Jehovah — Ontzag inboezemend maar liefdevol
„MET wie kunt gij mij vergelijken . . .?” vroeg Jehovah God. Zelfs de meest verheven taal zou Gods onvergelijkelijke kracht en heerlijkheid nooit volledig kunnen weergeven. Hijzelf nodigt ons uit het uitspansel van de hemel te beschouwen als hij zegt: „Heft uw ogen naar omhoog en ziet. Wie heeft deze dingen geschapen? Het is Degene die het heerleger daarvan zelfs naar het getal uitleidt, ze alle zelfs bij name roept. Vanwege de overvloed van dynamische energie, en omdat hij sterk is in kracht, ontbreekt er niet één aan.” — Jes. 40:25, 26.
De duizenden sterren die met het blote oog te zien zijn, vormen slechts een fractie van de ongeveer 100 miljard sterren waaruit alleen al ons melkwegstelsel bestaat! Toch heeft Jehovah alle sterren in het hele universum geteld en namen gegeven! Sta ook eens stil bij de enorme hoeveelheid energie die in al deze materie opgesloten ligt. In het hart van onze zon heerst een temperatuur van 15 miljoen graden Celsius. Wat een „dynamische energie” moet Jehovah bezitten om miljarden van die nucleaire ovens geschapen te kunnen hebben!
Jehovah volledig begrijpen, is dus iets wat onze beperkte vermogens te boven gaat. Elihu zei: „Wat de Almachtige aangaat, wij hebben hem niet doorgrond; hij is verheven in kracht . . . Laten de mensen hem daarom vrezen” (Job 37:23, 24). Jehovah verlangt echter meer van ons dan alleen ontzag of vrees. „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en geheel uw ziel en geheel uw levenskracht”, luidt het bijbelse gebod (Deut. 6:5). Maar kunnen wij iemand liefhebben die wij niet ten volle kunnen begrijpen? Ja zeker, want hoewel Jehovah’s woonplaats hoog in de hemel is, handelt hij liefdevol met onvolmaakte mensen en staat hij hun toe zich althans een gedeeltelijk begrip van hem te vormen. — Vergelijk Psalm 113:5-9.
Zijn „ogen”, „oren” en „aangezicht”
Eén manier waarop Jehovah ons helpt hem te begrijpen, is door zich in menselijke termen te laten beschrijven. De apostel Petrus zei: „De ogen van Jehovah zijn op de rechtvaardigen en zijn oren tot hun smeking; maar het aangezicht van Jehovah is tegen hen die slechte dingen doen.” — 1 Petr. 3:12; vergelijk Exodus 15:6; Ezechiël 20:33; Lukas 11:20.
Natuurlijk is dit beeldspraak, die niet letterlijk opgevat moet worden, net zomin als wanneer de Schrift God „een zon”, „een schild” of „de Rots” noemt (Ps. 84:11; Deut. 32:4, 31). ’Maar zegt de bijbel niet dat wij naar zijn „beeld” zijn gemaakt?’ redeneren sommigen (Gen. 1:26, 27). Ja, maar de bewering dat God een letterlijke mond, neus en oren heeft, roept ernstige problemen op. Zou bijvoorbeeld het gehoor van een almachtige God werkelijk beperkt zijn tot dat wat geluidsgolven naar letterlijke oren kunnen overbrengen? Nee, want de bijbel geeft te kennen dat God zelfs kan „horen” wat zonder stem in het hart van de mens tot uitdrukking wordt gebracht (Gen. 24:42-45). Ook is zijn vermogen om te „zien” niet afhankelijk van lichtgolven. — Ps. 139:1, 7-12; Hebr. 4:13.
De volmaakte mens weerspiegelde derhalve geen fysieke kenmerken maar hoedanigheden van God, zoals liefde en gerechtigheid. Christenen leggen dergelijke hoedanigheden vooral aan de dag als zij de raad van de apostel Paulus opvolgen, die hen ertoe aanspoorde zich ’te bekleden met de nieuwe persoonlijkheid, die door middel van nauwkeurige kennis wordt vernieuwd naar het beeld van Degene die ze schiep’. — Kol. 3:10.
