2 Hij was een diepgelovig man, en hij en iedereen in zijn huis hadden ontzag voor God. Hij gaf vaak giften aan de armen onder* het volk en zond altijd smeekgebeden tot God op.
2 een godvruchtig man+ en iemand die met zijn gehele huisgezin God vreesde,+ en hij schonk vele gaven van barmhartigheid aan het volk+ en zond voortdurend smekingen tot God op.+