Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w73 1/3 blz. 131-133
  • Koester geen wrok

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Koester geen wrok
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1973
  • Vergelijkbare artikelen
  • Esau
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Esau
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Jehovah is „de God die vrede geeft”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2011
  • Jakob krijgt de erfenis
    Leer van de verhalen uit de Bijbel
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1973
w73 1/3 blz. 131-133

Koester geen wrok

IEDEREEN scheen zich op een feestje te vermaken toen de heer des huizes arriveerde. Hij werd enthousiast door allen begroet — behalve door één. Waarom dat? Omdat de heer des huizes maanden voordien op een afscheidsfeestje de uitgestoken hand van deze man had genegeerd. Hij koesterde beslist een wrok, en hoe ongelukkig maakte het hem telkens wanneer hij het voorwerp van zijn wrok zag!

Bent u bij tijden haatdragend door een wrok te koesteren, zodat u zich ongelukkig voelt terwijl alle anderen om u heen zich schijnen te vermaken?

Hoe onverstandig! Ja, er zijn heel wat redenen waarom wij acht dienen te slaan op de bijbelse raad geen wrok te koesteren: „Gij moogt geen wraak nemen, noch een wrok koesteren tegen de zonen van uw volk; en gij moet uw naaste liefhebben als uzelf. Ik ben Jehovah.” — Lev. 19:18.

In de eerste plaats kunt u geen wrok tegen iemand koesteren zonder een afkeer van die persoon te hebben, en afkeer kan heel goed in haat ontaarden. Wat zegt de bijbel daarover? „Een ieder die zijn broeder haat, is een doodslager” (1 Joh. 3:15). Het kan zelfs tot werkelijke moord leiden, zoals in het geval van twee overlevenden bij een botsing van twee autobussen in Belém, in Brazilië. Zij vochten het uit met messen, met het gevolg dat de één werd gedood en de andere werd gearresteerd wegens moord. — New York Times van 21 juli 1972.

De bijbel geeft heel veel voorbeelden die aantonen waartoe wrok kan leiden. Om er slechts één te noemen, het geval van Esau. Hij koesterde een moorddadige wrok tegen zijn broer Jakob omdat Jakob de zegen van de eerstgeborene kreeg, die Esau aan hem had verkocht. Vandaar dat Jakob naar zijn oom Laban vluchtte totdat, om de woorden van zijn moeder aan te halen, „de woede van uw broer bedaart”. Als Jakob dat niet had gedaan, zou Esau hem ongetwijfeld hebben gedood uit ergernis dat zijn vader Isaäk hem niet de zegen van de eerstgeborene had gegeven. Toen zij elkaar echter na twintig jaar weer voor het eerst ontmoetten, had Esau een verandering van hart ondergaan, want wij lezen dat ’Esau hem tegemoet snelde en hem omhelsde en hem om de hals viel en hem kuste en zij barstten in tranen uit’. — Gen. 27:41-45; 33:4.

Wij denken misschien dat ons onrecht is aangedaan. Misschien hebben wij gelijk, hoewel wij ons ook zouden kunnen vergissen. Indien wij echter geen „wraak nemen” tegen degene die ons schijnbaar onrecht heeft aangedaan, kan het heel goed zijn dat de wond mettertijd heelt en zullen wij in staat zijn ’het verleden te laten rusten’.

Maar hoeveel beter is het niet om als Jozef, de lievelingszoon van Jakob, te zijn! Sommigen van zijn broers koesterden een wrok tegen hem omdat hij de lieveling van zijn vader was (en wegens de dromen die hij had waardoor te kennen werd gegeven dat zij zich voor hem zouden neerbuigen), en zij wilden hem doden. Maar doordat Juda tussenbeide kwam, werd hij in plaats daarvan in slavernij verkocht en belandde hij ten slotte op grond van een valse beschuldiging in de gevangenis. Koesterde hij echter een wrok tegen zijn broers wegens al dit kwaad dat hem overkwam? Volstrekt niet. Toen de rollen werden omgekeerd en zij aan zijn genade waren overgeleverd, nam Jozef geen wraak maar vergaf hij hun vrijelijk. — Gen. 45:1-8; 50:15-21.

