-
Johannes 11:44Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
44 De man die dood was geweest, kwam naar buiten met windsels om zijn handen en voeten en met een doek om zijn gezicht gewikkeld. Jezus zei tegen hen: ‘Maak hem los en laat hem gaan.’
-
-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 11Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
met een doek om zijn gezicht gewikkeld: Bij de Joden was het de gewoonte om een lichaam op de begrafenis voor te bereiden door het met specerijen in schone linnen doeken te wikkelen. Maar dat was iets heel anders dan het balsemen dat door de Egyptenaren werd gedaan (Ge 50:3; Mt 27:59; Mr 16:1; Jo 19:39, 40). Toen Lazarus na zijn opstanding uit het graf tevoorschijn kwam, was de doek nog om zijn gezicht gewikkeld. Het Griekse woord soudarion, dat hier met ‘doek’ is vertaald, duidt op een stuk stof dat werd gebruikt als zweetdoek, handdoek of zakdoek. Hetzelfde Griekse woord wordt in Jo 20:7 gebruikt voor ‘de doek die om Jezus’ hoofd had gezeten’.
-