25 Da̱vid zegt namelijk met betrekking tot hem: ’Ik had Jehovah* voortdurend voor mijn ogen, want hij is aan mijn rechterhand, opdat ik nimmer zou wankelen.+
Jehovah: In dit citaat uit Ps 16:8 komt Gods naam (weergegeven met vier Hebreeuwse medeklinkers, getranslitereerd als JHWH) voor in de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst. (Zie App. C.)