Als wie wilt u zijn? Als degenen die zo’n wrok koesterden dat zij een moord wilden begaan, of als Jozef, die vergevensgezind en barmhartig was?

Er zijn verschillende redenen waarom men een wrok zou kunnen koesteren. Men kan zich gekrenkt voelen omdat iemand anders een onnodige niet-complimenteuze opmerking heeft gemaakt. Of het kan zijn dat men genegeerd of met geringschatting bejegend werd toen men vriendelijkheid wilde betonen. Of men kan zich gekwetst voelen omdat men schijnbaar op onrechtvaardige wijze of te streng terechtgewezen is.

Stel dat u iemand anders een niet-complimenteuze opmerking over u hebt horen maken. Schuilt er soms enige waarheid in de opmerking, zodat u zich daarom zo gekwetst voelt? Indien de opmerking totaal overbodig was, waarom zou u dan geen liefde beoefenen en vergevensgezind zijn, door niet het ergste van de persoon te denken? Misschien heeft hij achteraf wel beseft dat hij het beter niet had kunnen zeggen maar deinst hij er toch voor terug dit tegenover u toe te geven. Denk aan Jezus’ raad dat als wij anderen hun overtredingen tegen ons niet vergeven, God ons ook onze overtredingen tegen hem niet zal vergeven. — Matth. 6:12-15; 18:23-35.

Of heeft iemand u soms genegeerd of u geringschattend of onheus bejegend? Op een keer werd een ouderling in een christelijke gemeente door een christelijke vrouw op leeftijd benaderd, die hem vroeg waarom hij haar geringschattend had bejegend, of hij soms iets tegen haar had, en zo ja, wat hij dan tegen haar had. Hij stond verstomd, daar deze christelijke vrouw tot zijn beste vrienden behoorde en hij een hoge dunk van haar had. Hij was zich er niet van bewust geweest dat hij haar ooit geringschattend had bejegend; hij was juist altijd blij geweest haar te zien. Maar dit voorval bracht hem tot nadenken. Hij had lange tijd een wrok gekoesterd tegen iemand anders toen hijzelf — schijnbaar — geringschattend was bejegend. Nu besefte hij dat hij zich net zo vergist zou kunnen hebben als zij.

Dan is er ook de kwestie van terechtwijzing, die volgens ons misschien onnodig of te streng was. Hierdoor worden wij herinnerd aan wat een humorist eens vertelde. Soms gaf zijn vader hem een pak slaag voor iets wat hij niet had gedaan. Als hij klaagde, antwoordde zijn vader: ’Dat was dan voor de keer dat je iets hebt gedaan waarvoor je een pak slaag verdiende maar niet hebt gekregen.’ Wij moeten allemaal toegeven dat wij herhaaldelijk overtredingen hebben begaan zonder ervoor te zijn terechtgewezen. Voorts kunnen er ook omstandigheden zijn geweest waardoor wordt vergoelijkt dat de leidinggevende persoon extra streng was; of het kan heel goed zijn dat hij een sterker rechtvaardigheidsgevoel heeft dan wij. Stel uzelf in zijn plaats en u zult in staat zijn te vergeven en te vergeten.

Hoed u er dus voor wrok te koesteren. Neem niet vlug aanstoot, „want het nemen van aanstoot rust in de boezem der verstandelozen” (Pred. 7:9). U kunt geen wrok koesteren zonder zowel uzelf als anderen schade te berokkenen. En u zult uzelf waarschijnlijk niet alleen in fysiek opzicht, maar ook met betrekking tot uw geestelijke welzijn schade berokkenen. U kunt niet in een goede verhouding tot God staan als u niet in een goede verhouding tot uw christelijke broeder staat. Onze liefde voor God wordt zelfs getoetst door onze liefde voor onze broeders en zusters. De liefdevolle apostel Johannes bracht het aldus op krachtige wijze onder woorden: „Wie zijn broeder, die hij heeft gezien, niet liefheeft, kan God, die hij niet heeft gezien, niet liefhebben” (1 Joh. 4:20, 21). Wees dus verstandig, wees rechtvaardig, wees liefdevol, en u zult geen wrok koesteren.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen