Wordt navolgers van God
„Wordt . . . navolgers van God, als geliefde kinderen, en blijft in liefde wandelen.” — Ef. 5:1, 2.
1, 2. (a) Wat kan er over het imitatie-instinct gezegd worden? (b) Welk voorbeeld is er met het oog op het imitatie-instinct in mensen nodig?
ER IS terecht opgemerkt dat „de mens een schepsel is met een ingeboren drang tot imitatie” en dat „wij veeleer door imitatie dan door voorschriften alles leren”. De Griekse filosoof Aristoteles heeft gezegd: „Vanaf zijn kindsheid is de mens instinctief geneigd te imiteren.”
2 Dit is waar. Wij allen beginnen ons leven met anderen na te bootsen of na te volgen. Een kind leert niet uit boeken hoe het moet lopen, eten, praten, enzovoort, noch doordat het hiervoor uitdrukkelijke instructies ontvangt, maar het leert dit veeleer door zijn ouders of zijn oudere broers en zusters na te volgen. En ook gedurende de rest van ons leven blijven wij anderen navolgen, vaak onbewust. Hoe noodzakelijk is het, met het oog op de belangrijkheid van het imitatie-instinct in de mensheid, dat wij naar het juiste voorbeeld kijken! Er is in dit verband geen beter voorbeeld dan God zelf. „Wordt . . . navolgers van God”, zegt de geïnspireerde christelijke apostel met klem. — Ef. 5:1.
3. Welke schijnbare tegenstrijdigheid bestaat er, hetgeen aanleiding geeft tot welke vragen?
3 Het is echter duidelijk dat het grootste deel van de mensheid slechte voorbeelden navolgt, hetgeen wel blijkt uit de misdaad, immoraliteit en oorlog, die schijnbaar overal welig tieren. Terzelfder tijd zeggen de meeste mensen echter dat zij God aanbidden, hetgeen zij tonen door verscheidene religieuze daden te verrichten. Hoe kan deze schijnbare tegenstrijdigheid verklaard worden? Hoe komt het dat mensen zoveel slechte dingen doen en niettemin beweren God te aanbidden? Kan iemand God werkelijk aanbidden en toch in gebreke blijven hem na te volgen?
GODEN DIE WORDEN NAGEVOLGD
4. (a) Wat kan er worden gezegd over het menselijke instinct om te aanbidden? (b) Welke uitwerking heeft de aanbidding van een god op de aanbidders?
4 De mens werd niet alleen geboren met het instinct om te imiteren maar ook met het instinct om te aanbidden. Heeft de mensheid deze neiging krachtig ten toon gespreid? The World Book Encyclopediaa vertelt ons: „Er is nooit een volk geweest zonder de een of andere vorm van religie.” Een essentieel feit dat men hierbij in gedachten moet houden, is evenwel dat volken behalve de ware God vele verschillende goden hebben aanbeden, zoals de bijbel ook zegt: „Er [zijn] vele ’goden’ en vele ’heren’” (1 Kor. 8:5). Ongeacht hun religie, hebben de mensen in hun leven toch de hoedanigheden van de god die zij aanbidden nagevolgd of weerspiegeld. Men kan eenvoudig niet een god aanbidden zonder die god, in een aanzienlijke mate, na te volgen.
5. Welke uitwerking had de aanbidding van Kanaänitische goden, en waarom?
5 De archeologen vertellen ons bijvoorbeeld over de bloeddorstige en immorele goden die door de Kanaänieten uit de oudheid werden aanbeden. En zoals wij dan ook kunnen verwachten, onthult de geschiedenis dat de Kanaänitische volkeren uitermate wreed en immoreel waren en dat zij er afschuwelijke religieuze riten op na houden waartoe zelfs het brengen van mensenoffers behoorde. De bijbel merkt ook op dat de Judese koningen Achaz en Manasse de goden van de Kanaänieten begonnen te aanbidden en zelfs zo ver gingen dat zij hun eigen kinderen als een brandoffer aan hen offerden! (2 Kon. 16:1-3; 21:1-6) De geïnspireerde bijbelse aansporing om „navolgers van God” te worden, betekende klaarblijkelijk niet dat wij de goden van deze volken dienen na te volgen!
