Vreugde — de gehele dag

„Zie, mijn knechten zullen zich verheugen . . . Zie, mijn knechten zullen jubelen.” — Jes. 65:13, 14.

1. Welke ongelukkige toestanden van tegenwoordig maken de bewering dat men vreugdevol kan zijn, twijfelachtig?

WIE durft, met het oog op de huidige toestanden, te beweren dat men de gehele dag vreugdevol kan zijn? Iedereen weet dat wij thans niet in een denkbeeldig paradijs van geneugte leven, noch in een sprookjesland van vrolijkheid, zoals men wel eens in vertelselboeken leest. In plaats van ijdele dromers te zijn, die in een ’Hollywood’-filmwereld van komedie leven, moeten wij mensen de harde werkelijkheden van deze tragische wereld onder de ogen zien. De wrede tijden waarin wij leven, vervullen de harten en zinnen van de mensen voortdurend met twijfel, vrees, wantrouwen en haat, en deze gevoelens veroorzaken op hun beurt vreugde-dodende twist, gewelddaad, geestesziekte en zelfmoord op een tot nu toe ongekende schaal. Dit samenstel van dingen bevindt zich waarlijk in een zeer ongelukkige staat, en de machtige politici, geestelijken en geleerden jammeren, evenals het gewone volk, luid over deze deprimerende toestanden.

2. Hoe bezien politieke en religieuze leiders de huidige wereldtoestanden?

² Volgens een bericht in The Observer (Londen, 11 september 1960) heeft Sir Anthony Eden nog niet zo lang geleden bijvoorbeeld gezegd: „De vrije wereld is verbijsterd en verkeert in aanzienlijke mate in gevaar, ja, naar mijn mening in groter gevaar dan te eniger tijd sinds 1939.” John Sutherland Bonnell, een beroemd predikant van de presbyteriaanse kerk aan de Fifth Avenue in New York, verklaarde, toen hij een gehoor van meer dan 3500 personen toesprak die de algemene vergadering van de Verenigde kerk van Canada bijwoonden: „De huidige wereld is losgeslagen en moedeloos, is uit de koers geraakt en heeft geen duidelijk omlijnde doeleinden, geen ontwerp volgens hetwelk men kan leven, geen eensgezind voornemen en heeft God niet als geestelijk middelpunt. De ziel is leeg en ontgoocheld in dit atoomtijdperk.” — Regina Leader-Post van 19 september 1960.

3. En hoe zien de toestanden er door de bril van sommige geleerden uit?

³ Ook geleerden hoort men meehuilen met de rest. Onder de schrikaanjagende kop „De mens staat tegenover de ondergang, zegt professor” berichtte de Daily Telegraph and Morning Post (Londen, 31 augustus 1961): „Hedenavond liet prof. Sir Wilfrid Le Gros Clark, in zijn openingsrede te Norwich ter gelegenheid van de 123ste jaarvergadering van de British Association for the Advancement of Science [de Engelse vereniging ter bevordering van de wetenschap] de ernstige waarschuwing horen dat de mensheid tegenover het gevaar van de ondergang staat.” Dit nieuwsblad liet daarop een rechtstreekse aanhaling van Sir Wilfrid volgen: „De schrikaanjagende vraag begint zich thans voor te doen of de beschaving die de mensheid gedurende een periode van vele duizenden jaren langzaam en moeizaam heeft opgebouwd, een rampspoedige ontbinding kan vermijden ten gevolge van de niet te beheersen of althans onbeheerste strijd om de politieke macht of economische superioriteit. . . . Dit dient niet als een melodramatische verklaring te worden opgevat. Hierdoor wordt een waarheid onder woorden gebracht die heel duidelijk is voor ieder die zich de moeite getroost de tekenen der tijden te lezen. . . . De gevaren waardoor de eenheid van de mensheid thans wordt bedreigd, zijn werkelijk geweldig groot. En de tijd wordt zeer kort.” Stellig is de tijd thans zelfs nog korter dan toen deze heren de bovenaangehaalde woorden van vrees en angst lieten horen.

