia (nog geen 3 km ten ZW van Nazareth), dat ook wordt vermeld in Joz 19:12. Maar niet alle steden in Galilea worden in de Hebreeuwse Geschriften of door Josephus vermeld. Het is interessant dat Nazareth in de evangeliën altijd ‘een stad’ (Grieks: polis) wordt genoemd, een woord dat meestal duidt op een bevolkingscentrum dat groter is dan een dorp (Mt 2:23; Lu 1:26; 2:4, 39; 4:29). Nazareth lag in een dalkom, omgeven door heuvels die uitkeken op de vlakte van Esdrelon (Jizreël). Het gebied was dichtbevolkt, en er waren meerdere steden en dorpen in de buurt. Nazareth lag dicht bij belangrijke handelsroutes, dus de inwoners zullen toegang hebben gehad tot informatie over de maatschappelijke, religieuze en politieke activiteiten van die tijd. (Vergelijk Lu 4:23.) Het had ook een eigen synagoge (Lu 4:16). Het lijkt dus niet waarschijnlijk dat het een onbeduidend dorpje was. Misschien liet Nathanaël gewoon merken dat hij verbaasd was dat Filippus kon denken dat iemand uit de nabijgelegen stad Nazareth in Galilea de beloofde Messias kon zijn, aangezien in de Schrift was voorspeld dat de Messias uit Bethlehem in Juda zou komen (Mi 5:2; Jo 7:42, 52).
-