6-8. (a) Waarom betekent louter het bezitten van de bijbel niet dat de God van de bijbel wordt aanbeden? (b) Wat voor soort van god wordt in de christenheid aanbeden, en hoe worden de hoedanigheden van deze god in de aanbidders weerspiegeld?
6 Welnu, hoe is de situatie in de landen van de christenheid? Welke god wordt aldaar door de mensen aanbeden? Is het de God van de bijbel, zoals men algemeen aanneemt? Hoewel de religies van de christenheid de bijbel hebben, betekent dit nog niet dat de religieaanhangers de bijbel geloven, hem volgen, of de God wiens woord de bijbel is zelfs ook maar aanbidden. De Israëlieten uit de oudheid hadden ook Gods wet, waarin onder andere wordt gezegd: „Er dient onder u niemand te worden gevonden die zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan” (Deut. 18:9-12). Maar zoals wij hebben gezien, hebben zelfs sommigen van hun koningen geen acht op deze wet geslagen. De christenheid heeft God en zijn Woord evenzo genegeerd.
7 In The Encyclopedia Americana wordt over het geloof van de christenheid in een god die miljoenen mensen naar een vurige hel laat gaan, het volgende opgemerkt: „De hel, zoals algemeen wordt begrepen, is de verblijfplaats van boze geesten; de helse regionen . . . waarheen de verloren of veroordeelde zielen na de dood gaan om er onbeschrijfelijke martelingen en eeuwige straf te ondergaan.”b Aangezien de aanhangers van de christenheid een god aanbidden die zulke martelingen goedkeurt, helpt dit te verklaren waarom de geschiedenis van de christenheid is gekenmerkt door religieuze oorlogen, wrede vervolging en duivelse martelingen. De mensen hebben eenvoudig de eigenschappen weerspiegeld van de god die zij aanbidden.
8 Toen de Spaanse geleerde Michael Servet als een „ketter” werd berecht, werd hij dan ook op aanstichting van religieuze leiders tot de brandstapel veroordeeld. Deze demonische terechtstellingsvorm werd, volgens Institutes of Ecclesiastical Historyc, „destijds bijna universeel goedgekeurd en beoefend” door zowel katholieken als protestanten. Zelfs in de tegenwoordige tijd zijn de verschrikkelijke wereldoorlogen in de christenheid begonnen, terwijl de geestelijken aan beide zijden van het front hebben gebeden of hun god de legers van hun natie de overwinning wilde schenken en ze wilde zegenen.d Wij dienen deze god van de christenheid of de aanbidders ervan beslist niet na te volgen!
9. Wat zijn enkele populaire „goden” die thans door veel mensen worden aanbeden en nagevolgd?
9 Het dient geen verbazing te wekken dat miljoenen gedesillusioneerde personen, vooral jongeren, de aanbidding in de kerken van de christenheid de rug hebben toegekeerd. Toch hebben deze mensen nog steeds het instinctieve verlangen iets of iemand aanbidding te schenken. Zij bevredigen dit verlangen vaak door populaire „rock”-artiesten en ook filmsterren en sporthelden tot afgoden te verheffen. De New York Times van 26 juli 1973 merkte in een beschrijving van een populaire sport-„god” op dat hij „in het pantheon van professionele sporthelden, Amerika’s wereldlijke religie, [stellig] de eerste plaats [zal] innemen”. Jongeren trachten deze amusements- en sport-„goden” vaak na te volgen door hun haarstijl, kleding, taal en moraal over te nemen. Maar wie aanbidden zij hierdoor in werkelijkheid?
10, 11. (a) Wie ontvangt de eerbiedige verering die aan hedendaagse afgoden wordt geschonken, zoals in 1 Korinthiërs 10:19, 20 te kennen wordt gegeven? (b) Welk bewijs is er dat de Duivel en zijn demonen de aanbidding ontvangen die aan populaire afgoden wordt geschonken?
10 Het brengen van offers of het schenken van verering aan afgoden wordt in de bijbel in duidelijke taal besproken. Wat de bijbel hierover zegt, zou zelfs als een werkelijke schok voor u kunnen komen. Onder goddelijke inspiratie legde de christelijke apostel Paulus in een van zijn brieven uit: „Wat zal ik dan zeggen? Dat wat aan een afgod ten slachtoffer wordt gebracht, iets is, of dat een afgod iets is? Neen, maar ik zeg dat de dingen die de natiën slachtofferen, zij die aan demonen slachtofferen en niet aan God” (1 Kor. 10:19, 20). Ja, eerbiedige verering, of die nu aan een afgod van hout en steen of aan een amusements- of sportafgod wordt geschonken, gaat in werkelijkheid naar „de god van dit samenstel van dingen”, Satan de Duivel, en zijn demonen! (2 Kor. 4:4) Maar welk bewijs is er dat de demonen deze eerbiedige verering in werkelijkheid ontvangen?
