-
JohannesIndex van Wachttoren-publikaties 1946-1985
-
-
20:17 hs 25; ka 277; g73 8/7 29; g72 22/7 6; w69 639-40; im 267; wr 51; g63 22/1 7; w62 753; w51 192
-
-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 20Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Houd me niet vast: Het Griekse werkwoord haptomai kan ‘aanraken’ betekenen of ‘zich vasthechten aan’, ‘vasthouden aan’. Sommige vertalingen geven Jezus’ woorden weer als: ‘Raak me niet aan.’ Maar het bezwaar van Jezus was niet dat Maria Magdalena hem aanraakte, want hij vond het ook niet erg toen andere vrouwen die hem na zijn opstanding zagen ‘zijn voeten vastpakten’ (Mt 28:9). Blijkbaar was Maria Magdalena bang dat Jezus op het punt stond naar de hemel op te stijgen. Omdat ze heel graag bij haar Heer wilde zijn, hield ze hem vast en wilde ze hem niet laten gaan. Om Maria ervan te verzekeren dat hij nog niet wegging, zei Jezus tegen haar dat ze hem niet moest vasthouden maar naar zijn discipelen moest gaan om hun te vertellen dat hij uit de dood was opgestaan.
mijn God en jullie God: Dit gesprek tussen Jezus en Maria Magdalena op 16 nisan 33 laat zien dat de uit de dood opgewekte Jezus de Vader als zijn God bezag, net zoals de Vader voor Maria Magdalena God was. Twee dagen eerder had Jezus aan de martelpaal uitgeroepen: ‘Mijn God, mijn God’ (Mt 27:46; Mr 15:34; Lu 23:46). Daarmee vervulde hij de profetie in Ps 22:1 en erkende hij zijn Vader als zijn God. Ook in het boek Openbaring noemt Jezus zijn Vader ‘mijn God’ (Opb 3:2, 12). Deze Bijbelteksten bevestigen dat de uit de dood opgewekte, verheerlijkte Jezus Christus de hemelse Vader aanbidt als zijn God, net zoals zijn discipelen dat doen.
-