Een moreel bankroet — Waartoe leidt het?
HET was de avond van de 25ste juli 1956. Het elegante, witte ms. Stockholm verliet New York voor zijn 103de oversteek van de Noord-Atlantische Oceaan. Er hingen mistbanken bij de Nantucket Shoals, maar dat was normaal.
In tegenovergestelde richting zocht het vlaggeschip van de Italiaanse koopvaardijvloot, de Andrea Doria, zich een weg door de mist. Beide schepen waren met radar uitgerust en niemand maakte zich overmatig bezorgd. De meeste passagiers waren al naar bed en de verantwoordelijke scheepsofficieren liepen wacht. De Andrea Doria had een snelheid van ongeveer 22 knopen. Plotseling doemde uit de mist de Stockholm op. IJlings gaf de Italiaanse kapitein nog het bevel „Hard bakboord!” maar gezien de vaart en het gewicht van de Andrea Doria was het al te laat.
Om 11.09 uur ’s avonds ramde de Stockholm de Italiaanse lijnboot midscheeps. Slechts enkele officieren en matrozen hadden de botsing zien aankomen en hun pogingen om het ongeluk te vermijden waren tevergeefs. Zij waren niet in staat de aanvaring te voorkomen. Elf uur later zonk de „onzinkbare” Andrea Doria naar de bodem van de zee.
De moraal van deze wereld volgt eveneens een catastrofale koers. Enkele mensen die er nog principes op na houden, zijn zich hiervan bewust en proberen de gebeurtenissen een andere wending te geven. Maar zij zijn met te weinigen en de tijd dringt. De algehele ontaarding verlamt wereldleiders, die bemerken dat dit samenstel een koers volgt die zij niet kunnen beïnvloeden. Weer anderen zien in het wereldomvattende morele klimaat geen reden tot ongerustheid; sommigen hebben het zelfs graag zo.
Welke toekomsthoop bestaat er in een dergelijke situatie nog voor oprechte mensen? Twee voorbeelden uit het verleden verschaffen ons een antwoord op deze vraag.
Een patroon van toekomstige dingen
De twee voorbeelden die ons tonen hoe het afloopt met een maatschappij die totaal geen morele normen meer kent, zijn de wereld van vóór de Vloed en de bevolking van Sodom en Gomorra. De woorden van Jezus Christus in Lukas 17:26-30 laten zien dat deze voorbeelden een hedendaags tegenbeeld hebben. Als Gods voornaamste oordeelsvoltrekker zal Jezus een wereldomvattende afrekening houden. Wij lezen daar:
„En zoals het geschiedde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen [Jezus Christus]: zij aten, zij dronken, mannen huwden, vrouwen werden ten huwelijk gegeven, tot op de dag waarop Noach de ark binnenging en de vloed kwam en hen allen vernietigde. Insgelijks, evenals het geschiedde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden. Maar op de dag dat Lot uit Sodom ging, regende het vuur en zwavel uit de hemel en vernietigde hen allen. Op dezelfde wijze zal het gaan op de dag waarop de Zoon des mensen geopenbaard zal worden.”
Doordat Gods waarschuwing werd genegeerd, kregen in deze beide gevallen normale bezigheden zoals eten, drinken, bouwen en dergelijke, een onheilspellend aanzien. Men onderscheidde niet wat er met het morele klimaat gebeurde. Voor de mensen uit die tijd „ging alles gewoon door”. Laten wij deze twee voorbeelden eens wat nader bekijken.
„De dagen van Noach”
In de 24ste eeuw v.G.T. werd de aarde overspoeld door verdorvenheid. Morele normen hadden geen kracht meer. Het historische verslag in Genesis 6:5 luidt: „Dientengevolge zag Jehovah dat de slechtheid van de mens overvloedig was op de aarde en dat elke neiging van de gedachten van zijn hart te allen tijde alleen maar slecht was.” In welk opzicht waren deze neigingen slecht en waarom?
De slechtheid openbaarde zich op twee in het oog springende manieren. Ten eerste door haar gewelddadigheid en ten tweede door haar ontaarde seks. Merk op hoe hierop wordt gezinspeeld in Genesis 6:4: „De Nefilim bleken in die dagen op de aarde te zijn, en ook nog daarna, toen de zonen van de ware God betrekkingen met de dochters der mensen bleven hebben en dezen hun zonen baarden; dit waren de sterke mannen die er oudtijds waren, de mannen van vermaardheid.”