11 Welnu, welke tendens bestaat er onder de enthousiaste aanbidders van populaire amusements- en sportafgoden? Is de tendens er thans op gericht de bewonderenswaardige hoedanigheden van waarheid, zuiverheid en consideratie ten behoeve van het welzijn van anderen ten toon te spreiden? Neen; de tendens gaat veeleer in de richting van oneerlijkheid, immoraliteit en profaniteit, waarbij men zich niets aantrekt van de belangen van anderen. Dit is hetgeen de aanbidders hun afgoden zien doen. Een bekende Amerikaanse manager van een belangrijke baseballbond merkte onlangs op: „Je ziet hoe zij [de spelers] te keer gaan, hoe wild hun spel is. Als de spelers dit doen, waarom dan niet de fans?” (New York Times, 13 oktober 1973) Is het dan niet duidelijk dat het navolgen van onvolmaakte mensen als „afgoden” personen van de aanbidding van de ware God afkeert? De eerbiedige verering die aan hen wordt geschonken, gaat aldus in werkelijkheid naar de Duivel en zijn demonen, zoals ook in de bijbel te kennen wordt gegeven (Joh. 8:44). Wij willen toch beslist geen menselijke „goden” of de onzichtbare demonen navolgen, is het wel?
VOLG DE WARE GOD NA
12. Wie is de ware God die wij zo dringend dienen na te volgen, en waarom doet de gedachte om hem na te volgen ons in onze verbeelding misschien steil achteroverslaan?
12 Hoe belangrijk is het derhalve acht te slaan op de apostolische raad: „Wordt . . . navolgers van God, als geliefde kinderen” (Ef. 5:1). Hierdoor wordt men ervoor beschermd valse goden na te volgen. Maar wie is de ware God die wij zo dringend dienen na te volgen? De geïnspireerde bijbelpsalmist antwoordt, terwijl hij deze God aanspreekt: „Gij, wiens naam Jehovah is, Gij alleen [zijt] de Allerhoogste . . . over heel de aarde” (Ps. 83:18). Omdat Jehovah alle dingen geschapen heeft, is hij inderdaad GOD, zoals de profeet Jeremia uitlegde: „Jehovah is in waarheid God. . . . Hij is de Maker van de aarde door zijn kracht, Degene die het produktieve land door zijn wijsheid stevig bevestigt, en Degene die door zijn verstand de hemelen heeft uitgespannen” (Jer. 10:10-12). Wanneer wij beschouwen hoe uitgestrekt het universum is, met zijn miljarden melkwegstelsels, hoe klein en onbeduidend zijn wij dan inderdaad vergeleken bij de Grootse Schepper, Jehovah! De gedachte alleen al om Hem na te volgen, doet ons in onze verbeelding steil achteroverslaan. Hoe is dit mogelijk?
13. Waarom is het niet alleen mogelijk, maar zelfs heel redelijk dat mensen Jehovah navolgen?
13 Het is mogelijk wegens de wijze waarop Jehovah God ons geschapen heeft. De bijbel legt uit: „God ging ertoe over de mens te scheppen naar zijn beeld, naar Gods beeld schiep hij hem; als man en als vrouw schiep hij hen” (Gen. 1:27). Dat de mens naar Gods beeld werd geschapen, betekent niet dat mensen er als God uit zagen, maar veeleer dat God de eerste mensen de mogelijkheid, het vermogen, schonk Zijn eigen hoedanigheden ten toon te spreiden. Zij werden zijn kinderen. En bezit een zoon niet de neiging net als zijn vader te handelen, of een dochter net als haar moeder? Een zoon lijkt soms zelfs zo veel op zijn vader dat men zegt dat hij „een aardje naar zijn vaartje” heeft. En zo dient het ook met ons te zijn. Want bedenk dat wij ertoe worden aangespoord „navolgers van God [te worden], als geliefde kinderen” (Ef. 5:1). Maar hoe kunnen wij er blijk van geven dat wij, als geliefde kinderen, de ware God Jehovah, en geen valse goden, navolgen?
