De kleding van de farizeeën in Jezus’ tijd
De kleding van de farizeeën in Jezus’ tijd
De farizeeën namen de woorden in De 6:6-8 en 11:18 letterlijk. Uit zelfingenomenheid en bijgeloof bonden ze aan hun linkerarm en soms ook op hun voorhoofd een gebedsriem waaraan een doosje met Schriftgedeelten zat. Daarnaast droegen de farizeeën franjes aan hun kleren, zoals bij de wet verplicht was, maar ze maakten die franjes langer om meer op te vallen (Nu 15:38; Mt 23:5).