-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 17Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
de zoon van vernietiging: In deze context slaat de uitdrukking op Judas Iskariot. Door zijn opzettelijke verraad van de Zoon van God moest hij de eeuwige vernietiging ondergaan en zou hij geen opstanding waard zijn. Dezelfde uitdrukking wordt in 2Th 2:3 gebruikt voor ‘de mens van wetteloosheid’. In de oorspronkelijke talen van de Bijbel wordt het woord voor ‘zoon (zonen) van’ soms in figuurlijke zin gebruikt voor iemand die een bepaalde gedragslijn volgt of een bepaalde karakteristieke eigenschap vertoont. Voorbeelden zijn uitdrukkingen als ‘zonen van de Allerhoogste’, ‘zonen van het licht en zonen van de dag’, ‘zonen van het Koninkrijk’, ‘zonen van de goddeloze’ en ‘zoon van de Duivel’ (Lu 6:35; 1Th 5:5; Mt 13:38; Han 13:10). In lijn daarmee kan de uitdrukking ‘zoon van’ worden gebruikt in verband met het oordeel of de afloop waartoe een bepaalde gedragslijn of karakteristieke eigenschap leidt. De uitdrukking die in 2Sa 12:5 is vertaald met ‘verdient de dood’, is letterlijk ‘is een zoon van de dood’. In Mt 23:15 wordt letterlijk de uitdrukking ‘een zoon van Gehenna’ gebruikt voor iemand die de eeuwige vernietiging verdient. Kennelijk was dat wat Jezus bedoelde toen hij Judas Iskariot ‘de zoon van vernietiging’ noemde. (Zie aantekening bij Mt 23:15 en Woordenlijst ‘Gehenna’.)
-