De „andere schapen” en het Avondmaal des Heren
„[Jezus] is een zoenoffer voor onze zonden, echter niet alleen voor de onze, maar ook voor die van de gehele wereld.” — 1 JOHANNES 2:2.
1. Wat zijn de positieve resultaten van de ’prediking van het goede nieuws van het koninkrijk’?
JEZUS zei: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen” (Matth. 24:14). Er zijn nog personen van het geslacht van 1914 in leven en zij kunnen ervan getuigen dat Jehovah’s Getuigen dit gebod getrouw ten uitvoer hebben gebracht. Het resultaat is, dat honderdduizenden oprechte personen, gedesillusioneerd door het falen van deze wereld, positief op het goede nieuws hebben gereageerd. Zij hebben zich aan Jehovah God opgedragen en de zijde van zijn koninkrijk gekozen. Deze opdracht hebben zij in het openbaar gesymboliseerd door zich in water te laten dopen. In 1984 hebben 179.421 personen verkozen deze verstandige handelwijze te volgen. In feite hebben zij tot het volk voor Gods naam gezegd: „Wij willen met ulieden gaan, want wij hebben gehoord dat God met ulieden is.” — Zach. 8:23.
2. Door welke factor is bepaald wanneer Jezus zijn „andere schapen” zou bijeenvergaderen?
2 Deze steeds toenemende „grote schare” aanbidders vormt een deel van de groep personen die door Jezus als zijn „andere schapen” werden beschreven (Openb. 7:9, 15; Joh. 10:16). Zij hebben het schitterende vooruitzicht om eeuwig in een aards paradijs te leven (Ps. 37:29). Jezus voorzei dat hij deze getrouwe volgelingen van hem zou bijeenvergaderen nadat hij eerst zijn onverdeelde herderlijke aandacht zou hebben gegeven aan de bijeenvergadering van een „kleine kudde” van met schapen te vergelijken personen ten aanzien van wie hij als de Middelaar van het nieuwe verbond optreedt (Luk. 12:32; Hebr. 9:15). Met deze bijeenvergadering van twee met schapen te vergelijken klassen mensen in „één kudde” in gedachten, kunnen wij begrijpen waarom de apostel Johannes zei dat Jezus Christus „een zoenoffer [is] voor onze zonden, echter niet alleen voor de onze, maar ook voor die van de gehele wereld”. — 1 Joh. 2:1, 2.
Veranderingen in hun zienswijze
3, 4. (a) Hoe hebben velen een veranderde zienswijze verkregen met betrekking tot het vieren van het Avondmaal des Heren? (b) Wat bedoelde Paulus toen hij zei: ’Zo dikwijls als gij eet en drinkt’?
3 Velen van de pas bijeenvergaderde „andere schapen” waren gewend naar de mis of ter communie te gaan. Hoe vaak zij dit deden en de manier waarop de plechtigheid plaatsvond, hing af van de geloofsovertuiging van de religieuze organisatie waartoe zij behoorden. Nu zijn zij echter tot het besef gekomen dat het Avondmaal des Heren slechts eenmaal per jaar gevierd moet worden. Waarom is dit zo? Wel, heel eenvoudig omdat het joodse Pascha slechts eenmaal per jaar gevierd werd en Jezus de Gedachtenisviering op diezelfde pascha-avond instelde, namelijk op 14 Nisan. Bij die gelegenheid zei hij tegen zijn discipelen: „Blijft dit tot mijn gedachtenis doen.” Paulus voegt eraan toe: „Want zo dikwijls als gij dit brood eet en deze beker drinkt, blijft gij de dood des Heren verkondigen totdat hij gekomen zal zijn” (1 Kor. 11:24-26). Het is duidelijk dat Jezus bedoelde dat zijn discipelen zijn dood op de dag van het Pascha moesten gedenken, en dat was een jaarlijkse gebeurtenis. De Gedachtenisviering is derhalve al „dikwijls” gehouden gedurende de lange tijd dat de christelijke gemeente bestaat. In feite heeft de Gedachtenisviering reeds 1952 maal plaatsgevonden.
