-
Inzicht in het nieuwsDe Wachttoren 1976 | 15 mei
-
-
Hoe „knap” zijn computers?
● Moderne computers kunnen allerhande wiskundige problemen met verbazingwekkende snelheid oplossen. Reusachtige hoeveelheden informatie kunnen ze in hun „geheugen” opslaan. Zo’n twintig jaar geleden waren er geleerden die voorspelden dat computers door automatisering een volledige omwenteling in de menselijke samenleving teweeg zouden brengen. Anderen voorzagen reeds toekomstige computers die beter zouden „denken” dan mensen, en zelfs regeringsleiders zouden gaan vervangen. Maar wat is er van die toekomstvisioenen geworden?
Wat het „denken” van computers betreft, zij die dit idee lanceerden, gingen klaarblijkelijk voorbij aan alle tijd en inspanning die er van menselijke zijde nodig is om de „data” (de cijfers en feiten) waarmee de computers gevoed moeten worden, voor te bereiden en de „programma’s” op te stellen die de machine precies aangeven hoe de „data” verwerkt moeten worden. De minste of geringste verandering in een probleem kan reeds betekenen dat al dit gecompliceerde werk moet worden overgedaan.
Een klassiek voorbeeld van het beperkte vermogen van een computer vormen de automatische adres-code-lezers op sommige postkantoren. Na jaren onderzoekwerk, kan het meest ingewikkelde model (dat $800.000 kost) „slechts 9,5 percent van de post” behandelen.
In mei 1974 stond in het tijdschrift „Psychology Today” een andere illustratie. Een bepaalde firma gebruikt de volgende zinnen om het „taalbegrip” van een computer te testen: „Tommy had pas een nieuwe blokkendoos gekregen. Hij was net bezig de doos open te maken toen hij Jimmy zag binnenkomen.” Daarna worden er drie vragen in de computer gestopt: „Wie maakte de doos open? Wat zat er in de doos? Wie kwam binnen?” Het artikel vertelt: „Hoewel elke eerste-klasser die vragen met gemak zou kunnen beantwoorden, vindt de computer ze bijzonder moeilijk.”
Over vragen gesproken, een goede vraag zou zijn: Als de moderne wetenschap een machine niet met intelligentie kan begiftigen, hoe zou de mens zijn intelligentie dan aan het blinde toeval te danken kunnen hebben, zoals de evolutie leert?
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1976 | 15 mei
-
-
Vragen van lezers
● Hoe kan Handelingen 7:16, waar wordt gezegd dat Abraham een graf te Sichem kocht, in overeenstemming gebracht worden met Genesis 23:15-19?
Hier lijkt sprake te zijn van een tegenstrijdigheid, want in Handelingen 7:16 wordt gezegd dat Abraham een graf te Sichem kocht, terwijl in Genesis 23:15-19 wordt bericht dat hij voor dit doel een stuk land in Machpéla bij Hebron kocht. Er zijn een aantal mogelijke verklaringen. Laten wij eens enkele van de details beschouwen.
Kort nadat Abraham het Beloofde Land was binnengetrokken (1943 v.G.T.), vertoefde hij een tijdlang in Sichem, dat in het noordelijke gebied lag, waar later Samária werd gebouwd (Gen. 12:6-8). Toen Abrahams vrouw Sara later stierf (1881 v.G.T.) kocht hij als een begraafplaats het veld met de grot van Machpéla, dat dicht bij Hebron, ten zuiden van Jeruzalem, lag. „Abraham [begroef] zijn vrouw Sara in de grot van het veld van Machpéla tegenover Mamre, dat wil zeggen Hebron, in het land Kanaän” (Gen. 23:15-19). Na verloop van tijd werden ook Abraham, Isaäk, Rebekka en Lea daar begraven. — Gen. 25:9; 49:29-32.
