-
Aantekeningen Handelingen — Hoofdstuk 2Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Jehovah: De beschikbare Griekse manuscripten gebruiken hier ‘Heer’ (Grieks: Kurios). Maar zoals in App. C wordt uitgelegd, zijn er een aantal redenen om aan te nemen dat in dit vers oorspronkelijk Gods naam stond en dat die later werd vervangen door de titel Heer. Daarom wordt hier in de hoofdtekst de naam Jehovah gebruikt. Zoals uit Han 2:33-38 blijkt, verwijst de belofte die Petrus in dit vers vermeldt naar Joë 2:28-32, waar over de uitstorting van de heilige geest wordt gesproken. De uitdrukking voor iedereen die Jehovah, onze God, tot zich zal roepen doet denken aan de woorden aan het eind van Joë 2:32. In de Hebreeuwse tekst van Joë 2:32 wordt Gods naam drie keer gebruikt, met de specifieke vermelding dat Jehovah degene is die roept. (Zie App. C3 inleiding en Han 2:39.)
-