Nostradamus — Hoeveel geloofwaardigheid bezitten zijn geschriften?
„HIJ VOORSPELT voornamelijk komend onheil; iets goeds laat hij slechts terloops en met grote tussenpozen op zijn bladzijden ter sprake komen.” Deze opmerking is niet afkomstig van een criticus, maar van een verdediger van Nostradamus, namelijk Charles A. Ward.a
Als de geschriften van deze 16de-eeuwse Franse astroloog zo veel rampspoed voorspellen, waarom zijn de mensen er dan tot op onze tijd zo in geïnteresseerd? Was hij door God geïnspireerd? Of was het een kwestie, zoals sommigen suggereren, van ’zo veel pijlen naar alle kanten af te vuren dat hij allicht wel iets moest raken’? Hoe kan men bovendien de grote populariteit verklaren van hen die evenals Nostradamus de toekomst voorspellen?
Waarom zo populair?
De geschiedenis leert dat een lange reeks van waarzeggers, astrologen, voorzeggers en profeten bereid is geweest tegemoet te komen aan de wens van vele mensen naar een of ander bovennatuurlijk visioen van de toekomst. Maar deze helderzienden danken hun populariteit niet aan de overweldigende nauwkeurigheid van hun voorspellingen en de duidelijke vervulling ervan. In plaats daarvan is ze grotendeels toe te schrijven aan het feit dat hun klanten nu eenmaal verzot zijn op magie.
P. Whitmore zegt bijvoorbeeld in zijn boek A Seventeenth Century Exposure of Superstition (Een zeventiende-eeuwse ontmaskering van bijgeloof) betreffende astrologie dat ’het de meest diepgewortelde vorm van bijgeloof was en nog steeds is’. Een voorzichtige schatting onthult dat momenteel alleen al in de Verenigde Staten ten minste 50 miljoen personen, of ongeveer één op elke vier Amerikanen, zich bezighouden met een of andere vorm van astrologie. Velen verwerven zich net als Nostradamus roem, fortuin en persoonlijke gunsten van de verknochte aanhangers van het occultisme doordat zij gebruik weten te maken van hun hoop en instelling ten aanzien van de toekomst.
Verslingerd aan horoscopen zoals anderen aan gokken, kunnen mensen gewoon verblind zijn voor de tekortkomingen ervan. In dit verband spreekt Eric Russell in zijn boek Astrology and Prediction (Astrologie en voorspelling) over een „schrikbarende vloed” die de meeste Europese astrologen en tijdgenoten van Nostradamus hadden voorspeld. Zij waren het erover eens dat alle planeten „in conjunctie met het waterteken Vissen zouden staan — een stellige aanwijzing dat de bekende wereld door water vernietigd zou worden. . . . Enkele fundamentalisten betoogden dat dit onmogelijk waar kon zijn; had God niet de regenboog aan de hemel geplaatst als een garantie dat nooit weer de sluizen van de hemel geopend zouden worden? . . . Scheepsbouwers maakten reusachtige winsten aangezien zij die het zich konden veroorloven, elk vaartuig huurden dat maar in de havens te krijgen was”. De wereld wachtte, maar er gebeurde niets.
Russell vervolgt: „De vluggere geesten onder de astrologen feliciteerden het christendom met de kracht van haar gebeden waardoor de rampspoed was afgewend, terwijl anderen misschien al naar een ander baantje uitzagen. Maar hoewel Europese astrologen een paar weken in pijnlijke verlegenheid waren, was het hele voorval binnen een maand of zo vergeten en kwamen bij astrologen al weer uitnodigingen binnen om de horoscoop te trekken van dat pasgeboren prinsje of die republiek.”
Astrologen voorspellen overigens in de buurt van april 1982 aardbevingen, overstromingen en droogten als gevolg van een constellatie waarbij de planeten zich op één lijn bevinden. Sterrenkundigen wijzen er echter op dat dit helemaal niet zo duidelijk het geval zal zijn. In plaats daarvan zullen de aarde en de acht andere planeten zich samen in een sector van 95 graden met de zon bevinden. Als er zich in 1982 een hevige aardbeving, overstroming of droogte zal voordoen (wat trouwens aanhoudend gebeurt), zullen vele personen ervan uitgaan dat de gebeurtenissen van dat jaar nauwkeurig door astrologen zijn voorspeld.
Hoe nauwkeurig?
