-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1976 | 1 juni
-
-
de mens vergoten worden, want naar Gods beeld heeft hij de mens gemaakt.” — Gen. 9:5, 6.
Dus ook al konden dieren worden gedood om te eten, mochten mensen niet worden gedood. Indien iemand een ander mens vermoordde — dus iemand het leven benam zonder daartoe gemachtigd te zijn en daardoor bloedschuld op zich laadde — verspeelde hij zijn eigen leven. En dit patroon moest zelfs toegepast worden als het dieren betrof die mensen doodden. Een dier zou natuurlijk niet weten dat het door een mens te doden een goddelijke wet had overtreden. Maar dit vereiste zou mensen er stellig van doordringen hoe kostbaar het leven van een mens is, want zelfs een stom dier kon een mens niet ongestraft doden.
Later gaf Jehovah in zijn Wet aan Israël een voorschrift met betrekking tot dieren die mensen doodden. Volgens Exodus 21:28-32 moest een stier die een mens had doodgestoten, doodgestenigd worden. Men begrijpt alom dat deze wet niet beperkt was tot stieren. Het geval van een stotige stier was in een agrarische gemeenschap heel begrijpelijk en het illustreerde wat men moest doen met een dier dat een mens doodde. Als het een mens van het leven had beroofd, moest hij dit met zijn eigen leven bekopen.
Zulk een consequentie is in tal van samenlevingen van mensen die van Noach afstamden, waar gebleken. In The International Wildlife Encyclopedia werd bijvoorbeeld opgemerkt: „Wanneer een tijger, om welke reden maar ook, een menseneter of veedoder is geworden, is de hand van een ieder tegen hem. Hele dorpen zullen uittrekken en niet rusten voordat hij gedood is, zelfs in gebieden waar de tijger bij de wet beschermd is.”
Sommige mensen bezien dit misschien louter als een maatregel ter zelfbescherming. Maar de verklaring in Genesis 9:5, 6 dient ons sterk te doordringen van de kostbaarheid van menselijk leven. Men kan iemand niet ongestraft van het leven beroven. Wij dienen er daarom naar te streven vrij te zijn van bloedschuld en het kostbare leven dat wij als mensen bezitten, te gebruiken tot eer van onze Levengever, Jehovah God. — Hand. 20:26, 27; Ps. 36:7, 9.
-
-
„Wie heeft de mooie bloemen gemaakt?”De Wachttoren 1976 | 1 juni
-
-
„Wie heeft de mooie bloemen gemaakt?”
Kinderen stellen vaak zulke vragen. Hoe beantwoordt u ze?
Naar de Grote Onderwijzer luisteren is een boek dat speciaal is ontworpen om u de juiste antwoorden te verschaffen. Lees met uw kind het hoofdstuk „Degene die alles heeft gemaakt”. Dit waardevolle, 192 bladzijden tellende, in hard kaft gebonden boek kost slechts ƒ 1,– (voor België 13 F; voor Suriname Sƒ 0,50).
-