-
JohannesIndex van Wachttoren-publicaties 1986-2024
-
-
17:3 ijwbq artikel 147; w23.03 9-10; w21.04 4-5; wp21.2 10-12; lff les 23; it-1 417; wp17.2 6-7; jy 280; w15 15/4 21; w13 15/10 27-28; w06 15/10 5-7; w05 15/4 4-7; lr 255; w02 15/12 8; w01 1/8 10; w00 1/10 23; g99 8/2 9; kl 7-8, 170; w93 15/10 29; w92 1/3 23; gt hoofdstuk 116; w90 15/9 8; rs 105; w88 1/6 15; w86 1/12 10-11
-
-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 17Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
dat ze u leren kennen: Of ‘dat ze kennis van u in zich opnemen’, ‘dat ze ermee doorgaan u te kennen’. De grondbetekenis van het Griekse werkwoord ginosko is ‘kennen’ en het werkwoord wordt hier in de tegenwoordige tijd gebruikt om het voortduren van de handeling uit te drukken. Het kan duiden op een proces om ‘kennis van iemand in zich op te nemen’, ‘iemand te leren kennen’, ‘iemand beter te leren kennen’. Het kan ook de gedachte omvatten van voortdurende inspanning om iemand die je al kent nog beter te leren kennen. In deze context duidt het op het verdiepen van een persoonlijke band met God door steeds meer kennis van God en Christus op te doen en steeds meer vertrouwen in hen te krijgen. Daarvoor is duidelijk meer nodig dan weten wie iemand is of wat zijn naam is. Je moet ook weten waar iemand wel en niet van houdt en wat zijn normen en waarden zijn (1Jo 2:3; 4:8).
-