4 De klasse der „andere schapen” is gaan beseffen dat er nog een andere belangrijke verandering van zienswijze is. In plaats dat zij van het brood en de wijn gebruiken, zoals velen van hen dit vroeger in een kerk deden, blijkt hun situatie nu ’rechtgezet’ te zijn: zij zijn toeschouwers. Waarom is dit zo, en kunnen wij aan de hand van de Schrift bewijzen dat er bij deze gelegenheid zowel toeschouwers als deelnemers kunnen zijn? — 2 Kor. 13:11; 2 Tim. 3:16, 17.
5. (a) Beschrijf de fundamentele stappen die iemand moet doen om voordeel te trekken van Jezus’ slachtoffer. (b) Waarom heeft God op een speciale wijze gehandeld ten behoeve van 144.000 navolgers van Christus Jezus?
5 Wil iemand voordeel trekken van het door Christus Jezus verschafte „zoenoffer”, dan moeten er bepaalde stappen worden gedaan, ongeacht of hij verwacht hemels leven te zullen ontvangen of de hoop koestert in het aardse Paradijs te leven. Deze fundamentele stappen zijn de volgende: (1) nauwkeurige kennis van Gods Woord verwerven (Rom. 10:13-15); (2) geloof oefenen (Hebr. 11:6); (3) berouw (Matth. 4:17); (4) bekering (Hand. 3:19); (5) zich opdragen (Luk. 9:23); en (6) de doop (Matth. 28:19). Pas nadat deze stappen zijn gedaan, gaat God op een speciale wijze handelen ten aanzien van iemand die hij uitkiest om tot de 144.000, de „kleine kudde”, te behoren. Met welk doel? Opdat zo iemand een geestelijke zoon van God wordt die het vooruitzicht heeft samen met Christus Jezus priester en koning te zijn (Openb. 20:4, 6). Thans is er nog maar een overblijfsel van zulke geestelijke zonen in leven, en zij zijn het die terecht van de symbolen gebruiken. Dit verklaart dan ook waarom verreweg de meeste getuigen van Jehovah toeschouwers zijn en niet zelf van de symbolen gebruiken.
Het Pascha en de Gedachtenisviering
6. Waarom hebben sommigen beweerd dat de „andere schapen” van de symbolen dienen te gebruiken, en welke vraag rijst hierdoor?
6 Sommigen hebben het idee geopperd dat de in aantal groeiende, talrijke „andere schapen” van de symbolen dienen te gebruiken. Hun redenatie is, dat „aangezien de Wet een schaduw heeft van de toekomstige goede dingen”, en aangezien een van de vereisten van de Wet was dat zowel Israëlieten als besneden inwonende vreemdelingen het Pascha moesten houden, dit zou inhouden dat beide klassen „schapen” die zich in de ’ene kudde’ onder de ’ene herder’ bevinden, van de Gedachtenissymbolen moeten gebruiken (Hebr. 10:1; Joh. 10:16; Num. 9:14). Dit doet een belangrijke vraag rijzen: Was het Pascha een voorafschaduwing van de Gedachtenisviering?
7. In welke opzichten was het Pascha „een schaduw . . . van de toekomstige goede dingen”?
7 Het is waar dat bepaalde onderdelen van de paschaviering in Egypte ongetwijfeld in Jezus werden vervuld. Paulus vergelijkt Jezus met het paschalam als hij zegt: „Christus, ons pascha, is geslacht” (1 Kor. 5:7). Dat het bloed van het paschalam op de deurposten en de bovendorpel werd gespat, verzekerde de eerstgeborene in elk Israëlitisch huis van redding. Evenzo ontvangt „de gemeente van de eerstgeborenen, die ingeschreven zijn in de hemelen,” door het sprenkelen van het bloed van Christus redding of „verlossing door losprijs” (Hebr. 12:23, 24; Ef. 1:3, 7). Bovendien mocht geen been van het paschalam gebroken worden, en ook dit werd in Christus Jezus vervuld (Ex. 12:46; Ps. 34:20; Joh. 19:36). De bewering is derhalve juist dat het Pascha, in bepaalde opzichten, een van de vele onderdelen van de Wet was waardoor „een schaduw . . . van de toekomstige goede dingen” werd verschaft. Al deze onderdelen wezen vooruit naar Christus Jezus, „het Lam Gods”. — Joh. 1:29.
