-
Aantekeningen Handelingen — Hoofdstuk 16Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Jehovah trouw ben: Zoals de aantekening bij het vorige vers laat zien, was Lydia waarschijnlijk een Joodse proseliet. Met die achtergrond zou ze logischerwijs aan Jehovah denken. Ze had net door Paulus’ prediking gehoord over Jezus Christus, maar ze had nog niet laten zien dat ze trouw was aan Jezus. Daarom lijkt het logisch dat ze het had over haar trouw aan de God die ze al aanbad, Jehovah. (Zie App. C3 inleiding en Han 16:15.)
-