Abrahams kleinzoon Jakob heeft ook een tijdlang in de buurt van Sichem gewoond, en hij kocht daar een stuk land en bouwde er een altaar (Gen. 33:18-20). Toen Jakob in Egypte op zijn sterfbed lag, gebood hij zijn zonen hem niet in Sichem te begraven, maar bij zijn voorvaders in het stuk grond dat Abraham bij Hebron gekocht had (Gen. 49:29-32; 50:12, 13). Over een begrafenis in Sichem wordt in Jozua 24:32 vermeld dat de Israëlieten, nadat zij het Beloofde Land waren binnengetrokken, Jozefs gebeente „te Sichem [begroeven] in het stuk veld dat Jakob . . . verworven had”, hetgeen deel ging uitmaken van het erfdeel van Jozefs zoon Manasse.
Met deze geschiedenis in gedachten, kunnen wij Handelingen 7:15, 16 beschouwen. De christelijke discipel Stéfanus zei in zijn meesterlijke verdediging: „Jakob zakte af naar Egypte. En hij overleed, evenals onze voorvaders, en zij [de „voorvaders”] werden naar Sichem overgebracht en werden in het graf gelegd dat Abraham voor een prijs in zilvergeld van de zonen van Hemor te Sichem had gekocht.” Het lijkt dus alsof Stéfanus zegt dat Abraham, en niet Jakob, land in Sichem had gekocht. Toch lezen wij in Genesis 23:17, 18 dat Abraham een graf in Machpéla, bij Hebron, kocht.
Sommige geleerden zijn van mening dat Abraham, behalve het stuk land in Hebron, ook het land in Sichem gekocht kan hebben, waar Jehovah aan hem was verschenen en waar hij vervolgens een altaar had gebouwd (Gen. 12:7). Indien dit zo is, dan kan dit hetzelfde stuk land geweest zijn dat Jakob volgens Genesis 33:18, 19 van degenen kocht die het destijds in bezit hadden. Een dergelijke zienswijze zou elk probleem in verband met Handelingen 7:16 uitschakelen.
Nog een mogelijkheid is dat Stéfanus eenvoudig twee verslagen samengevat kan hebben en Abrahams transactie in Genesis 23:15-19 en de in Genesis 33:18, 19 vermelde koop combineerde. Deze mogelijkheid wordt versterkt door het feit dat Stéfanus in Handelingen 7:7 klaarblijkelijk iets wat God tot Abraham had gezegd en iets wat Hij tot Mozes had gezegd, in één verklaring combineerde (Gen. 15:14; Ex. 3:12). Handelingen 7:16 kan dus een samengevatte of elliptische verklaring zijn die, evenals Handelingen 7:7, geschikt was voor Stéfanus’ doel.
Er zou nog een mogelijke oplossing beschouwd kunnen worden. Abraham was Jakobs grootvader. Dus ook al staat in Genesis 33:18, 19 dat Jakob land te Sichem kocht, kan Stéfanus de koop aan het patriarchale hoofd Abraham toegeschreven hebben. De aannemelijkheid hiervan wordt bevestigd door andere voorvallen in de bijbel waar de namen van voorvaders in verband met de nakomelingen werden toegepast en gebruikt. — Hos. 11:1, 3, 12; Matth. 2:15-18.
Elk van deze mogelijkheden kan de oplossing vormen voor de schijnbare tegenstrijdigheid tussen Handelingen 7:16 en Genesis 23:15-19. Dat er een aantal aannemelijke verklaringen beschikbaar zijn, beklemtoont hoe onredelijk het zou zijn wanneer iemand die thans niet over alle feiten beschikt, de conclusie trekt dat Stéfanus het bij het verkeerde eind had.
-
-
Gods naam is JehovahDe Wachttoren 1976 | 15 mei
-
-
Gods naam is Jehovah
Wist u dat „Jehovah” de Nederlandse vorm van Gods naam is? Op deze afbeelding komt hij in de oorspronkelijke bijbeltaal, Hebreeuws, voor.
Het 192 bladzijden tellende, in hard kaft gebonden boek De waarheid die tot eeuwig leven leidt bespreekt deze kwestie in het hoofdstuk „Wie is God?” Maak slechts ƒ 1,– over. (Voor België 13 F; voor Suriname Sƒ 0,50.) Op uw verzoek zal bovendien een bekwaam persoon u bezoeken om u gratis bijbelonderricht te geven.
-