-
Aantekeningen Handelingen — Hoofdstuk 3Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Voornaamste Bewerker: Of ‘degene die mensen naar het leven leidt’. Het Griekse woord dat hier met ‘Voornaamste Bewerker’ is vertaald (archegos) heeft als grondbetekenis ‘voornaamste leider’, ‘aanvoerder’, ‘voorloper’. Het komt in de Bijbel vier keer voor en verwijst al die keren naar Jezus (Han 3:15; 5:31; Heb 2:10; 12:2). Het kan ook duiden op iemand die de weg baant zodat anderen kunnen volgen, zoals een verkenner of een pionier. Doordat Jezus de Bemiddelaar tussen God en de mensheid werd en de weg tot eeuwig leven opende, kan hij met recht de Voornaamste Bewerker van het leven of een ‘Pionier van het Leven’ worden genoemd. Het woord voor ‘Voornaamste Bewerker’ duidt erop dat degene die vooropgaat, dat doet in een officiële of bestuurlijke functie als leider of vorst. (In Han 7:27, 35 wordt een verwant woord gebruikt voor Mozes als ‘heerser’ van Israël.) Zoals het woord hier wordt gebruikt, omvat het de gedachte dat Jezus het middel is dat God gebruikt om zijn voornemen te vervullen. Jezus werd ‘een overeenkomstige losprijs’ in ruil voor velen (1Ti 2:5, 6; Mt 20:28; Han 4:12). Nadat Jezus uit de dood was opgewekt, kon hij als Hogepriester en Rechter de waarde van zijn loskoopoffer toepassen. Dat offer biedt mensen die erin geloven de mogelijkheid bevrijd te worden van zonde en de dood. Daarom vindt via Jezus de opstanding van de doden plaats (Jo 5:28, 29; 6:39, 40). Op die manier opent hij de weg tot eeuwig leven (Jo 11:25; 14:6; Heb 5:9; 10:19, 20). Hoewel dit woord door Bijbelvertalers in sommige talen wordt weergegeven met ‘Auteur’ of ‘Bron’ van het leven, laat de Bijbel duidelijk zien dat Jezus niet aan die beschrijving voldoet. Hij heeft zijn leven en zijn gezag van God ontvangen en wordt door God gebruikt (Ps 36:9; Jo 6:57; Han 17:26-28; Kol 1:15; Opb 3:14).
-