Van de 946 voorspellingen die Nostradamus zou hebben geuit, wordt er van slechts zo’n 70 gezegd dat ze een of andere vervulling hebben gehad. Dat komt erop neer dat ongeveer zeven procent raak was. Met betrekking tot de ’successen’ merkt de Cyclopædia van M’Clintock en Strong op dat vele ’uitgekomen voorspellingen’ worden beschouwd als „onbeschaamde vervalsingen” van Nostradamus’ uitleggers, met inbegrip van de voorspelling over zijn eigen dood. Andere werden „in elkaar gezet nadat de gebeurtenissen waarnaar ze schijnen te verwijzen, hadden plaatsgevonden”. Sommige hebben een „geforceerde” toepassing en andere blijken in een aantal verschillende gebeurtenissen hun ’vervulling’ te vinden.
Wanneer astrologen toekomstige gebeurtenissen voorspellen, is het niet altijd mogelijk te bepalen hoe nauwkeurig zij zijn, aangezien men soms eeuwen op de vervulling moet wachten, zo er ooit een vervulling zal zijn. Als zulke zieners echter onderwerpen of gebeurtenissen aanroeren die verband houden met de bijbel, kan iemand gemakkelijker vaststellen uit welke bron de inspiratie van de profeet komt. Indien ze uit God is, dient zijn leer altijd in overeenstemming te zijn met Gods Woord de bijbel. — 2 Tim. 3:16; 2 Petr. 1:20, 21.
Nostradamus roerde enkele bijbelse kwesties aan. Met betrekking tot de toekomst voorzei hij „dat vóór de grote universele brand er zo veel grote overstromingen zullen plaatsvinden dat praktisch alle land door water bedekt zal zijn. Dit zal zo lang duren dat allen zullen omkomen en wij enkel uit volken- en landenbeschrijvingen zullen weten dat ze ooit hebben bestaan”. In Genesis 9:11 staat echter „dat nooit meer enig levend wezen door het water van de vloed zal worden uitgeroeid, en dat er zich nooit meer een vloed zal voordoen om de aarde te verwoesten” (Willibrordvertaling). Nostradamus zei: „Ik belijd openlijk dat alles uit God is.” Dit klinkt indrukwekkend, maar als zijn voorspellingen „uit God” waren, waarom zijn ze dan zo strijdig met Gods Woord?
Iets soortgelijks vinden wij bij zijn chronologische berekeningen. Ofschoon Nostradamus beweert dat hij ze verkregen heeft door „eenvoudig de Heilige Schrift als richtsnoer te nemen”, geeft hij ook toe dat zijn datering is „aangepast aan astronomische berekeningen”. Het klinkt overtuigend, maar zijn de twee met elkaar te rijmen?
Het wordt heel duidelijk dat Nostradamus zich weinig aan de bijbel gelegen liet liggen, maar dat boek gebruikte naar het hem uitkwam. Hoewel Nostradamus voor het uiterlijk trouw beleed aan de katholieke Kerk, verschaft de beschrijving die Charles Ward van hem geeft, niet alleen een goed beeld van de man zelf, maar ook een aanduiding uit welke bron zijn voorspellingen zijn beïnvloed:
„Wie is Nostradamus? . . . iemand die in raadsels spreekt, die in duistere bewoordingen over ’s mensen lot praat; een vermetel en tegelijk bedeesd man; eenvoudig, doch wie kan zijn diepte peilen? Een oppervlakkig christen, in zijn hart wellicht een heiden.”
Duidelijk of duister?
Nostradamus had er evenals andere voorspellers slag van om zijn woorden steevast zo te kiezen dat ze voor twee uitleggingen vatbaar waren. In zijn boek Astrology and the Popular Press zegt Bernard Capp: „Nostradamus was een meester in het hanteren van een opvallende dubbelzinnigheid waardoor zijn voorspellingen tot op de huidige tijd zijn blijven voortleven.”
Dit aspect van zijn kwatrijnen wordt ook beschreven door James Laver, die in zijn boek Nostradamus or the Future Foretold verklaart: „Deze vierregelige coupletten in een gewrongen Frans rijm dat noch aan de regels der dichtkunst noch aan de regels voor zinsbouw voldoet, zonder enige begrijpelijke volgorde achter elkaar geplaatst en wemelend niet alleen van woorden in een half dozijn vreemde talen maar ook van initialen, anagrammen en verzonnen namen — hoe kan men dan de hoop koesteren in zulke publikaties enige betekenis te ontdekken? En mocht die te vinden zijn, zou het dan de moeite waard zijn?”
In het voorwoord van zijn geschriften geeft Nostradamus toe „mysterieuze, duistere zinnen” te hebben gebruikt opdat hij „de toehoorders niet zou kwetsen”. Vervolgens geeft hij een draai aan Jezus’ woorden in Matthéüs 11:25: „Ik loof u in het openbaar, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat gij deze dingen voor de wijzen en intellectuelen hebt verborgen en ze aan kleine kinderen hebt geopenbaard.” In iedere tijd en iedere taal hebben Jezus’ discipelen zijn uitspraken echter begrepen. Nostradamus’ uitspraken blijven echter gemakshalve duister.