8-10. (a) In welk belangrijke opzicht met betrekking tot het bloed verschilde het Pascha van de Gedachtenisviering? (b) Hoe wordt door de verbonden die verband houden met de Gedachtenisviering nog een verschil beklemtoond? (c) Tot welke conclusie leidt dit ons?
8 Niettemin was het Pascha niet in strikte zin een voorafschaduwing van het Avondmaal des Heren. Waarom niet? Toen het Pascha in Egypte werd ingesteld, werd het vlees van het geroosterde lam gegeten, maar er werd niets van het bloed van het paschalam genuttigd. In tegenstelling hiermee gaf Jezus toen hij de Gedachtenis aan zijn dood instelde, degenen die toen aanwezig waren specifiek de opdracht om zijn vlees, gesymboliseerd door het brood, te eten en zijn bloed, gesymboliseerd door de wijn, te drinken (Ex. 12:7, 8; Matth. 26:27, 28). In dit zeer belangrijke aspect — het bloed — was het Pascha geen voorafschaduwing van het Avondmaal des Heren.
9 Er is nog iets wat niet over het hoofd mag worden gezien. Jezus besprak twee met elkaar verband houdende verbonden met zijn discipelen, „het nieuwe verbond” en ’een verbond voor een koninkrijk’ (Luk. 22:20, 28-30). Beide verbonden hadden te maken met het feit dat de gebruikers van de symbolen ervoor in aanmerking kwamen om samen met Christus Jezus priesters en koningen te zijn. Maar in Israël kon geen enkele besneden inwonende vreemdeling ooit priester of koning worden. Ook in dit opzicht bemerken wij een onderscheid tussen het paschafeest in Israël en het Avondmaal des Heren.
10 Tot welke conclusie leidt dit ons dus? Het feit dat de besneden inwonende vreemdeling van het ongezuurde brood, de bittere kruiden en het paschalam at, vormt er nog geen bewijs voor dat degenen die in deze tijd tot de „andere schapen” des Heren behoren en die bij de Gedachtenisviering aanwezig zijn, van het brood en de wijn moeten gebruiken.
De belangrijkheid van het bijwonen van de Gedachtenisviering
11. Om welke belangrijke redenen dienen de „andere schapen” de Gedachtenisviering bij te wonen?
11 Wordt hier echter door te kennen gegeven dat het voor de klasse der „andere schapen” niet belangrijk is aanwezig te zijn bij de Gedachtenisviering? Beslist niet! Dit is een gelegenheid voor alle met schapen te vergelijken volgelingen van Jezus om hem in een zeer speciaal opzicht te gedenken. Bij die gelegenheid overdenken de „andere schapen” dat zij op grond van hun geloof in het vergoten bloed van Christus reeds in die mate voordelen hebben ontvangen dat zij nu door Jehovah worden beschouwd als personen die ’hun lange gewaden gewassen hebben en ze wit hebben gemaakt in het bloed van het Lam’. Daarom kunnen zij ’dag en nacht heilige dienst verrichten in Gods tempel’ (Openb. 7:14, 15). Zij kunnen hun gedachten er ook over laten gaan dat zij ’Jehovah, rechtvaardigheid en zachtmoedigheid’ moeten blijven zoeken in de hoop om op „de dag van Jehovah’s toorn” gespaard te worden en daarna de vreugde te smaken tot menselijke volmaaktheid te geraken. Ten slotte kunnen zij werkelijk rechtvaardig worden verklaard door Jehovah en dit zal gebeuren nadat Jezus het Koninkrijk aan zijn Vader heeft overgedragen. — Zef. 2:2, 3; 1 Kor. 15:24; Openb. 20:5.
12. Welke voordelen werpt het af naar de Gedachtenislezing te luisteren?
12 Nog een belangrijke reden om aanwezig te zijn, is het feit dat de waarheden die tijdens de Gedachtenislezing worden besproken, deel uitmaken van „de diepe dingen Gods”, het ’vaste voedsel dat bij rijpe mensen behoort’, niet slechts de melk van de „grondleer” (1 Kor. 2:10; Hebr. 5:13–6:1). De schriftuurlijke toespraak zal onze waardering verdiepen voor de liefde die Jehovah heeft getoond door zo’n wonderbaarlijke Koninkrijksregeling tot zegen van de menselijke familie te treffen. Ook biedt het samenkomen op die avond een gelegenheid om ’oplettender het oog gericht te houden op de Voornaamste Bewerker en Volmaker van ons geloof, Jezus’. Nooit mogen wij de liefde die Jezus voor ons heeft getoond, noch het lijden dat hij heeft ondergaan, als iets vanzelfsprekends aanvaarden (Hebr. 12:2, 3). Bovendien kunnen wij het er allen over eens zijn dat veel van de kostbare gedachten die Jezus tijdens de instelling van de Gedachtenisviering met zijn apostelen besprak — gedachten betreffende eenheid, liefde en de verheerlijking van Jehovah’s naam — tot nut van zowel de „kleine kudde” als de „andere schapen” zijn.
Liefdevolle bezorgdheid voor allen tonen
13. Waarom is het belangrijk de symbolen onder alle aanwezigen te laten rondgaan?
13 Het is belangrijk dat alle aanwezigen op het Avondmaal des Heren herinnerd worden aan de door Jezus ingestelde procedure. Het aan elkaar doorgeven van het brood en de wijn draagt ertoe bij onze waardering voor de heilige dingen welke juist die avond zijn besproken, te verdiepen. Ook wordt elkeen hierdoor in staat gesteld kenbaar te maken wat zijn toekomstverwachtingen zijn — hemels of aards leven.a Door de juiste procedure te volgen, is de gemeente in eendracht met wat er die avond over de gehele aarde gebeurt. — 1 Kor. 14:40.
14. Hoe kunnen de ouderlingen liefdevolle bezorgdheid tonen voor een van de gezalfden die op de avond van de Gedachtenisviering ziek is?
14 Stel nu dat een van de gezalfden in een gemeente ziek is en de Gedachtenisviering niet kan bijwonen. Wat dan? Welnu, er dient alle mogelijke moeite te worden gedaan om een van de ouderlingen met de symbolen naar die zieke christen toe te laten gaan, en indien dit gelegen komt, kan de ouderling enkele passende opmerkingen maken voordat hij de symbolen aanbiedt en vervolgens met een passend gebed besluit. Wat zal de zieke zich aangemoedigd voelen! Zulke daden van liefdevolle bezorgdheid bevorderen een geest van liefde in de gemeente. — Ps. 133:1.
15. Beschrijf enkele andere manieren waarop respect getoond kan worden voor het Avondmaal des Heren.
15 Er zijn nog meer interessante vragen gesteld over de te volgen procedure en de soort van symbolen die tijdens de Gedachtenisviering gebruikt dienen te worden. De antwoorden op deze vragen vindt u op bladzijde 19 onder „Respect tonen voor het Avondmaal des Heren”. De verantwoordelijke ouderlingen zouden er goed aan doen de daar gegeven richtlijnen zorgvuldig op te volgen.
16, 17. (a) Welke vraag hebben sommigen gesteld betreffende het gebruiken van de symbolen tijdens het Avondmaal, en alleen wie kan die vraag beantwoorden? (b) Hoe verschaft God degenen die door zijn geest verwekt zijn, daarvan het overtuigende bewijs?
16 Er zijn sommigen die worden gekweld door twijfels of zij gerechtigd zijn van de symbolen te gebruiken. Deze vraag komt soms op in de weken voordat er weer een Avondmaalviering op komst is. Dikwijls zijn zulke vragen afkomstig van personen die nog maar kort met Jehovah’s Getuigen verbonden zijn. Behoort u tot degenen die zulke twijfels in hun geest hebben? Hoe kunt u vaststellen wat de juiste handelwijze is?
De noodzaak van zelfonderzoek
17 Paulus beval het volgende aan met betrekking tot het Avondmaal des Heren: „Laat iemand eerst zichzelf goedkeuren na zich nauwkeurig te hebben onderzocht, en laat hij aldus van het brood eten en van de beker drinken” (1 Kor. 11:28, 29). Hebt u opgemerkt dat Paulus zegt dat u degene bent die uzelf moet ’goedkeuren na u nauwkeurig te hebben onderzocht’? Natuurlijk is het niet verkeerd om met een rijpe christen over zo’n ernstige aangelegenheid te spreken, maar u bent degene die moet bepalen in welke persoonlijke verhouding u tot Jehovah en zijn Zoon staat. God laat niemand van de 144.000 in twijfel verkeren. Ons wordt de verzekering gegeven: „De geest zelf legt getuigenis af met onze geest dat wij Gods kinderen zijn.” Het is Gods geest die in het hart van ieder lid van Christus’ lichaam de overtuiging wekt dat hij een van Gods geestelijke zonen is. De uitverkorene weet dit en hoeft hiervoor geen bevestiging te vragen aan iemand anders in de gemeente. — Rom. 8:15, 16.
18. Welke historische feiten met betrekking tot de „andere schapen” zijn belangwekkend voor ons?
18 De moderne geschiedenis van Jehovah’s Getuigen toont aan dat men sinds 1931 via de Koninkrijksboodschap meer aandacht begon te schenken aan de „andere schapen”. Vervolgens werd in de op 31 mei 1935 gehouden lezing „De grote schare”b duidelijk uiteengezet dat de „grote schare” die de apostel Johannes in een visioen zag, identiek was met de „andere schapen”. Wat betekende het dat er nu meer aandacht aan de „andere schapen” werd geschonken? Dat het niet anders kon of de bijeenvergadering van de „kleine kudde” liep ten einde en dat voor Jezus de tijd gekomen was om, door middel van de bediening van „de getrouwe en beleidvolle slaaf”, zijn aandacht op de bijeenvergadering van de „andere schapen” te richten. — Matth. 24:45-47.
19. Welk persoonlijke onderzoek kan raadzaam zijn voor de nieuweren die er aanspraak op hebben gemaakt tot de gezalfden te behoren?
19 Met het voorgaande in gedachten zeggen wij tot allen die nog maar kort met Jehovah’s volk verbonden zijn en die er misschien enige aanspraak op hebben gemaakt tot de gezalfde klasse te behoren: Onderzoek zorgvuldig uw verhouding tot Jehovah. Vraag u af: Is de hemelse hoop die ik belijd te bezitten misschien nog een overblijfsel van een kerkelijke leerstelling waarin ik vroeger geloofde en die erop neerkwam dat alle kerkleden naar de hemel gaan? Houdt mijn hoop op de een of andere manier verband met een zelfzuchtig verlangen of met emotionele gevoelens? Paulus zei: ’God kan onmogelijk liegen’ (Hebr. 6:18). Evenmin kan de ’geest der aanneming of adoptie’ liegen. Iedereen die werkelijk door Gods geest verwekt is, wordt daarom niet voortdurend door twijfels gekweld maar kan met een volkomen zuiver geweten zeggen dat hij een van Gods zonen is.
De viering in 1985
20. Hoe belangrijk is de Gedachtenisviering voor Jehovah’s Getuigen?
20 Het Avondmaal des Heren is voor alle ware christenen zonder twijfel de belangrijkste viering van het jaar. Wat belangrijkheid, doel of procedure betreft, is geen andere gelegenheid ermee te vergelijken. Derhalve zal, terwijl de aarde om haar as draait, waardoor de zon overal op aarde geleidelijk onder de kim daalt, elke gemeente van Jehovah’s Getuigen, of die nu groot is of klein, en elke geïsoleerde groep in gehoorzaamheid aan het gebod van de Meester bijeenkomen.
21. Welke gevoelens en verwachtingen dient de Gedachtenisviering van 1985 in het hart van Gods volk te wekken?
21 Alle met schapen te vergelijken discipelen zijn daarom verrukt over het vooruitzicht weer met elkaar een Gedachtenisviering mee te maken. Moge de viering dit jaar voor al Jehovah’s dienstknechten een tijd van opbouwende aanmoediging zijn. Mogen zij erdoor bezield worden met dezelfde geest van vertrouwen die hun grote Voorbeeld, Jezus Christus, bezat, die zei: „Schept moed! ik heb de wereld overwonnen.” — Joh. 16:33.
