-
JohannesIndex van Wachttoren-publikaties 1946-1985
-
-
17:6 w84 1/3 12; w80 1/5 10; w76 390, 700; w74 26; g74 22/5 19; w73 451; ns 237; wr 33; g63 8/5 28; w62 743; el 12
-
-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 17Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Ik heb uw naam openbaar gemaakt: Of ‘ik heb uw naam bekendgemaakt’. Jezus’ volgelingen kenden en gebruikten Gods naam al. Ze zagen en lazen hem in de boekrollen van de Hebreeuwse Geschriften die in hun synagogen beschikbaar waren. Ze zagen en lazen hem ook in de Septuaginta — een Griekse vertaling van de Hebreeuwse Geschriften, die bij het onderwijs werd gebruikt. (Zie App. A5 en C.) In de Bijbel duidt het woord naam soms ook op de persoon zelf, zijn reputatie en alles wat hij zelf zegt dat hij is. (Zie aantekening bij Mt 6:9; vergelijk Opb 3:4, vtn.) Jezus maakte Gods naam niet alleen bekend door die te gebruiken maar ook door de Persoon achter de naam te openbaren: zijn voornemens, activiteiten en eigenschappen. Omdat Jezus ‘dicht bij de Vader’ was geweest, kon hij als geen ander duidelijk maken wie de Vader is (Jo 1:18; Mt 11:27). Zo kreeg Gods ‘naam’ meer betekenis voor Jezus’ eerste volgelingen.
wereld: In deze context duidt het Griekse kosmos kennelijk op de mensenwereld die van God vervreemd is en die losstaat van de ware volgelingen van Christus, zijn gemeente. (Zie aantekening bij Jo 15:19.)
hebben zich aan uw woord gehouden: Of ‘hebben uw woord gehoorzaamd’, ‘hebben uw woord nageleefd’. Zoals het Griekse tereo in deze context wordt gebruikt, kan het ook gedefinieerd worden als ‘volharden in gehoorzaamheid’, ‘in het oog houden’.
-