Nostradamus en het occulte
Nostradamus (14 dec. 1503—2 juli 1566) werd in het zuiden van Frankrijk geboren uit Frans-joodse ouders die de naam Notredame aannamen. Hij werd Michel de Notredame genoemd. Zijn ouders waren tot het katholicisme bekeerd. Er bestaan heel wat legenden over zijn jeugdjaren, maar de geloofwaardigheid van deze legenden, die twee van zijn verwanten optekenden, wordt eveneens in twijfel getrokken.
James Laver merkt op: „Recente onderzoekingen . . . hebben uitgewezen dat de edele en schilderachtige achtergrond die alle schrijvers over Nostradamus tot nu toe voor waar hebben gehouden, niet op feiten is gebaseerd.” Nadat Laver één zo’n legende heeft verhaald waarin Nostradamus voorspelt dat hij en een zekere edel man als avondmaal een zwart in plaats van een wit varken zouden eten, zegt hij: „Er bestaat natuurlijk geen bewijs dat dit verhaal waar is, . . . Hoe fascinerend deze verhalen ook zijn, laten wij maar erkennen dat de meeste gebaseerd zijn op het geloof van de latere biografen. Sommige van de verhalen . . . verschijnen voor het eerst in de zeventiende eeuw, andere stammen zelfs uit een nog latere tijd.”
In zijn pogingen de toekomst te voorspellen, hield Nostradamus zich intens bezig met horoscopie, magie, astrologie en het heidense ritueel van toverspreuken. In The Complete Prophecies of Nostradamus wordt door H. C. Roberts, zelf „een beoefenaar van het occulte”, gezegd: „Zonder enige twijfel lagen de methoden die Nostradamus voor het voorspellen van de toekomst aanwendde en de resultaten die hij verkreeg, buiten het raamwerk van de natuurkundige wetten. . . . krachten die wij tegenwoordig onder de algemene benaming ’buitenzintuiglijke waarneming’ rangschikken.”
Velen waren echter tegen zulke astrologische waarzeggerij gekant. Whitmore zegt: „De geschriften van de vroege kerkvaders . . . bevatten een herhaalde veroordeling van hen die onder het mom van het christendom oude heidense riten en vormen van waarzeggerij bleven beoefenen. Insgelijks hebben de vroege concilies van de Kerk de banvloek uitgesproken over astrologen, tovenaars en aanhangers van occulte wetenschappen. . . . Het Concilie van Trente [gehouden tijdens het leven van Nostradamus] stelde in ondubbelzinnige bewoordingen vast dat bisschoppen astrologische waarzeggerij in hun diocesen dienden te verbieden en erop moesten toezien dat alle boeken die deze kunst aanmoedigden, werden vernietigd.” Maar zette de katholieke Kerk deze uitspraken kracht bij door acties te ondernemen die met zulke aankondigingen in overeenstemming waren?
The New Catholic Encyclopedia onthult dat „astrologie door paus Julius II [1503-1513] werd aangewend om de dag van zijn kroning te bepalen en door Paulus III [1534-1549] om het juiste uur voor iedere vergadering van kardinalen vast te stellen. [Beide pausen waren tijdgenoten van Nostradamus] . . . Evenals de cultuur van het Romeinse Rijk was ook de Europese cultuur doortrokken van astrologie en hoewel de officiële leer van de Kerk ertegen gekant was, ondernam niemand de aanval op de gehele denkwijze die erachter stond”.
Wat was de denkwijze achter de occulte kunst van het maken van horoscopen? De Franse Grand Larousse Encyclopedique bevestigt dat „het christendom van mening was dat astrologie haar inspiratie in het demonisme vond”.
Voorspellingen die uitkomen
Kan iemand die van de bijbelse waarheid afvalt en een slaafse profeet van demonen wordt, nauwkeurig sommige toekomstige gebeurtenissen voorspellen? Ja, dat is mogelijk. In Deuteronomium 13:2-6 [1-5] gaf Mozes de waarschuwing (Willibrordvertaling): „Wanneer onder u een profeet opstaat of iemand die droomgezichten heeft, en hij u tekenen en wonderen aankondigt, en het teken of wonder dat hij voorspeld heeft komt uit, . . . geef dan geen gehoor aan wat die profeet of die dromer zegt. . . . Gij moet Jahwe uw God volgen, Hem vrezen, zijn geboden onderhouden . . . Die profeet of dromer moet ter dood gebracht worden.”
