6 Hij zei: ‘Gooi het net uit aan de rechterkant van de boot en je zult iets vangen.’ Ze gooiden het dus uit, en er zat zo veel vis in dat ze het niet meer konden binnenhalen.+
6 Hij zei tot hen: „Werpt het net aan de rechterkant van de boot uit en GIJ zult [wat] vinden.”+ Toen wierpen zij het uit, maar vanwege de menigte van de vissen konden zij het niet meer binnenhalen.+