Het woord „Nefilim” betekent „vellers” of „zij die anderen doen vallen”. De Nefilim waren vechtersbazen die anderen met geweld velden. Ongetwijfeld hebben velen hun gewelddadige voorbeeld gevolgd en zich bij hen aangesloten in het beroven van zwakke slachtoffers. De Nefilim waren bastaarden, voortgekomen uit seksuele gemeenschap tussen gematerialiseerde, opstandige engelen, die eens „zonen van de ware God” waren, en aardse vrouwen. Dergelijke seksuele betrekkingen tussen engelen en mensen waren onnatuurlijk en pervers. (Lees voor aanvullende informatie ook 1 Petrus 3:19, 20 en Judas 6, 7.)
Waar liep dit morele bankroet op uit? „Daarom zei Jehovah: ’Ik zal de mensen, die ik heb geschapen, van de oppervlakte van de aardbodem wegvagen, van mens tot huisdier, tot het zich bewegende gedierte en tot het vliegende schepsel van de hemel toe, want waarlijk, ik heb er spijt van dat ik hen heb gemaakt.’ Maar Noach vond gunst in de ogen van Jehovah” (Genesis 6:7, 8). Jehovah maakte een eind aan dat moreel ontaarde samenstel door middel van de grootste overstroming in de hele menselijke geschiedenis tot op die tijd. Alleen Noach en zijn naaste familieleden overleefden die vloed.
Waarom vonden Noach en zijn gezin gunst in Gods ogen? Volgens Genesis 6:9 ’was Noach een rechtvaardig man. Hij betoonde zich onberispelijk onder zijn tijdgenoten’. Hoe slaagde hij daarin? Het laatste gedeelte van dat vers zegt: „Noach wandelde met de ware God.” Noach bezat de moed om zich te onderscheiden van zijn immorele tijdgenoten en liet Jehovah’s morele maatstaven bepalend zijn voor de manier waarop hij en zijn gezin hun leven inrichtten. Noach weigerde pertinent zich door de wereld om hem heen in haar model van verdorven gedrag te laten persen.
„De dagen van Lot”
Het tweede voorbeeld deed zich meer dan 400 jaar later voor. De steden Sodom en Gomorra, die, naar sommigen geloven, verzwolgen door het water in het zuidelijk deel van de Dode Zee liggen, volhardden in een levenswijze die in strijd was met Gods morele maatstaven. „Het klaaggeschrei over Sodom en Gomorra, ja, het is luid, en hun zonde, ja, ze is zeer zwaar”, zegt Genesis 18:20.
Wat maakte de inwoners van die steden zo laakbaar in Gods ogen? Zij bezaten geen enkel moreel besef meer. Hun leven werd beheerst door ontaarde seksuele praktijken. ’Van knaap tot grijsaard bleven zij tot Lot roepen en tot hem zeggen: „Waar zijn de mannen die vanavond bij u gekomen zijn? Breng hen naar buiten bij ons, opdat wij gemeenschap met hen hebben [„hen verkrachten”, The Living Bible]”’ (Genesis 19:4, 5). Zowel de jongeren als de volwassenen waren bij dat „wij” inbegrepen!
Toen Jehovah een eind maakte aan dat moreel vervuilde samenstel, waren er slechts drie zielen die de vurige verwoesting overleefden — Lot en zijn twee dochters. Waarom juist zij? Omdat Lot een „rechtvaardige man” was „die zwaar gekweld werd doordat de mensen, die de wet trotseerden, zich overgaven aan losbandig gedrag” en omdat hij weigerde hun ontaarde levenswijze na te volgen. — 2 Petrus 2:7, 8.
In onze dagen
De huidige wereld is in moreel opzicht bankroet: haar morele rekening heeft geen batig saldo meer en staat op het punt voorgoed afgesloten te worden. Deze wereld ziet geen kans meer haar morele normen op een hoger peil te brengen. ’De heerser van deze immorele wereld’, Satan de Duivel, heeft het merendeel der mensen in zijn net van wangedrag verstrikt (Johannes 12:31). Zij lijken op de passagiers van een schip dat een ramkoers volgt. Hun leiders proberen net als de kapitein van een dergelijk schip een ramp te voorkomen maar zijn hier niet toe in staat. Deze wereld, die onder Satans invloed staat, heeft zo’n vaart dat een ramp onvermijdelijk is.
Zij echter die rechtvaardigheid liefhebben, zoals Noach en Lot, kunnen voor zichzelf een andere koers uitzetten — een goddelijke koers — door de richtlijnen te volgen die de bijbel voor een moreel juist gedrag geeft. Wanneer Jehovah en zijn Zoon, Jezus Christus, binnenkort een eind maken aan het immorele systeem van deze wereld, zal de rekening van de rechtvaardigen een batig saldo te zien geven. God zal hen belonen met eeuwig leven in een rechtvaardige wereld. Zult u ervoor in aanmerking komen onder de rechtvaardigen gerekend te worden? — Psalm 37:27-29; 2 Petrus 2:9.
[Illustraties op blz. 11]
De dagen van Noach
De dagen van Lot
Onze tijd