Visioenen van heerlijkheid
In oude tijden gaf Jehovah bepaalde dienstknechten van hem het voorrecht geïnspireerde visioenen van Jehovah’s hemelse heerlijkheid te ontvangen. Ezechiël was een van deze personen (Ezech. 1:1). Wat hij in een visioen zag, ging elke beschrijving te boven! Ezechiël nam zijn toevlucht tot beeldspraak en vergelijkingen; dikwijls zei hij dat wat hij zag, „eruitzag als” bekende stoffelijke dingen. De profeet zei bijvoorbeeld:
„[Er] was iets dat eruitzag als saffiersteen, iets dat geleek op een troon. En op datgene wat op de troon geleek, was iets dat geleek op iemand die eruitzag als een aardse mens erop, erbovenop. En ik kreeg iets te zien gelijk de gloed van elektrum, gelijk het uiterlijk van vuur rondom daarbinnen, vanaf wat eruitzag als zijn heupen en opwaarts; en vanaf wat eruitzag als zijn heupen en neerwaarts zag ik iets dat eruitzag als vuur, en hij had een glans rondom. Er was iets dat eruitzag als de boog die in een wolkgevaarte verschijnt op de dag van een stortregen. Zo was hetgeen eruitzag als de glans die er rondom was. Het was hetgeen eruitzag als de gelijkenis van de heerlijkheid van Jehovah.” — Ezech. 1:26-28.
Welk een heerlijkheid beschreef Ezechiël! De apostel Johannes had een soortgelijk visioen van Jehovah, en schreef: „Zie! een troon bevond zich in zijn positie in de hemel, en er is iemand op de troon gezeten. En die erop gezeten is, is van aanzien gelijk een jaspissteen en een kostbare roodkleurige steen, en rondom de troon is een regenboog, van aanzien aan een smaragd gelijk” (Openb. 4:1-3). Merk op dat de wijze waarop Jehovah wordt beschreven, van verheven pracht getuigt, en dat hij niet als een wrede God wordt afgeschilderd. Het tafereel ademt veeleer serene rust en is vredig als de regenboog. — Vergelijk Genesis 9:12-16.
Het feit dat God mensen heeft toegestaan zelfs maar in zo’n beperkte mate iets van zijn hemelse majesteit te aanschouwen, toont aan dat zijn bedoelingen ten aanzien van de mensheid vreedzaam zijn. Dan kunnen degenen die God liefhebben ook beslist vol vertrouwen tot hem naderen als de welwillende „Hoorder van het gebed”. — Ps. 65:2.
De man Job zei over God: „Ziet! Dit zijn de zomen van zijn wegen, en wat een gefluister van een zaak is er omtrent hem gehoord!” (Job 26:14) Er valt werkelijk veel te leren omtrent Jehovah God, die zijn dienstknechten eeuwig leven in het vooruitzicht heeft gesteld (Joh. 17:3). Maar zelfs „onbepaalde tijd” zal niet toereikend voor ons zijn om ’het werk dat de ware God heeft gemaakt, van het begin tot het eind te doorgronden’. — Pred. 3:11.
Wat personen met een oprecht hart echter wel weten of leren, kan hen motiveren Jehovah lief te hebben en te gehoorzamen (1 Joh. 5:3). Bent u een van hen? God gehoorzamen, is niet altijd gemakkelijk. Maar wanneer u Jehovah God en zijn liefdevolle wegen werkelijk hebt leren kennen, lijkt geen moeite te veel. Bent u dan ook vastbesloten deze ontzag inboezemende maar liefdevolle God vollediger te leren kennen?
[Illustratie op blz. 6]
Mannen als Ezechiël en Johannes kregen visioenen die ons slechts een glimp van Jehovah’s ontzag inboezemende heerlijkheid laten zien
[Illustratie op blz. 7]
Dat God de sterren schiep en een naam gaf, geeft ons enig idee van zijn grenzeloze kracht