14, 15. (a) Wat is de voornaamste manier waarop mensen kunnen tonen dat zij Jehovah God navolgen? (b) Welke aansporingen ontvangen wij om Gods hoedanigheden na te volgen?
14 Wanneer wij de apostolische raad nogmaals beschouwen, wordt het ons duidelijk wat de voornaamste manier is waarop wij kunnen tonen dat wij God navolgen. Paulus zei: „Wordt . . . navolgers van God, als geliefde kinderen, en blijft in liefde wandelen” (Ef. 5:1, 2). Ja, Jehovah God is de personificatie van liefde (1 Joh. 4:8). De geïnspireerde bijbelpsalmist schrijft: „Jehovah is goedgunstig en barmhartig, langzaam tot toorn en groot in liefderijke goedheid. Jehovah is goed jegens allen, en zijn barmhartigheden zijn over al zijn werken.” — Ps. 145:8, 9.
15 Wij bewijzen dat wij Jehovah aanbidden door zijn liefdevolle, barmhartige hoedanigheden na te volgen. Wij worden ertoe aangespoord dit te doen, want Gods Zoon Jezus Christus zei: „Blijft barmhartig worden, zoals uw Vader barmhartig is.” De apostel Petrus schreef bovendien: „Wordt ook gij, in overeenstemming met de heilige die u geroepen heeft, zelf heilig in uw gehele gedrag, want er staat geschreven: ’Gij moet heilig zijn, want ik ben heilig.’” — Luk. 6:36; 1 Petr. 1:15, 16; Matth. 5:44, 45.
16. Hoe zou de situatie zijn als iedereen op aarde God zou navolgen, en welk bewijs hebben wij dat iedereen dit binnenkort zal doen?
16 Stelt u zich eens voor hoe wenselijk het zou zijn als iedereen op aarde Jehovah God zou navolgen ’en in liefde blijft wandelen’! Er zou geen onheilig, goddeloos gedrag bestaan — geen diefstal, geen strijd, geen immoraliteit; niemand zou ook maar iets doen waardoor hij anderen zou kwetsen. Allen zouden hun medemensen veeleer met vriendelijkheid, liefde en barmhartigheid bejegenen, aangezien dat het voorbeeld is dat door God wordt gesteld. Zou u niet graag willen leven wanneer iedereen Gods wil doet en in liefde wandelt? Dit is mogelijk, want overeenkomstig het voornemen van Jehovah God zullen alleen zulke mensen op aarde blijven leven. Gods opgetekende beloften zullen nu binnenkort in vervulling gaan. Dit betekent dat deze goddeloze mensenwereld zal eindigen, waarna er voor degenen die Gods wil doen een nieuw samenstel van dingen zal volgen. — 1 Joh. 2:17; 2 Petr. 3:5-7, 13.
17, 18. (a) Waarom is het uiterst belangrijk thans een navolger van God te worden, en waarom kost het zoveel moeite God thans na te volgen? (b) Welke verplichting legt het ons op Gods ambassadeurs of gezanten te zijn?
17 Wilt u er echter voor in aanmerking komen eeuwig in Jehovah’s nieuwe samenstel te leven, dan dient u nu een navolger van God te worden. Dit betekent dat u van uw zijde een persoonlijke krachtsinspanning moet doen om Jehovah te leren kennen, want de grote meerderheid van de mensen volgt, of zij dit nu beseffen of niet, „de heerser van deze wereld”, Satan de Duivel, na. „De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze”, legt de bijbel uit. Ja, vormen de kenmerkende eigenschappen van de natiën geen weerspiegeling van het feit dat hun werkelijke god en heerser inderdaad Satan de Duivel is? — Joh. 12:31; 1 Joh. 5:19; 2 Kor. 4:4.
18 Ware christenen zijn evenwel anders. „Zij zijn geen deel van de wereld,” zei Jezus (Joh. 17:16). Zij houden zich afgescheiden van de politiek en de onrechtvaardige wegen van deze wereld, aangezien zij als ambassadeurs of gezanten van Gods regering moeten optreden en Jehovah God op passende wijze moeten vertegenwoordigen, zoals wij lezen: „Wij zijn daarom gezanten die optreden in de plaats van Christus, alsof God door ons een dringend verzoek deed.” Is het niet waar dat er alleen gezegd kan worden dat Gòd door bemiddeling van ons een dringend verzoek doet, indien wij Gods persoonlijkheid weerspiegelen? — 2 Kor. 5:20.