4, 5. Waarom dienen wij, ondanks deze toestanden, een beschouwing te wijden aan het onderwerp vreugde?

⁴ Waarom dient er dan in deze donkere nacht van wereldomvattende ellende en droefheid een beschouwing te worden gewijd aan de aangelegenheid van vreugde, een onderwerp dat volkomen ontijdig en onpraktisch lijkt? Dit komt doordat de grote Jehovah, de enige ware en levende God, de Schepper van hemel en aarde, heeft voorzegd dat er hier te midden van deze rampspoedige toestand een luid vreugdegejubel zou zijn. In feite heeft deze nauwkeurige Voorzegger van de toekomst gezegd dat er twee klassen van mensen in deze zelfde periode van de menselijke geschiedenis zouden leven. De ene klasse zou grote droefheid en ellende hebben; de andere zou buitengewone vreugde hebben. Lees Jehovah’s eigen profetische woorden, zoals deze zijn opgetekend door zijn dienstknecht Jesaja, in hoofdstuk 65, de verzen 13, 14:

⁵ „Zij, mijn knechten zullen zich verheugen, maar gij zult beschaamd staan; zie, mijn knechten zullen jubelen van hartevreugd, maar gij zult schreeuwen van harteleed en van gebrokenheid des geestes zult gij jammeren.”

6. Wat is het verschil tussen lichthartig gelach en het bezitten van ware vreugde?

⁶ In dit oude samenstel zijn er weliswaar velen in het amusementsbedrijf, vele pretmakers en allerlei clowns, om nog maar niet te spreken van personen die de zogenaamde „gelukspillen” verkopen, die allen veel lichthartig gelach teweegbrengen onder hen die „meer liefde [hebben] voor genoegens dan liefde voor God” (2 Tim. 3:4, NW). Men gelieve echter op te merken wat het verschil en het onderscheid is tussen geluk en ware vreugde. Iemand kan gelukkig, vrolijk en lichthartig zijn en zich overgeven aan veel gelach in het gezelschap van bepaalde vrienden of ten gevolge van de onmiddellijke omstandigheden. Dronkaards geven zich vaak over aan onstuimig gelach. Maar hebben zij ware vreugde? Absoluut niet. Want vreugde is veel dieper geworteld dan louter in een opwelling van lichtzinnigheid of in een kortstondige toestand van vrolijkheid en veel luidruchtig gelach. Vreugde is wel gedefinieerd als een diep gewortelde extatische gemoedsuiting. Zo lezen wij op bladzijde 1888 van de tweede uitgave van Webster’s New International Dictionary: „Vreugde is dieper geworteld dan verrukking, stralender of demonstratiever dan blijdschap.” Ze is niet gebaseerd op onmiddellijke en veranderende omstandigheden, maar op fundamentele beginselen van waarheid, op deugdelijke onwankelbare rede. Ware vreugde geeft iemand innerlijke kalmte, vrede en tevredenheid, een gevoel van vertrouwen en kracht dat sterk genoeg is om hem zelfs door een woedende storm van ongunstige omstandigheden heen te voeren.

7. Bezitten de volken en leiders der wereld ware vreugde?

⁷ Klaarblijkelijk bezitten de politici, de geestelijken en de geleerden van dit boze satanische samenstel van dingen, en allen die hen ondersteunen en volgen, niet deze ware vreugde, maar behoren zij, zoals hierboven is opgemerkt, tot degenen die „beschaamd staan”, die „schreeuwen van harteleed”, en die ’van gebrokenheid des geestes jammeren’. Ook Jezus heeft deze vreugdeloze klasse nauwkeurig beschreven in zijn grote profetie omtrent onze tijd, waarin hij zei dat de mensen „mat [zouden] worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen”. — Luk. 21:26, NW.

