4 Terwijl hij met hen samenkwam, gaf hij hun de opdracht: ‘Ga niet weg uit Jeruzalem,+ maar blijf wachten op wat de Vader heeft beloofd,+ waarover ik jullie heb verteld.
4 En terwijl hij met hen samenkwam, beval hij hun: „Vertrekt niet uit Jeru̱zalem,+ maar blijft wachten op datgene wat de Vader heeft beloofd,+ waarover GIJ van mij hebt gehoord,