Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Vragen van lezers
    De Wachttoren 1974 | 15 augustus
    • van een gelofte, terwijl er geen twijfel over zal mogen bestaan of hij hetgeen hij in zijn gelofte belooft, wel ten uitvoer zal kunnen brengen. Het zou dan anders veel beter zijn geen gelofte te doen.

      Maar als iemand nu pas later beseft dat hij overhaast en zonder er bij na te denken een gelofte heeft gedaan? Hij zal dan niet licht over de aangelegenheid heen dienen stappen maar moeten trachten zijn gelofte na te komen. Het feit dat dit misschien heel moeilijk voor hem is, zou daarvoor geen excuus zijn. Het was voor Jefta stellig niet gemakkelijk de gelofte na te komen die hij God had gedaan, toch loste hij deze gewetensvol in (Recht. 11:30-39). Onder het Wetsverbond was het een zonde een gezworen eed niet na te komen, zelfs al gebeurde dit niet opzettelijk. Het bracht niet de doodstraf maar vereiste wel een zondeoffer aan God. (Lev. 5:4-6; vergelijk Matthéüs 5:33.) Bovendien waarschuwde God dat hij ook al had hij degene die de gelofte had afgelegd, succes geschonken, wanneer deze daarna in gebreke bleef zijn gelofte in te lossen, „verontwaardigd” zou worden en ’teniet zou doen’ wat de persoon tot stand had gebracht (Pred. 5:6). Het niet nakomen van een gelofte kon dus, althans tot op zekere hoogte, leiden tot een onthouding van Gods gunst.

      Zij die momenteel met deze aangelegenheid te maken hebben, dienen zichzelf daarom eerst af te vragen of zij werkelijk in de schriftuurlijke zin van het woord een gelofte hebben afgelegd. Was het een persoonlijke belofte aan God van voorwaardelijke aard, zuiver privé, spontaan, onverplicht en niet in strijd met Gods uitdrukkelijke wil? Dan zal men elke krachtsinspanning in het werk moeten stellen om die in te lossen. Als men in gebreke is gebleven de belofte in te lossen, zal men de consequenties daarvan moeten dragen en moeten trachten Gods gunst te herwinnen. Misschien verkeert iemand in een dilemma, in die zin dat zijn gelofte (misschien een gelofte om ongehuwd te blijven) hem naar zijn mening in een zodanige positie heeft gebracht dat het gestand doen ervan dusdanige problemen met zich brengt dat hij het grote risico loopt bepaalde goddelijke maatstaven van gedrag, misschien betreffende moraliteit, te overtreden. Hij kan van mening zijn dat de enige manier om zichzelf tegen immoraliteit te beschermen, is gelegen in het niet nakomen van zijn gelofte, en zich daarbij dan te verlaten op Gods barmhartige vergevensgezindheid. Hij zal dit zelf moeten beslissen en niemand anders kan hem van zijn persoonlijke verantwoordelijkheid ontheffen of deze ten dele op zich nemen. Hij moet overeenkomstig zijn eigen geweten handelen.

      Uit een onderzoek zal vaak blijken dat hetgeen men voor geloften hield, in de schriftuurlijke zin van het woord geen geloften waren. Dit betekent natuurlijk niet automatisch dat daarmee onze verantwoordelijkheid ten einde is. Een christen zal zich er niet alleen om bekommeren geloften aan God te betalen, maar zal in alles wat hij zegt, betrouwbaar willen blijken door zijn „Ja”, „Ja” te laten zijn en zijn „Neen”, „Neen” (Matth. 5:33-37). Hij zal altijd oprecht trachten zich aan beloften of overeenkomsten jegens God of mensen te houden. Soms zal hij misschien een overeenkomst met iemand aangaan en later pas beseffen dat hij zich ernstige problemen op de hals heeft gehaald. Hij kan dan het beginsel volgen dat in Spreuken 6:1-5 wordt gegeven betreffende de man die zich borg heeft gesteld voor een ander, namelijk: „Ga u vernederen en bestorm uw naaste met voortdurende aandrang. . . . Bevrijd u.”

      Met betrekking tot het afleggen van geloften, ja, met betrekking tot alles wat hij doet, zal een christen denken aan het behoud van een goede verhouding tot Jehovah God.

  • Advertentie
    De Wachttoren 1974 | 15 augustus
    • Advertentie

      Ongehoorzaamheid aan ouders viert thans hoogtij, zelfs onder degenen die christenen beweren te zijn. Geeft u om uw kinderen?

      Indien ja, dan kunnen bijbelse beginselen u helpen hen op een godvruchtige wijze op te voeden. Lees gezamenlijk hoofdstuk 20, „Een gelukkig gezinsleven opbouwen”, in het boek De waarheid die tot eeuwig leven leidt.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen