Voetnoot
Lett.: „een man gesloten (beperkt; belemmerd) in zijn rechterhand”, M; LXX: „met beide handen even vaardig.” Vgl. 20:16.
Lett.: „een man gesloten (beperkt; belemmerd) in zijn rechterhand”, M; LXX: „met beide handen even vaardig.” Vgl. 20:16.