26 Wat moeten jullie dus doen, broeders? Als jullie samenkomen, heeft de één een psalm, de ander een lering, een ander een openbaring, een ander een taal en een ander een uitlegging.+ Laat alles tot opbouw gebeuren.
26 Wat dan te doen, broeders? Wanneer GIJ samenkomt, heeft de een een psalm,* de ander heeft een lering, een ander heeft een openbaring, een ander heeft een taal, een ander heeft een uitlegging.+ Laat alle dingen tot opbouw geschieden.+