HULPMIDDELEN OM GOD NA TE VOLGEN
19. Waarom vormt het feit dat God onzichtbaar is geen onoverkomelijke belemmering om hem werkelijk te kennen en na te volgen?
19 Om iemand te kunnen navolgen, moeten wij hem vanzelfsprekend kennen. En hetzelfde geldt voor het navolgen van God. In tegenstelling tot wat sommigen misschien denken, is het feit dat God onzichtbaar is, geen onoverkomelijke moeilijkheid om hem werkelijk te leren kennen en hem na te volgen. Zo zou bijvoorbeeld een beroemd architect al geruime tijd dood kunnen zijn. Toch zou iemand, door met zijn werken bekend te geraken — de gebouwen, bruggen en andere bouwwerken die hij heeft gebouwd — in zekere mate geholpen kunnen worden de methoden die hij in zijn werk gebruikte, na te volgen. Op overeenkomstige wijze kunnen al Jehovah’s scheppingswerken om ons heen als een wonderbaarlijk hulpmiddel dienen waardoor wij hem kunnen leren kennen en kunnen navolgen, zoals de apostel Paulus te kennen gaf toen hij zei: „Zijn onzichtbare hoedanigheden worden van de schepping der wereld af duidelijk gezien, omdat ze worden waargenomen door middel van de dingen die gemaakt zijn.” — Rom. 1:20.
20. Hoe kan het zogenoemde „Boek der schepping” ons helpen God na te volgen?
20 Ja, het zogenoemde „Boek der schepping” kan ons dingen vertellen die ons kunnen helpen God na te volgen. Beschouw bijvoorbeeld eens de wijze waarop God de aarde met zulk een schoonheid en aangenaamheid heeft bekleed. Wij kunnen genieten van schitterende zonsondergangen, veelkleurige bloemen, weelderig groene weiden, vogelgezang, de geurige, scherpe lucht van de uitgestrekte wouden en een grote verscheidenheid en overvloed van verrukkelijke vruchten en noten en andere voedselsoorten. Men kan uit de schepping beslist leren dat God een wonderbare Verzorger is die er echt belangstelling voor heeft dat zijn aardse kinderen gelukkig zijn. Wordt iemand die hier waardering voor heeft, er niet toe aangespoord dat voorbeeld na te volgen? Dient een ouder er bijvoorbeeld niet door Gods voorbeeld toe te worden aangespoord in het belang en voor het geluk van zijn gezin datgene te verschaffen wat goed, aangenaam en opbouwend voor de gezinsleden is, waardoor hij zijn hemelse Vader navolgt? — Jes. 64:8; Luk. 6:35.
21. (a) Wat is het beste hulpmiddel om God na te volgen, en is het voldoende dit alleen maar te bezitten? (b) Hoe kunnen wij naar God luisteren?
21 Het „Boek der schepping” is echter beperkt in de hulp die het ons verschaft om God na te volgen, evenals gebouwen een beperkte waarde hebben om een student te helpen de architect na te volgen die ze heeft ontworpen. Het bestuderen van boeken die door en over de architect zijn geschreven, zou bijvoorbeeld een veel groter hulp vormen om met hem bekend te geraken en hem na te volgen. Op overeenkomstige wijze vormt het Boek dat God heeft laten optekenen om ons over zich in te lichten, het beste hulpmiddel om met God bekend te geraken en hem na te volgen. Dat boek is de bijbel. Door de bijbel alleen maar te bezitten of zelfs eenvoudig te lezen, zult u echter niet noodzakelijkerwijs geholpen worden Jehovah God na te volgen. U dient de bijbel te bestuderen. U dient in werkelijkheid ’aandachtig naar God te luisteren’ (Jes. 55:2, 3). Hoe kunt u dit doen? Door datgene te doen waartoe Jozua uit de oudheid de opdracht kreeg: „Dit wetboek dient niet uit uw mond te wijken, en gij moet er dag en nacht met gedempte stem in lezen, opdat gij zorgvuldig moogt handelen overeenkomstig alles wat erin geschreven staat.” — Joz. 1:8.
