-
Aantekeningen Handelingen — Hoofdstuk 27Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
de vasten van de Verzoendag: Of ‘de najaarsvasten’. Lett.: ‘de vasten’. De Griekse term voor ‘de vasten’ duidt op de enige vasten die onder de wet van Mozes verplicht was, namelijk de vasten in verband met de jaarlijkse Verzoendag, ook Jom Kipoer genoemd (Hebr.: jōm hakkippoerim, ‘dag van de bedekkingen’; Le 16:29-31; 23:26-32; Nu 29:7; zie Woordenlijst ‘Verzoendag’). De uitdrukking ‘in rouw doorbrengen’, die in verband met de Verzoendag wordt gebruikt, lijkt te slaan op verschillende vormen van onthouding, waaronder vasten (Le 16:29, vtn.). Het gebruik van ‘de vasten’ in Han 27:9 ondersteunt de gedachte dat de voornaamste vorm van onthouding op de Verzoendag vasten omvatte. De vasten van de Verzoendag was eind september of begin oktober.
-