Het is dus niet louter toeval dat sommige voorspellingen van dergelijke valse profeten uitkomen. Dit kan gebeuren door de manipulatie van goddeloze geestenkrachten.
Vanaf het begin van de menselijke geschiedenis tot op heden hebben demonische krachten de geest van onderworpen mensen bewerkt. Deze misleide menselijke profeten worden geïnspireerd om uitspraken te doen die in overeenstemming zijn met de oogmerken der demonen, in Efeziërs 6:11 de „krijgslisten des duivels” genoemd. — Vertaling door prof. Brouwer.
Satan de Duivel en zijn demonen kunnen hele politieke stelsels manoeuvreren. Dit feit werd duidelijk gemaakt toen de Duivel Jezus alle koninkrijken der wereld liet zien en tot hem zei: „Al de macht en de pracht van die rijken zal ik je geven, . . . want ik heb er de beschikking over en kan ze geven aan wie ik wil” (Luk. 4:5, 6, Het Nieuwe Testament in de omgangstaal). Tijdens diezelfde ontmoeting met Jezus citeerde de Duivel zelfs gedeelten uit de bijbel in een poging om Jezus te verlokken en te misleiden. — Matth. 4:6.
Onderscheid maken tussen ware en valse profeten
Ware profeten van God moesten aan drie basisvereisten voldoen. Zij moesten (1) in de naam van God spreken — wat een valse profeet die de Hebreeuwse naam van God kende, zich ook zou kunnen aanmatigen; (2) de dingen die zij voorzeiden, zouden moeten uitkomen — wat bij valse profeten zowel door toeval als door demonische manipulatie zou kunnen gebeuren; en (3) hun profetieën moesten in overeenstemming zijn met Gods geopenbaarde Woord en geboden zoals die tot op hun tijd op schrift waren gesteld. — Deut. 13:1-4; 18:20-22.
Het is de derde belangrijke factor waarin Nostradamus en anderen vooral te kort schieten. Het feit dat zij liefhebberen in magie, het occulte en astrologie, ontmaskert hen, want niet één bijbelprofeet ondersteunt de aanwending van astrologie om met God in contact te treden!
De profeet Mozes sprak zich in duidelijke, ondubbelzinnige bewoordingen uit tegen profeten als Nostradamus. Onder goddelijke inspiratie zei hij: „Er dient onder u niemand te worden gevonden . . . die aan waarzeggerij doet, geen beoefenaar van magie, noch iemand die voortekens zoekt, noch een tovenaar . . . Want iedereen die deze dingen doet, is iets verfoeilijks voor Jehovah.” — Deut. 18:10-12.
De dienst die ware bijbelse profeten verrichtten, was er niet hoofdzakelijk op gericht toekomstige gebeurtenissen te voorspellen, zoals Nostradamus trachtte te doen. Hun voornaamste taak, zoals Eric Russell zegt, was „als een communicatiekanaal tussen de Schepper en zijn schepselen op te treden”. Kennis van de toekomst, zegt hij, werd in hun boodschappen „slechts als een bijprodukt” beschouwd.
Ook voorzeiden door God aangestelde bijbelse profeten nooit gebeurtenissen om louter de menselijke nieuwsgierigheid te bevredigen. Iedere profetie stond in verband met Gods wil, voornemen, maatstaven of oordeel (1 Kon. 11:29-39; Jes. 7:3-9). En aangezien het voornaamste doel van Gods ware profeten was om zijn morele maatstaven en wetten hoog te houden, behoefde men geen jaren te wachten om vast te kunnen stellen of men met een ware of valse profeet te doen had.
Welke waarde hebben derhalve de voorspellingen van Nostradamus? Charles Ward beschrijft hem als „een man die door koningen werd beloond; en toch heeft hij, voor zover wij dit kunnen overzien, hun geen enkele nuttige raad verschaft die hun leven een kalmer verloop kon geven, of één enkel gevaar van hun pad kon wegnemen”. „Hij is duidelijk geen profeet in de oude en Hebreeuwse betekenis van het woord — zoals Jesaja, Daniël, David of Johannes.”
[Voetnoten]
a Oracles of Nostradamus, bladzijde 36.
[Tabel op blz. 17]
volgens volgens
Nostradamus de bijbel
Aantal jaren van Adam tot Noach 1240 1656
Aantal jaren van de Vloed tot Abraham 1080 352
Aantal jaren van Abraham tot Mozes 515-516 425
Aantal jaren tussen Mozes en David 570 486
Aantal jaren van David tot Jezus 1350 1105