22. Wat is ervoor nodig om God na te volgen en ons leven te veranderen zodat het met zijn voorbeeld in overeenstemming is?
22 Om God te kunnen navolgen, moeten wij dus nog meer doen dan de bijbel te lezen en te bestuderen. Wij moeten de bijbel begrijpen en waarderen, zodat wij ertoe worden aangezet alles te doen wat God van ons verlangt. Wij dienen een „nauwkeurige kennis” betreffende Gods wil en voornemen te krijgen. Zoals de apostel Paulus aantoonde, zou dit ons leven dusdanig kunnen veranderen dat het met Gods voorbeeld gaat stroken. Hij schreef: „Legt de oude persoonlijkheid met haar praktijken af en bekleedt u met de nieuwe persoonlijkheid, die door middel van nauwkeurige kennis wordt vernieuwd naar het beeld van Degene die ze schiep” (Kol. 3:9, 10). Alleen door deze „nauwkeurige kennis” tot ons te nemen, kunnen wij ons leven werkelijk in overeenstemming brengen met het beeld van God, en wel door zijn wonderbare hoedanigheden van liefde, vriendelijkheid en barmhartigheid na te volgen. Wij dienen ons hart door de aantrekkingskracht van deze goddelijke eigenschappen te laten motiveren.
23. Welke belangrijke reden hebben wij om God na te volgen door vergevingsgezind te zijn jegens anderen?
23 Wij worden ook geholpen Jehovah God na te volgen door de redenen te beschouwen die zijn Woord hiervoor verschaft. Willen wij graag dat God ons vergeeft? Dan moeten wij hem navolgen door vergevensgezind te zijn. Jezus zei dan ook toen hij zijn illustratie over de onverzoenlijke slaaf besloot: „Zo zal ook mijn hemelse Vader met u handelen indien niet een ieder van u zijn broeder van harte vergeeft.” En de apostel Paulus schreef: „Wordt vriendelijk jegens elkaar, teder mededogend, elkaar vrijelijk vergevend, zoals ook God door Christus u vrijelijk vergeven heeft.” Er bestaat geen twijfel over dat wij, door Gods Woord zorgvuldig te beschouwen, niet alleen zullen leren hoe wij Jehovah God moeten navolgen, maar hier ook toe zullen worden aangespoord. — Matth. 18:35; Ef. 4:32.
24. Hoe vormt het gebed een hulpmiddel voor ons om God na te volgen?
24 Ook het gebed vormt een hulpmiddel waardoor wij worden geholpen God na te volgen. In het gebed spreken wij met Jehovah. Wij openen ons hart voor hem, waarbij wij hem niet alleen in moeilijke tijden aanroepen, als wij grote beslissingen moeten nemen, maar ook alledaagse aangelegenheden met hem bespreken. En wij voelen zijn schragende kracht, leiding en vertroosting, zoals de bijbelpsalmist beloofde: „Werp uw last op Jehóvah, en hijzelf zal u schragen. Nooit zal hij toelaten dat de rechtvaardige wankelt” (Ps. 55:22). Aldus maakt het gebed Jehovah wezenlijker voor ons en helpt het ons hem na te volgen.
VOORBEELDEN VAN NAVOLGERS VAN GOD
25, 26. (a) Wie vormt het belangrijkste voorbeeld wat het navolgen van God betreft, en in welke mate deed hij dit? (b) Tot het navolgen van welke andere voortreffelijke voorbeelden spoort de Schrift ons aan?
25 Wij worden ook geholpen God na te volgen door het voorbeeld van degenen die zelf navolgers van God zijn. Het beste voorbeeld is natuurlijk Jezus Christus. Een van de belangrijkste redenen voor zijn komst naar de aarde was zelfs zijn hemelse Vader aan ons bekend te maken. En hij volgde zijn Vader zo volmaakt na dat indien Jehovah God op aarde geweest zou zijn, hij zich precies zo gedragen zou hebben als Jezus. Daarom kon Jezus zeggen: „Wie mij heeft gezien, heeft ook de Vader gezien.” — Joh. 14:9.
26 Er worden echter nog anderen in de bijbel beschreven die Jezus Christus getrouw in het navolgen van God hebben nagevolgd, en wij kunnen ook geholpen worden God na te volgen door naar hun voorbeeld te kijken (Hebr. hoofdst. 11). De apostel Paulus was zo iemand, en daarom kon hij de wijze raad geven: „Wordt navolgers van mij, zoals ik het ben van Christus” (1 Kor. 11:1). Door het voorbeeld van zulke mensen des geloofs na te volgen, zullen wij beslist geholpen worden Jehovah God na te volgen.
27, 28. (a) Hoe kunnen wij de mensen opsporen die God thans navolgen? (b) Wie blijken de mensen te zijn die God thans werkelijk navolgen?
27 Wij moeten echter niet denken dat alleen mensen uit lang vervlogen tijden een voortreffelijk voorbeeld hebben gegeven in het navolgen van God. Aan christenen wordt verder de raad gegeven: „Houdt hen in gedachtenis die onder u de leiding nemen, die het woord van God tot u hebben gesproken, en volgt hun geloof na, lettend op het einde van hun wandel” (Hebr. 13:7). Er leven thans veel mensen die hun leven met Gods wegen in overeenstemming brengen. Door geregeld met hen om te gaan, kunt u in grote mate worden geholpen een navolger van God te worden. Wie zijn deze mensen?
28 Aangezien mensen imitators zijn die zonder onderscheid in hun leven de hoedanigheden weerspiegelen van de god die zij aanbidden, kan men dit te weten komen door een groep van mensen op te sporen die niet slechts belijden de bijbel, het Woord van de ware God, te volgen, maar die datgene wat erin staat opgetekend ook werkelijk beoefenen. Merk in dit verband op wat in een kranteartikel in de Journal de Montréal van 27 juli 1973 over een religieuze bijeenkomst van meer dan 28.000 personen in Montreal werd opgemerkt:
„Jehovah’s getuigen zijn zeer, zeer beschaafde mensen. Hoffelijkheid is hun levenswijze, alsmede netheid, reinheid en bescheidenheid. En op hun vergadering was dit niet moeilijk op te merken. . . . Niemand stapt op je voeten, nooit stap je op een papiertje. De reinheid is bijna volmaakt.
Je waant je in een paradijs, gelet op de ontspannen, vredige en serene atmosfeer. Iedereen is bescheiden gekleed, niemand doet excentriek of tracht de aandacht op zich te vestigen zoals bij baseballwedstrijden.
En wat vooral opviel: geen discriminatie. Mensen van alle rassen genoten omgang met elkaar. Er is niemand met verborgen motieven of reserves.
Stellig valt er een grote les te leren uit het gedrag van Jehovah’s Getuigen. Wanneer men hen gadeslaat, zou men denken dat Amerika zich heeft hervormd.”
29. Waarom is het van het grootste belang nauw met degenen die God navolgen, om te gaan?
29 Ja, Jehovah’s getuigen vormen die groep van mensen die God thans navolgen. Indien u derhalve geregeld met hen blijft omgaan, zult u in grote mate worden geholpen acht te slaan op de apostolische raad: „Wordt . . . navolgers van God, als geliefde kinderen, en blijft in liefde wandelen” (Ef. 5:1, 2). U kunt niet verwachten God in de moeilijke tijd die voor ons ligt getrouw te dienen zonder gebruik te maken van de hulpmiddelen die hij heeft verschaft. En nauwe omgang met degenen die Gods wil doen, vormt een onontbeerlijk hulpmiddel voor het verkrijgen van leven met volmaaktheid in het vooruitzicht in Jehovah’s rechtvaardige nieuwe samenstel. — 2 Petr. 3:13; Hebr. 10:24, 25.
[Voetnoten]
a Deel 16, bladzijde 207 (uitgave van 1970).
b Deel 14, bladzijde 81 (uitgave van 1959).
c Door John Lawrence Von Mosheim, Deel 3, bladzijde 258 (uitgave van 1832).
d Zie Ontwaakt! van 8 oktober 1972 voor documentatie betreffende de steun die de kerken de strijdende natiën gedurende de wereldoorlogen hebben gegeven.
[Illustratie op blz. 373]
OM „NAVOLGERS VAN GOD” TE WORDEN, HEBBEN WIJ MEER NODIG DAN HET „BOEK DER SCHEPPING”; WIJ MOETEN DE BIJBEL LEZEN EN BEGRIJPEN