8. Wie zijn dan de enigen die de gehele dag vreugdevol zijn?

⁸ Wie vallen er dan in deze droevige wereld, in opzienbarende tegenstelling hiermee, in het oog doordat zij de gehele dag vreugde ten toon spreiden? Jehovah zelf identificeert hen als „mijn knechten”, dat wil zeggen aanbidders en getuigen van Jehovah die opgedragen zijn aan zijn dienst. Ook u, ongeacht wie u bent en waar u woont, kunt deze vreugdevolle mensen, Jehovah’s gezalfde getuigen en hun metgezellen, gemakkelijk herkennen, want zij zijn over de gehele bewoonde aarde verspreid in meer dan 194 landen en eilanden van de zee, terwijl zij meer dan 162 talen spreken. Deze dienstknechten van Jehovah zijn de enigen die dit identificatieteken ten toon kunnen spreiden, want deze ware vreugde is een deel van hun door Jehovah geschonken erfenis.

9. Is het iets willekeurigs van de zijde van Jehovah’s dienstknechten dat zij vreugdevol zijn?

⁹ Dat deze personen de gehele dag vreugdevol zijn, is niet iets willekeurigs van hun zijde. Het is veeleer een gebiedend vereiste voor alle openbare dienaren van Jehovah. De apostel Paulus, die onder inspiratie heeft geschreven, gebiedt: „Verheugt u altijd in de Heer. Nogmaals zal ik zeggen: Verheugt u!” „Verheugt u altijd” (Fil. 4:4; 1 Thess. 5:16, NW). U moet niet vergeten dat vreugde een van de vruchten van Gods geest is die christenen evenzeer moeten voortbrengen als geloof, liefde, vriendelijkheid, vrede, lankmoedigheid, goedheid, zachtaardigheid en zelfbeheersing. „Gij moet u verheugen voor het aangezicht van Jehovah, uw God, over alles wat gij onderneemt.” — Deut. 12:18; Gal. 5:22, 23, NW.

REDENEN TOT VREUGDE

10. Wat is een van de redenen waarom Jehovah’s volk zich altijd verheugt?

¹⁰ Behalve het feit dat Jehovah’s dienstknechten het gebod hebben ontvangen om zich „altijd” te verheugen, ’over alles wat zij ondernemen’, zijn er op zijn minst acht verschillende redenen waarom zij te allen tijde vreugdevol zijn. De eerste reden is wel hun kennis van de waarheid zoals deze is vervat in de bijbel. Zij hebben een kennis omtrent Jehovah’s heilige naam, een kennis van zijn eigenschappen, zijn voornemens, zijn beginselen, zijn wetten en wil met betrekking tot zijn schepselen. Deze kennis van de Waarheid bevrijdt zijn volk van welk angstig voorgevoel en welke twijfel maar ook. Ze bevrijdt hen van de vele smartelijke leugens, het bijgeloof en de vrees waardoor de mensheid in het algemeen wordt gekweld. Stellig een zeer dringende reden om zich te verheugen! — Joh. 8:32; 17:3, 17.

11. Noem nog een reden waarom Jehovah’s getuigen voortdurend vreugde hebben.

¹¹ Een tweede krachtige reden waarom Jehovah’s volk voortdurend vreugde heeft, is dat zij vergeving van hun zonden kunnen krijgen. Zulk een vergeving van zonden is mogelijk op basis van en krachtens de verdienste van Jezus’ kostbare loskoopoffer, en wordt hun ter beschikking gesteld op grond van hun geloof, opdracht en voortdurende gebeden. Hoe zouden zij vreugde kunnen hebben wanneer zij ter zelfder tijd een vergeefse strijd tegen de zonde zouden moeten voeren en voortdurend door een schuldig geweten zouden worden gekweld? Neen, in plaats daarvan sluiten zij zich met vreugdevolle dankzegging bij Paulus aan, toen deze zei: „Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, want . . . door bemiddeling van hem hebben wij de verlossing door losprijs door middel van diens [Jezus Christus’] bloed, ja, de vergeving van onze overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van zijn onverdiende goedheid.” — Ef. 1:3, 7, NW.

12. Wat is een derde reden voor deze vreugde?

¹² Een derde reden waarom Jehovah’s getuigen en hun metgezellen, in tegenstelling met alle anderen, vreugdevol zijn te midden van de huidige toestanden, is dat zij de historische gebeurtenissen van de afgelopen vijftig jaren aanvaarden als een overweldigend en afdoend bewijs waardoor te kennen wordt gegeven dat het koninkrijk van God, waar al zo lange tijd om is gebeden, in 1914 in de hemel werd opgericht. Wat Jezus met betrekking tot de christenen in de eerste eeuw zei, geldt zelfs nog meer in het geval van deze hedendaagse christenen: „Vele profeten en rechtvaardigen hebben begeerd de dingen te zien die gij aanschouwt en hebben ze niet gezien, en de dingen te horen die gij hoort en hebben ze niet gehoord.” De wonderbaarlijke tijd waarin wij leven, vormt derhalve nog een reden tot vreugde. — Matth. 13:17, NW.

13. Wat is de „getrouwe en beleidvolle slaaf”, en in welk opzicht voorziet deze slaaf in nog een reden waarom het volk des Heren verheugd kan zijn?

¹³ Jehovah heeft zijn dienstknechten in deze moeilijke tijden nog een vierde reden tot verheuging gegeven, want zijn Zoon, de Heer Jezus Christus, heeft „de getrouwe en beleidvolle slaaf” verwekt en deze over al zijn bezittingen aangesteld (Matth. 24:45-47, NW). Deze „slaaf”-klasse doet dienst als een aards communicatiekanaal voor Gods volk, waardoor hun een begrip wordt verschaft van Jehovah’s voornemens en zij leiding ontvangen bij het doen van zijn wil. Met zulk een leiding worden zij verlicht, versterkt en verenigd in hun aanbidding van de ene ware en levende God. Zonder dit communicatiemiddel zouden zij verstrooid en verloren zijn.

14. Waarin nog meer vindt Gods volk een bron van vreugde?

¹⁴ Nog een reden tot vreugde, en wel de vijfde reden, is de aangename omgang waarin Jehovah’s volk zich onderling verheugt, niet alleen in hun plaatselijke gemeenten, maar ook op hun grotere kring-, districts-, nationale en internationale vergaderingen. Zij vormen een ware christelijke maatschappij, want zij tonen een onvervalste liefde voor elkaar, terwijl zij het voordeel en het welzijn van hun broeders op het oog hebben. Over hen staat er geschreven: „Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, als broeders ook tezamen wonen.” — Ps. 133:1; 1 Kor. 10:24, NW.

15. Zet uiteen hoe het getuigeniswerk dat door Jehovah’s volk wordt verricht, nog een bron van vreugde is.

¹⁵ De dynamische activiteit van Jehovah’s getuigen vormt een zesde bron van vreugde, welke hierin is gelegen dat zij het goede nieuws omtrent Gods koninkrijk en de zegeningen die het de gehele mensheid biedt, aan anderen vertellen. Het delen van dit goede nieuws met anderen verschaft zowel de Getuigen als degenen die naar hen luisteren, grote vreugde. Zelfs de wereldling Mark Twain erkende dit beginsel toen hij schreef: „Droefheid kan wel voor zich zelf zorgen, maar om de volle waarde van een vreugde te verkrijgen, moet men iemand hebben met wie men haar kan delen.”

16. In welke drieledige voorspoed verheugen Jehovah’s getuigen zich?

¹⁶ De grote voorspoed van Jehovah’s christelijke maatschappij van getuigen, een zevende reden voor hun voortdurende lied van vreugde, is feitelijk drieledig. Niet alleen koesteren zij zich in de zonneschijn van een geestelijk paradijs ten gevolge van het licht der Waarheid, dat helderder dan ooit schijnt, niet alleen verheugen zij zich in de numerieke voorspoed van meer dan een miljoen actieve predikers in het veld, maar ook zijn zij uitermate verheugd over de materiële voorspoed die Jehovah zijn volk gegeven heeft in de vorm van nieuwe bijkantoren, nieuwe uitrusting om te drukken en prachtige nieuwe Koninkrijkszalen, die over de gehele wereld verrijzen!

17. (a) Wat is een achtste reden waarom de Getuigen zich de gehele dag verheugen? (b) Is er ook maar iemand die niet in dit voorrecht en deze vreugde kan delen?

¹⁷ De achtste, en in sommige opzichten de belangrijkste reden van alle, die niettemin gebaseerd is op de andere zeven redenen tot vreugde, is het voorrecht dat Jehovah’s getuigen en hun metgezellen bezitten om een aandeel te hebben aan de rechtvaardiging en heiliging van de grootste en heiligste naam in het hele universum, de naam Jehovah! Hun voorrecht in dit opzicht bestaat hierin dat zij zowel in hun gedrag als in hun bediening van prediken en onderwijzen, hun rechtschapenheid bewaren. Wat een voorrecht is dit! Denk eens aan, het voorrecht om het hart van de grote Jehovah te verheugen door een verstandige handelwijze van gehoorzaamheid te volgen en aldus te bewijzen dat de Duivel een leugenaar is. Indien Jehovah’s opgedragen dienstknechten wegens ouderdom of zwakte of wrede opsluiting in de gevangenis niets anders meer kunnen doen, dan putten zij toch hun diepste vreugde uit het grote voorrecht zelfs tot in de dood hun getrouwheid te handhaven! — Spr. 27:11.

18. (a) Zet uiteen waarom de mishandeling die de Getuigen hebben ondergaan, hun vreugde niet heeft gedood. (b) Wat hebben Jezus, Paulus en Jakobus in dit verband gezegd?

¹⁸ In de laatste jaren zijn duizenden getuigen van Jehovah in dictatoriale landen op duivelse wijze doodgemarteld omdat zij weigerden te schipperen ten aanzien van hun getrouwheid aan Jehovah. Door aldus onder satanische druk hun rechtschapenheid te tonen, hebben zij Jehovah’s hart verheugd. Omgekeerd heeft het Gods volk diepe innerlijke vreugde geschonken, hetgeen in werkelijkheid het geheim van hun sterkte is. Hun vijanden kunnen natuurlijk niet begrijpen hoe het mogelijk is dat „de vreugde van Jehovah” zulk een sterke toren en onneembare burcht is gebleken (Neh. 8:10, NW; vs. 11, NBG). Degenen die de bijbel liefhebben, zijn zich niettemin heel goed van deze grote waarheid bewust. Zij weten dat het deze zelfde vreugde was die de Getrouwe en Waarachtige Getuige, Jezus, werd voorgesteld en waardoor hij in staat werd gesteld de schande en het ondergaan van de dood aan een martelpaal te verduren (Hebr. 12:2, NW). In zijn Bergrede beloofde dit grote voorbeeld van het handhaven van rechtschapenheid dat zijn getrouwe volgelingen eveneens in deze vreugde zouden delen. „Gelukkig zijn zij die ter wille van de rechtvaardigheid zijn vervolgd, want hun behoort het koninkrijk der hemelen toe. Gelukkig zijt gij wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad tegen u spreekt om mijnentwil. Verheugt u en springt op van vreugde, want uw beloning is groot in de hemelen; zo immers hebben zij de profeten vóór u vervolgd.” Hieraan voegt de schrijver Jakobus toe: „Beschouwt het een en al vreugde, mijn broeders, wanneer u verscheidene beproevingen overkomen. Gelukkig is de man die beproeving blijft verduren, want nadat hij is goedgekeurd, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Jehovah beloofd heeft aan hen die hem blijven liefhebben.” — Matth. 5:10-12; Hebr. 10:34; Jak. 1:2, 12, NW.

VERMIJD DE GEVAREN VAN HET VERLIEZEN VAN VREUGDE

19. Vertel hoe sommigen in het verleden hun vreugde hebben verloren.

¹⁹ Toen Kaïn zag dat zijn broer Abel de voorkeur boven hem genoot, verloor hij zijn vreugde. God waarschuwde hem, maar Kaïn sloeg deze waarschuwing in de wind. Korach, Mirjam en anderen in de wildernis lieten zich door afgunst van hun vreugde beroven en dit tot hun eigen nadeel. Judas Iskariot liet toe dat een slechte hartetoestand hem langzaam maar zeker van zijn vreugde beroofde en ten slotte pleegde hij zelfmoord.

20. (a) Hoe kan geloof verhinderen dat wij onze vreugde verliezen? (b) Waarvan hangt geloof in grote mate af?

²⁰ Wij hebben geloof nodig om onze vreugde te behouden. Geloof is in niet geringe mate afhankelijk van persoonlijke bijbelstudie en ook van het geregeld bezoeken van gemeentelijke vergaderingen van Jehovah’s volk. Geloof zal ons helpen een van de grootste hinderpalen die vreugde in de weg staat, namelijk zich zorgen maken, te boven te komen. Laten wij in plaats van ons zorgen te maken, doen wat wij kunnen om aangelegenheden in het reine te brengen, en indien wij niets verder meer kunnen doen, maak de zaak dan tot een aangelegenheid van gebed en laat de kwestie vervolgens in de bekwame handen van Jehovah rusten.

21. Hoe kan waardering voor wat God voor ons heeft gedaan, een bescherming tegen het verliezen van geloof blijken te zijn?

²¹ Ook moeten wij, willen wij onze vreugde behouden, waardering hebben voor wat God voor ons heeft gedaan. Wanneer wij zulk een waardering bezitten, zullen wij niet toelaten dat de een of andere vorm van ongerechtigheid, zoals discriminatie of partijdigheid, ons van onze vreugde berooft. In plaats van ons door het kwaad te laten verharden, zullen wij ons er zachter door laten maken. Wordt er ten aanzien van ons discriminatie toegepast vanwege nationaliteit, cultuur, opvoeding of huidkleur? Laten wij dan in gedachten houden dat wij, ondanks dat alles zo uit zijn evenwicht is, nog steeds beter af zijn dan degenen ten opzichte van wie geen discriminatie wordt toegepast maar die de Waarheid niet bezitten en geen kennis van Jehovah’s voornemens hebben, precies zoals in Jezus’ dagen een slaaf die een christen was, veel gezegender was dan een vrije die geen gelovige was. Indien u een introvert bent en geneigd bent medelijden met u zelf te hebben omdat u verkeerd wordt begrepen, laat dan niet toe dat zulk een geestesgesteldheid uw vreugde langzamerhand doodt. Tracht veeleer de redenen te waarderen waarom u niet wordt begrepen, en indien u dit niet kunt, houd dan in gedachten dat Jehovah u wel begrijpt.

22. Hoe kunnen wij verhinderen dat fysieke of mentale ziekte ons van onze vreugde berooft?

²² Of is het probleem in uw geval dat u ziek bent of dat u fysiek of mentaal gehandicapt bent? Laat niet toe dat deze dingen ongemerkt uw vreugde wegnemen. Het lot van de fysiek blinden is beter dan dat van de geestelijk blinden! Bent u arm in materiële bezittingen? Denk dan aan wat Jezus zei over het penningske van de weduwe. Ook Paulus schreef dat hetgeen wij tot Gods zaak bijdragen, aanvaardbaar is overeenkomstig datgene wat wij bezitten en niet overeenkomstig datgene wat wij niet bezitten. Indien wij honderd procent geven, dan dragen wij, ongeacht hoe klein de bijdrage is, aan het geheel van de rechtvaardiging van Jehovah’s naam bij en zullen wij Jehovah’s goedkeuring hebben en eeuwig leven in zijn nieuwe ordening verwerven. Laat daarom het lijden dat voortvloeit uit fysieke of economische belemmeringen u niet van uw vreugde beroven! „In elk opzicht bevelen wij ons als Gods dienaren aan . . . als treurend, maar ons altijd verheugend, als arm, maar velen rijk makend, als niets hebbend en toch alles bezittend.” Verheug u daarom met dankzegging dat uw belemmeringen niet op geestelijk terrein liggen! — 2 Kor. 6:4, 10, NW; Luk. 21:1, 2.

23. Welke behulpzame aanmoedigingen geeft de apostel Paulus ons in dit opzicht?

²³ Of misschien zijn het de zwakheden van het vlees die ons licht van onze vreugde beroven. Laat u daardoor echter niet ontmoedigen. Herinner u hoe de apostel Paulus een strijd had te voeren tegen de zwakheden van het vlees. „Het goede dat ik wens, doe ik niet, maar het slechte dat ik niet wens, dát beoefen ik. . . . wanneer ik het juiste wens te doen, [is] het slechte bij mij aanwezig. . . . Ellendig mens die ik ben!” Toch werd Paulus hierdoor niet van zijn vreugde beroofd! Want hij vervolgt: „Wie zal mij verlossen van het lichaam dat deze dood ondergaat? God zij gedankt door bemiddeling van Jezus Christus, onze Heer!” Wat u te doen staat, is niet de strijd op te geven, maar er veeleer mee voort te gaan, hard voor uw lichaam te zijn en het als een slaaf te leiden tot het volbrengen van Gods wil. — Rom. 7:19, 21, 24, 25; 1 Kor. 9:27, NW.

24. Welke andere suggesties worden er gedaan opdat wij onder de druk van de tijd waarin wij leven, onze vreugde niet zullen verliezen?

²⁴ Behalve het toepassen van bovenstaande raadgevingen, zullen wij eveneens geholpen worden de gehele dag vreugdevol te zijn wanneer wij over een goed oordeel beschikken, juiste plannen maken en zelfbeheersing oefenen bij het verwezenlijken van dergelijke plannen. Neem als het ware de inventaris op en zie waarover u beschikt in de vorm van tijd, energie, geld en persoonlijke invloed. Beschouw in gebed wat u precies kunt doen met betrekking tot persoonlijke studie en predikingsdienst in het veld. Maak dan een begroting en neem in uw hart het vaste besluit u daaraan te houden. Wees terzelfder tijd niet fanatiek en ook geen extremist. Mensen die nooit genoeg kunnen doen en die overdreven gewetensvol zijn, gaan vaak zover dat zij een zenuwinstorting krijgen, en dit is zeker niet de manier om de gehele dag vreugdevol te zijn. Gebruik de geest van gezond verstand. Heb matige gewoonten. — 1 Tim. 3:2, 11; 2 Tim. 1:7, NW.

25. Verklaar hoe tevredenheid kan verhinderen dat iemand zijn vreugde verliest.

²⁵ Opdat wij vreugdevol zullen blijven moeten wij ook tevredenheid bezitten. Wij moeten niet alleen datgene wat wij bezitten, waarderen, maar wij moeten ook tevreden zijn om het zonder enkele dingen te stellen. Paulus had deze les geleerd en hij zei: „Ik heb geleerd om in welke omstandigheden ik ook verkeer, genoegen te nemen met wat ik heb.” „Wanneer wij daarom voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn.” Godvruchtige toewijding gepaard aan het genoegen nemen met wat men heeft, schenkt ons de verrukkelijke vreugde van tevredenheid zonder bezorgd te zijn. „[Werp] al uw bezorgdheid op hem . . ., want hij zorgt voor u.” — Fil. 4:11; 1 Tim. 6:6, 8; 1 Petr. 5:7, NW.

26. Wat is er nog meer nodig om vreugdevol te kunnen blijven?

²⁶ Nog een belangrijke factor in het behouden van vreugde is nederigheid en onderworpenheid aan theocratisch bestuur. Indien wij denken dat wij met betrekking tot een zeker dienstvoorrecht worden gepasseerd of genegeerd, laat dan niet toe dat teleurstelling u van uw vreugde berooft. Vergeet nimmer dat Jehovah zijn organisatie bestuurt en dat Hij de leden op hun plaatsen stelt zoals het de Schepper, en niet het schepsel, behaagt. Bevordering komt van geen enkele andere bron dan van Jehovah (1 Kor. 12:15-30; Ps. 75:7, 8 6, 7). Zorg er dus voor dat u niet de geest van opstandigheid bezit, want opstandelingen zijn nooit vreugdevol. Het is beter dankbaar te zijn en zich te verheugen over de dienstvoorrechten die men bezit, hoe klein ze ook mogen schijnen. De nederige zonen van de leviet Korach verklaarden: „Ik wil liever staan aan den drempel van het huis mijns Gods dan verblijven in de tenten der goddeloosheid.” — Ps. 84:11 10.

27. Voor welke andere gevaren moeten wij waken indien wij vreugdevol willen blijven?

²⁷ Wij moeten er ook voor waken dat kwaadwilligheid of wrok post vat in ons hart, want wij kunnen nu eenmaal niet met een wrok of met kwade gevoelens rondlopen en tegelijkertijd vreugdevol zijn. Kweek veeleer broederlijke genegenheid aan. Laat niemand u van uw vreugde beroven, ongeacht wat hij zegt of doet. Zoals er staat geschreven: „Wees niet te spoedig geërgerd in uw geest, want ergernis huist in den boezem der dwazen.” — Pred. 7:9.

28. Wat is, in tegenstelling met de wereld der mensheid, het gezegende lot van Jehovah’s getuigen, en waarom?

²⁸ De wereld der mensheid is tegenwoordig stellig zonder vreugde omdat ze Jehovah en zijn rechtvaardige wetten heeft verlaten. De vreugde van Jehovah’s dienstknechten is daarentegen bovenmatig groot, en wel omdat zij een sterk geloof bezitten, van grote waardering blijk geven, met gezond oordeel plannen maken voor hun activiteit, genoegen nemen met wat zij hebben en tevreden zijn met hun lot in het leven, zachtmoedig, nederig en onderdanig zijn en ten aanzien van elkaar broederlijke liefde en tedere genegenheid tonen.

29. Wat zijn bij wijze van herhaling enkele der belangrijkste dingen waarover Gods dienstknechten zich verheugen?

²⁹ Jehovah op zijn beurt geeft zijn dienstknechten vele dingen waarover zij zich de gehele dag kunnen verheugen. Zij hebben de waarheid, de waarheid over Jehovah en over zijn voornemens en wil met betrekking tot hen. Zij zien de vervulling van bijbelse profetieën en hebben de schitterende hoop van het Koninkrijk. Ten aanzien van hen is de voorziening van Christus’ loskoopoffer getroffen. Over hen is de getrouwe en beleidvolle slaaf als een besturend lichaam gesteld. Zij verheugen zich in grote voorspoed en dienstvoorrechten in nauwe omgang met de Nieuwe-Wereldmaatschappij. En bovenal hebben zij een aandeel in het zeldzame voorrecht iets bij te dragen tot de heiliging en rechtvaardiging van Jehovah’s kostbare naam.

30. Om welke alles overtreffende reden verheugen Jehovah’s getuigen zich, zoals dit lang geleden werd voorzegd?

³⁰ Om kort te gaan, Jehovah’s dienstknechten verheugen zich en jubelen de gehele dag omdat Jehovah met hen is, ja, in hun midden, om hen te zegenen en hen in hun getrouwheid en rechtschapenheid te schragen. Precies zo zou het volgens de profeet Zefanja in deze tijd van het einde onder Jehovah’s dienstknechten zijn. „Verheug u en wees vrolijk van ganser harte”, want „de HERE, uw God, is in uw midden, . . . Hij zal Zich over u met vreugde verblijden; . . . Hij zal over u juichen met gejubel.” — Zef. 3:14, 17.