donderdag 31 juli
Blijf onderzoeken wat aanvaardbaar is voor de Heer. — Ef. 5:10.
Als je voor een belangrijke beslissing staat, moet je uitzoeken ‘wat de wil van Jehovah is’ en daar dan naar handelen (Ef. 5:17). Als je op zoek gaat naar Bijbelse principes die op je situatie van toepassing zijn, probeer je in feite te achterhalen hoe Jehovah erover denkt. En als je zijn principes gebruikt, is de kans groter dat je een goede beslissing neemt. ‘De goddeloze’, onze vijand Satan, wil ons zo bezighouden met de dingen van de wereld dat we geen tijd meer hebben voor Jehovah (1 Joh. 5:19). Geld, opleiding en werk kunnen makkelijk al je aandacht opslokken, zodat je niet meer gefocust bent op wat je voor Jehovah kunt doen. Als dat gebeurt, is het een teken dat je beïnvloed bent door de kijk van deze wereld. Natuurlijk zijn zulke dingen op zichzelf niet verkeerd, maar ze mogen nooit het belangrijkste in je leven worden. w24.03 24 ¶16-17
vrijdag 1 augustus
De rechtvaardige maakt veel ellende mee, maar steeds opnieuw redt Jehovah hem. — Ps. 34:19.
Deze psalm laat twee belangrijke punten uitkomen: (1) Rechtvaardige mensen maken problemen mee. (2) Jehovah redt ons uit onze moeilijkheden. Hoe doet hij dat? Hij helpt je een realistische kijk te hebben op het leven in deze wereld. Hoewel hij belooft dat je vreugde zult hebben als je hem dient, heeft hij je nooit een zorgeloos leven beloofd (Jes. 66:14). Hij spoort je aan je te richten op de toekomst, op de tijd dat je voor altijd van het leven zult genieten zoals hij het wil (2 Kor. 4:16-18). Tot het zover is, helpt hij je om elke dag vol te houden en door te gaan (Klaagl. 3:22-24). Het voorbeeld van trouwe aanbidders van Jehovah uit Bijbelse tijden en uit deze tijd laat zien dat de dingen soms niet gaan zoals je had gedacht, maar dat Jehovah je altijd zal steunen als je op hem vertrouwt (Ps. 55:22). w23.04 14-15 ¶3-4
zaterdag 2 augustus
Iedereen moet onderworpen zijn aan de superieure autoriteiten. — Rom. 13:1.
Jozef en Maria waren bereid de autoriteiten te gehoorzamen, ook als dat lastig was (Luk. 2:1-6). Toen Maria ongeveer negen maanden zwanger was, werd hun gehoorzaamheid op de proef gesteld. Augustus, de hoogste macht in het Romeinse Rijk, gaf het bevel dat iedereen zich moest laten inschrijven. Jozef en Maria moesten naar Bethlehem, een reis van zo’n 150 kilometer door heuvelachtig gebied. Die reis zou vooral voor Maria niet echt prettig zijn. Misschien maakten ze zich zorgen om de veiligheid en gezondheid van moeder en kind. Wat als ze onderweg moest bevallen? Ze droeg de toekomstige Messias in haar schoot. Maar zou dat ze ontslaan van hun plicht de overheid te gehoorzamen? Ondanks de redenen tot bezorgdheid hielden Jozef en Maria zich aan de wet. Jehovah zegende hun gehoorzaamheid. Ze kwamen veilig in Bethlehem aan, Maria zette een gezonde baby op de wereld en er ging zelfs een Bijbelse profetie in vervulling (Micha 5:2). w23.10 8 ¶9; 9 ¶11-12