Wilde honing
Wilde honing
Hier is een nest te zien dat door wilde honingbijen is gemaakt (1) en een honingraat (2). De honing die Johannes at is misschien geproduceerd door inheemse wilde honingbijen van de ondersoort Apis mellifera syriaca. Deze agressieve bijensoort gedijt goed in het hete, droge klimaat van de woestijn van Judea, maar is niet geschikt voor de bijenteelt. Toch werden in Israël al in de negende eeuw vóór Christus bijen gehouden in kleicilinders. Er zijn veel restanten van zulke korven ontdekt in het Jordaandal, midden in wat ooit een stedelijk gebied was (nu Tel Rehov genoemd). De honing van die bijenkorven kwam van een bijensoort die kennelijk was ingevoerd vanuit het gebied dat nu bekendstaat als Turkije.