[Voetnoten]
a In één grote gemeente is het gebruikelijk geweest dat degenen die de symbolen uitreikten, aan het einde van elke rij zitplaatsen gingen staan en dan gebaarden naar de aanwezigen in de rij. Wie van de symbolen wenste te gebruiken, moest dit aan de uitreiker kenbaar maken. Zoals hierboven is uiteengezet, zou dit echter niet passend zijn.
b Deze lezing werd in Washington D.C. uitgesproken door J. F. Rutherford, de toenmalige president van de Watch Tower Bible and Tract Society.
Kunt u zich herinneren —
◻ waarom het Pascha geen voorafschaduwing van het Avondmaal was?
◻ welke zes stappen gedaan moeten worden voordat men voordeel van Jezus’ slachtoffer kan trekken?
◻ waarom het zo belangrijk is dat u de Gedachtenisviering bijwoont?
◻ waarom zelfonderzoek vóór de Gedachtenisviering nuttig is?
[Kader op blz. 19]
Respect tonen voor het Avondmaal des Heren
Te gebruiken symbolen
Ongezuurd brood: Er mag enkel brood worden gebruikt dat alleen van tarwebloem en water is gemaakt, zoals ongezouten joodse matses. Gebruik geen matses waaraan ingrediënten zoals zout, suiker, mout, eieren of uien zijn toegevoegd. U kunt uw eigen ongezuurde brood maken aan de hand van het volgende recept: Vermeng anderhalf kopje tarwebloem (gebruik indien dit niet verkrijgbaar is bloem van rijst, maïs of een andere graansoort) met één kopje water en maak hiervan een vochtig deeg. Rol het deeg vervolgens uit tot het zeer dun is. Leg het op een bakplaat en prik er met een vork flink wat gaatjes in. Bak het in een hete oven totdat het droog en knapperig is.
Wijn: Gebruik een onversneden rode druivenwijn zoals een chianti, bourgogne of bordeaux. Vermijd dessertwijnen waaraan wijnalcohol is toegevoegd of die met brandewijn zijn vermengd, zoals sherry, port of muskadel. Gebruik geen wijnen waaraan specerijen of kruiden zijn toegevoegd, zoals Dubonnet en andere wijnen die als aperitief worden gebruikt. Een eigengemaakte rode wijn mag ook worden gebruikt indien deze niet gezoet of gekruid is en er geen wijnalcohol aan is toegevoegd.
Voorbereidingen in de Koninkrijkszaal
Tafel voor de symbolen: Leg een schoon tafellaken op tafel met daarop voldoende borden en wijnglazen voor een doeltreffende uitreiking. Voordat de vergadering begint, mag het brood worden gebroken en de wijn worden ingeschonken. Jezus schiep wat dit betreft geen ritueel precedent. Indien de omstandigheden dit vereisen, kunnen de symbolen met een schone doek tegen insekten worden beschermd.
Uitreikers: Geef van tevoren instructies met betrekking tot de te volgen procedure, zodat er geen vertraging of verwarring ontstaat bij het uitreiken van de symbolen aan alle aanwezigen, met inbegrip van de spreker en de uitreikers.
Dienstverleners: Er dienen geruime tijd vóór het begin van de vergadering voldoende dienstverleners in de zaal aanwezig te zijn, zodat allen bij aankomst verwelkomd en van een zitplaats voorzien kunnen worden.
Bloemendecoratie: Er mag voor bloemendecoratie worden gezorgd, maar deze dient eenvoudig en smaakvol te zijn.
Hoe de vergadering verloopt
Tijd van de viering: Hoewel de lezing vroeger mag beginnen, dienen de symbolen pas na zonsondergang rond te gaan. Er dient plaatselijk te worden vastgesteld wanneer in uw woonplaats op 4 april de zon ondergaat.
Gedachtenislezing: De spreker dient zich goed voor te bereiden zodat hij zijn stof binnen de toegestane tijd kan behandelen. De lezing dient duidelijk en voor alle aanwezigen aanmoedigend te zijn.
[Illustratie op blz. 17]
De Gedachtenisviering verdiept onze liefde voor Jehovah en zijn Zoon