Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Johannes 1:51
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
    • 51 Hij zei verder tegen hem: ‘Echt, ik verzeker jullie: je zult de hemel geopend zien en de engelen van God zien opstijgen en neerdalen naar de Mensenzoon.’+

  • Johannes 1:51
    Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
    • 51 Verder zei hij tot hem: „Voorwaar, voorwaar,* ik zeg ulieden: GIJ zult de hemel geopend zien en de engelen*+ Gods zien opstijgen en neerdalen tot* de Zoon des mensen.”+

  • Johannes
    Index van Wachttoren-publicaties 1986-2024
    • 1:51 it-1 104; it-2 147; si 18

  • Johannes
    Index van Wachttoren-publikaties 1946-1985
    • 1:51 si63 18; im 220; wr 12; w62 714; w51 260

  • Johannes
    Studiehulp voor Jehovah’s Getuigen 2019
    • 1:51

      Inzicht, Deel 1, blz. 104

      Inzicht, Deel 2, blz. 147

      Geïnspireerd, blz. 18

  • Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 1
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 1:51

      Echt, ik verzeker jullie: In deze uitdrukking komt twee keer het Griekse amen voor, een transliteratie van het Hebreeuwse ʼamen, dat ‘zo zij het’ of ‘zeker’ betekent. Jezus gebruikt amen vaak om een uitspraak, een belofte of een profetie in te leiden en de absolute betrouwbaarheid ervan te beklemtonen. Dat Jezus het op die manier gebruikt is naar verluidt uniek in religieuze geschriften (Mt 5:18; Mr 3:28; Lu 4:24). Alleen in het evangelie van Johannes wordt het woord de 25 keer dat het voorkomt dubbel gebruikt (amen amen), wat je kunt vertalen als ‘voorwaar, voorwaar’ of ‘vast en zeker’. In deze vertaling is voor het dubbele gebruik van amen ‘echt’ toegevoegd aan de uitdrukking ‘ik verzeker jullie’, die je ook kunt weergeven met ‘ik zeg jullie de waarheid’.

      hemel: Het Griekse woord dat hier wordt gebruikt, kan duiden op de letterlijke hemel (de lucht) of op de geestelijke hemel.

      engelen: Of ‘boodschappers’. Het Griekse aggelos en het overeenkomende Hebreeuwse malʼakh komen bijna 400 keer in de Bijbel voor. Beide woorden hebben als grondbetekenis ‘boodschapper’. Als het om hemelse boodschappers gaat, worden deze woorden weergegeven met ‘engelen’, maar als het duidelijk om mensen gaat, worden ze weergegeven met ‘boodschappers’. De context maakt meestal duidelijk of het om menselijke of hemelse boodschappers gaat, maar als beide betekenissen mogelijk zijn, staat de alternatieve weergave vaak in een voetnoot (Ge 16:7; 32:3; Job 4:18, vtn.; 33:23, vtn.; Pr 5:6, vtn.; Jes 63:9, vtn.; Mt 1:20; Jak 2:25, vtn.; Opb 22:8; zie Woordenlijst). In het symbolische boek Openbaring kunnen bepaalde verwijzingen naar engelen ook op mensen slaan (Opb 2:1, 8, 12, 18; 3:1, 7, 14).

      naar de Mensenzoon: Of ‘in dienst van de Mensenzoon’. Toen Jezus het had over engelen die opstijgen en neerdalen, heeft hij misschien gedacht aan Jakobs visioen van engelen die omhooggingen en afdaalden langs een trap of ladder (Ge 28:12), waarmee wordt aangegeven dat engelen op een belangrijke manier dienst doen en daarbij als het ware heen en weer gaan tussen Jehovah en mensen die zijn goedkeuring hebben. Jezus’ uitspraak laat zien dat degenen die bij Jezus waren, bewijzen hadden dat Gods engelen hem van dienst waren en dat hij op een bijzondere manier zorg en leiding van zijn Vader kreeg.

      Mensenzoon: Zie aantekening bij Mt 8:20.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen