Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w59 1/12 blz. 709-716
  • Redding voor uw gezin en voor uw naaste

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Redding voor uw gezin en voor uw naaste
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • OP EEN JUISTE WIJZE DE LEIDING OVER HET GEZIN HEBBEN
  • HET VERDEELDE HUISGEZIN
  • Jehovah’s liefdevolle gezinsregeling
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1992
  • Blijvend voordeel door als gezin volgens de bijbel te leven
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1975
  • Het gezinsleven tot een succes maken
    U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven
  • Echtgenoten, aanvaardt uw verantwoordelijkheden als gezinshoofd
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1968
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
w59 1/12 blz. 709-716

Redding voor uw gezin en voor uw naaste

„Doch zo iemand de zijnen, en voornamelijk zijn huisgenoten, niet verzorgt die heeft het geloof verloochend, en is erger dan een ongelovige.” — 1 Tim. 5:8, SV.

1, 2. Hoe laten de hedendaagse toestanden op aarde zich met die van vóór de Vloed vergelijken?

HOEVEEL mensen op deze aarde staan er thans bij stil en beseffen dat zij zich voor het aangezicht van Jehovah God de Schepper in dezelfde positie bevinden als Noach kort voor Gods grote vernietigings- en reinigingswerk bekend als de Vloed? Jezus zei betreffende dit geslacht waarin wij thans leven: „Want zoals de dagen van Noach waren, zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn. Want zoals de mensen in die dagen voor de vloed waren — etend en drinkend, huwend en ten huwelijk gevend, tot de dag waarop Noach de ark inging; en zij sloegen er geen acht op totdat de vloed kwam en hen allen wegvaagde — zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn.” — Matth. 24:37-39, NW.

2 Het bericht over Noachs tijd vermeldt: „De HERE zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was . . . de aarde was vol geweldenarij” (Gen. 6:5, 11). Het kwaad dat de mensen in strijd met het goddelijke voornemen bedreven, maakte het noodzakelijk dat Hij hen van de aarde verwijderde, hetgeen Hij dan ook deed. Thans is de wereld eveneens van slechtheid en gewelddaad vervuld, zodat Jehovah wederom op het punt staat handelend tegen de kwaaddoeners op te treden. Evenals de grote God van liefde de rechtvaardige Noach met zijn gezin van de vernietiging redde, bestaat ook thans voor rechtvaardig gezinde afzonderlijke personen en gezinnen de gelegenheid gered te worden.

3. Welke boodschap moet aan de natiën worden bekendgemaakt, en door wie?

3 Aan een wereld die zich tegenover de universele vernietiging van Gods oorlog van Armageddon ziet geplaatst, moet het goede nieuws van redding worden bekendgemaakt. „Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten van degene die goed nieuws brengt, hij die vrede doet horen, die goed nieuws brengt van iets beters, die redding bekendmaakt, die tot Sion zegt: ’Uw God is koning geworden!’” (Jes. 52:7, NW) Met vreugde vervult Jehovah’s getrouwe volk deze profetie, zodat het goede nieuws van redding en vrede thans over de gehele wereld wordt verkondigd. Er worden grote offers gebracht ten einde erop toe te zien dat de waarschuwing voor de ophanden zijnde vernietiging en de weg der redding worden bekendgemaakt zodat miljoenen mensen de kennis kunnen verkrijgen die zij nodig hebben om te Armageddon van de voltrekking van Gods oordeel te worden gespaard. Deze boodschap wordt in de steden, in kleine dorpen en in landgebieden onder alle natiën gepredikt, zoals Jezus in Mattheüs 24:14 profeteerde: „En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.”

4. Welke voornaamste zorg kan de bedienaar van het evangelie in zijn ijver om zijn naasten te bereiken, wellicht over het hoofd zien?

4 IJverige dienaren van Jehovah doen hun uiterste best om hun naasten met dit levengevende Woord te bereiken. In het prediken en onderwijzen onder hen die een horend oor hebben, gaat veel tijd en energie zitten. Soms worden wij zo volledig door het brengen van redding tot onze naasten in beslag genomen, dat wij niet voldoende zorg en aandacht aan de redding van ons eigen gezin schenken. In feite dient ieders zorg echter in de eerste plaats naar zijn eigen huisgezin uit te gaan. De apostel Paulus zette deze regel in de volgende bewoordingen uiteen: „Doch zo iemand de zijnen, en voornamelijk zijn huisgenoten, niet verzorgt, die heeft het geloof verloochend, en is erger dan een ongelovige.” — 1 Tim. 5:8, SV.

5. (a) Wiens wegen moeten worden gevolgd, en waarom? (b) Welke plicht om te onderwijzen wordt gezinshoofden opgelegd?

5 De zorg voor het gezin is daarom een beginsel van Jehovah, en iedereen moet zich naar Zijn rechtvaardige wegen schikken. Jehovah zegt: „Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen . . . Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten” (Jes. 55:8, 9). De wegen die deze wereld er met betrekking tot gezinnen op nahoudt, zijn in strijd met Jehovah’s wegen. Een christen kan deze wereld niet volgen. Welk onderricht geeft Jehovah zijn volk met betrekking tot de zorg voor het gezin? Tot de vaders zegt hij: „Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat” (Deut. 6:6, 7). „Zet uw hart op al de woorden, die ik heden onder ulieden betuige, dat gij ze uw kinderen gebieden zult, dat zij waarnemen te doen al de woorden dezer wet. Want dat is geen vergeefs woord voor ulieden; maar het is uw leven; en door ditzelve woord zult gij de dagen verlengen” (Deut. 32:46, 47, SV). Deze woorden betekenen leven. Ze worden vooral tot de gezinshoofden gericht ten einde hun krachtens het goddelijke bevel de plicht op te leggen hun kinderen in de wegen van Jehovah te onderwijzen, wat tot redding zal leiden. Dit onderricht in de wind te slaan, zal rampspoedige gevolgen hebben.

6, 7. Welke plicht heeft de echtgenoot ten opzichte van de vrouwelijke leden van het gezin, en hoe wordt dit door de Schrift bewezen?

6 Door dit aan Gods uitverkoren volk gegeven onderricht wordt een steeds van kracht zijnd beginsel van zijn wet vastgelegd dat evenzeer op christenen in deze tijd van toepassing is. De voornaamste verantwoordelijkheid die God aan christelijke echtgenoten heeft gegeven, is voor hun gezin te zorgen en de redding van hun gezin te bewerken. Dit geldt voor alle leden van het huisgezin, met inbegrip van de vrouw, de moeder, de grootmoeder en de kinderen — zowel jongens als meisjes. Allen hebben evenveel recht op redding. Omdat in vele landen een zeer ondergeschikte positie aan de vrouw wordt toegekend, is het van het grootste belang dat christenen het goddelijke en niet het wereldse beginsel voor ogen houden.

7 De apostel Petrus — zelf een getrouwd man — schreef onder inspiratie van Gods heilige geest betreffende vrouwen: „Gij mannen, insgelijks, woont bij haar met verstand, aan het vrouwelijke vat, als het zwakste, eer gevende, als die ook mede-erfgenamen der genade des levens met haar zijt; opdat uw gebeden niet verhinderd worden” (1 Petr. 3:7, SV). Christelijke echtgenoten hebben daarom de goddelijke plicht het zwakkere vat gepaste eer te betonen. In sommige natiën en gebieden worden vrouwen niet in ere gehouden maar voorbijgezien; zij worden als inferieur beschouwd, als louter een stuk bezit, terwijl zij in sommige gevallen zelfs als slaven worden behandeld. De mannen denken: „Ik ben de man, zij is slechts de vrouw” of „Ik ben de echtgenoot, het hoofd, en de vrouw moet mij gehoorzamen. Haar plaats is mij te dienen.” Zij wordt niet als een persoonlijkheid of als een op zichzelf staand persoon erkend. Dit is echter niet christelijk. Hierdoor schenkt men geen ’eer aan het zwakkere vat’, dat in Gods ogen evenveel recht op redding heeft. Zij die Jehovah’s goedkeuring willen verwerven, moeten in zijn wegen wandelen.

8. In welk opzicht behandelt Jehovah God mannen en vrouwen gelijk?

8 Van personen van beiderlei sekse wordt dezelfde christelijke gedragslijn vereist. Niet alleen voor de echtgenote, maar ook voor de moeder, zuster, dochter en andere vrouwen van het huisgezin staat het recht op redding op gelijke wijze open. De apostel Paulus toont ons het juiste standpunt dienaangaande: „Hierbij is geen sprake van . . . slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk; gij allen zijt immers één in Christus Jezus” (Gal. 3:28). De voordelen van Jehovah’s onverdiende goedgunstigheid — welke op het slachtoffer van onze Here Jezus Christus is gebaseerd — zijn op zowel mannen als vrouwen van toepassing. Hij stort Zijn geest op personen van beiderlei geslacht uit. Dezelfde bevelen van Jehovah zijn van toepassing en dezelfde hoop op eeuwig leven wordt in het vooruitzicht gesteld.

9. Wat dient ieder gezinshoofd zich ernstig af te vragen, en wat zullen de gevolgen zijn wanneer hij hierin nalatig is?

9 Dat ieder christelijk gezinshoofd zich in het licht van deze beginselen de volgende vraag stelle: „Gaan de vrouwen van mijn huisgezin zozeer onder huishoudelijke plichten gebukt dat zij sloven zijn en van geestelijke voeding zijn verstoken?” Wanneer dit zo is, zullen zij geestelijk zwak worden en gevaar lopen hun erfenis te verliezen. Dit is voor echtgenoten werkelijk een zeer ernstige zaak, daar zij de verantwoordelijkheid voor deze gevaren moeten dragen. Veronderstel dat een vrouw, moeder, zuster of dochter door verwaarlozing geen voedsel voor haar natuurlijke lichaam zou krijgen en zwak en ziekelijk zou worden terwijl de echtgenoot zich in een goede gezondheid verheugt. Dit zou een schande zijn. De echtgenoot zou hiervoor zelfs voor de wet van het land strafbaar gesteld kunnen worden! Hoeveel te meer zal de wet van Jehovah God een echtgenoot die er door nalatigheid de oorzaak van is dat aan zijn zorg toevertrouwde personen geestelijk ziek worden of dood gaan, verantwoordelijk houden. Paulus toonde aan wat de juiste christelijke houding is, door te zeggen dat de man in alles precies zoveel zorg voor de vrouw moet tonen als voor zichzelf: „Laat ieder voor zich zijn eigen vrouw zó liefhebben als zichzelf.” — Ef. 5:33.

10. Hoe is de onderlinge verhouding tussen man en vrouw beschreven, en hoe worden de beste resultaten verkregen?

10 Een van de verantwoordelijkheden van de vader is, regelingen te treffen dat allen een aandeel in de noodzakelijke huishoudelijke plichten krijgen. Wanneer ieder in het gezin zijn of haar steentje bijdraagt, wordt de last gedeeld. Deze handelwijze is veel beter dan die van het hoofd dat zegt: „Laten de vrouwen maar voor de huishoudelijke problemen zorgen. Dat is vrouwenwerk.” De Here Jezus beschreef de verhouding waarin huwelijkspartners tot elkaar staan als een juk waaronder zij zijn samengebracht. Een juk of span ossen trekt gezamenlijk, en hierdoor worden resultaten bereikt. Daar christelijke echtgenoten en hun vrouw onder één juk zijn samengebracht, moeten zij de last van huishoudelijke en met de bediening gepaard gaande verantwoordelijkheden gezamenlijk dragen. Dit staat de echtgenoot niet toe vooruit te lopen in studie, velddienst of het bezoeken van vergaderingen. Wat theocratische vooruitgang betreft, moet hij ervoor zorgen dat zijn getrouwe vrouw gelijke tred met hem houdt. Zij zijn immers partners onder één juk dat zij zijde aan zijde trekken? Echtgenoten, houdt uw vrouw in het vooruitgaan tot theocratische rijpheid gelijke tred met u? Indien niet, is dit dan aan nalatigheid van uw zijde te wijten? Houdt in gedachten dat de sterke de zwakke moet helpen, hierbij — om het met de woorden van de apostel Petrus te zeggen — „aan het vrouwelijke vat, als het zwakste, eer gevende”. — 1 Petr. 3:7, SV.

OP EEN JUISTE WIJZE DE LEIDING OVER HET GEZIN HEBBEN

11. (a) Op welke wijze dient het hoofd van het gezin onderricht te geven? (b) Hoe is een gezin met een kleine gemeente te vergelijken?

11 De vader moet er als hoofd van het gezin voor zorgen dat allen die aan zijn zorg zijn toevertrouwd gelijke gelegenheden hebben zich met geestelijke zaken bezig te houden. Hiervoor is een goede organisatie nodig en het vereist een goed bestuurd, ordelijk huisgezin. Als eerste vereiste moeten er voorzieningen voor worden getroffen dat de waarheid aan het gezin wordt onderwezen. Alleen dàn kunnen de leden ervan de weg der redding bewandelen. De vorm van onderricht die nodig is om het gezin op deze juiste weg te houden, wordt in Gods Woord met het woord „inprenten” aangeduid (Deut. 6:7). In het Hebreeuws betekent „inprenten” herhalen, telkens weer opnieuw zeggen of door veelvuldige herhaling onderwijzen. Het is afgeleid van het grondwoord dat wederom doen betekent, ten einde een diepe indruk te maken. De vader moet als onderwijzer herhalen door de kennis van Jehovah God en Christus Jezus naarstig en ijverig steeds weer aan het gezin voor te houden. Tijd, geduld en zorg zijn noodzakelijke factoren. De vader die zich terdege om het welzijn en de redding van zijn gezin bekommert, zal zorgvuldig aan alle onderdelen van een goede theocratische organisatie in huis aandacht schenken, evenals de dienaar van een gemeente op elk kleine onderdeel toeziet dat voor de gezondheid van de gemeente noodzakelijk is. In een gemeente worden voorzieningen getroffen voor studie, lezen, gebed, vergaderingen, velddienst, het bezoeken van de zieken en bejaarden, enzovoorts. Zo dient het ook thuis te geschieden. Het hoofd van het gezin draagt de verantwoordelijkheid. Een gezin kan met een kleine gemeente worden vergeleken. Goede gezinnen vormen goede gemeenten. Een goed bestuurd christelijk huisgezin is de basis voor gezonde christelijke activiteit. Alle gezinsleden moeten over tijd beschikken om te studeren, te lezen, vergaderingen te bezoeken en te bidden. Een goede en verstandige vader zal hier voorzieningen voor treffen en aldus op een juiste wijze de leiding over zijn huisgezin hebben.

12. Hoe zal een schema helpen?

12 Hiertoe zal het gezin een schema nodig hebben. De vader dient de eerste te zijn die zich eraan houdt. Door zijn voorbeeld van zelfdiscipline zal hij de anderen van het gezin op een juiste wijze voorgaan. Dit schema moet een afgerond theocratisch programma omvatten waaraan het gehele gezin kan deelnemen. Het moet plaats bieden aan gezinsstudie, gezamenlijk lezen, vergaderingbezoek, deelname aan de velddienst, persoonlijke studie en vooral niet te vergeten het samenkomen voor gemeenschappelijk gebed. Het gezinshoofd dat voor al deze activiteiten een schema opmaakt, zal er stellig aan meehelpen dat zijn gezin wordt gered.

13. Welke vragen dient, een gezinshoofd zichzelf te stellen? Wat wordt vereist? Met welk doel?

13 Laat ieder christelijk gezinshoofd nu een ogenblik pauzeren en zich afvragen: „Hoe staat het met mijn theocratische gezinsschema? Wanneer heb ik als echtgenoot mijn gezin voor het laatst voor bijbelstudie bijeengebracht? Wordt de bijbel in dit huis geregeld door mijn gezin gelezen? Komen wij geregeld bijeen om van het kostbare voorrecht gebruik te maken ons in gebed tot de troon van onverdiende goedgunstigheid te wenden ten einde wijsheid en kracht te vragen voor het verrichten van theocratische dienst en opdat wij onze redding gezamenlijk kunnen bewerken?” Christelijke gezinnen die dit alles reeds in hun schema hebben opgenomen, weten heel goed welke zegeningen hieruit voortvloeien. Zij die dit nog niet hebben gedaan, zouden er goed aan doen aan deze godvruchtige gewoonten aandacht te schenken. Het gezinshoofd dat op een juiste wijze de leiding heeft, weet dat het zeer wenselijk is een schema voor de gezinsactiviteiten te hebben, maar hij weet ook dat er zowel voor hemzelf als voor het gezin discipline aan te pas komt om dit schema doeltreffend werkzaam te doen zijn. Jehovah God onderwijst zijn zonen en onderricht hen streng met het oog op hun welzijn. Met dat oogmerk moet ook de aardse vader zijn zonen onderwijzen en streng onderrichten: „Want welke zoon wordt niet door zijn vader streng onderricht? Maar indien gij zonder het strenge onderricht zijt waarvan allen deelhebbers zijn geworden, zijt gij werkelijk onwettige kinderen en geen zonen. . . . Geen enkel streng onderricht schijnt weliswaar op het ogenblik zelf vreugdevol te zijn, maar bedroevend; toch werpt het daarna voor hen die er door zijn geoefend, een vreedzame vrucht af, namelijk, rechtvaardigheid” (Hebr. 12:7, 8, 11, NW). Jehovah houdt zijn kinderen uit liefde op de weg der redding door hen te onderwijzen en streng te onderrichten; zo dient ook de menselijke ouder zijn kinderen te onderwijzen en streng te onderrichten ten einde hen op de weg der redding te houden.

14, 15. (a) Wanneer en door wie dient het onderricht te beginnen? (b) Welke methode van het toedienen van streng onderricht is juist en welke verkeerd?

14 Men dient met het onderrichten en opleiden van het kind al op zeer vroege leeftijd te beginnen. Bedenk hierbij dat het onderwijs van de moeder een grote plaats in het opleidingsprogramma ten leven inneemt. Zij prent juiste beginselen in de geest van het jonge kind in. De periode der kinderjaren is de leertijd; onderwijs de kinderen daarom wanneer zij nog jong zijn om eerbied voor Jehovah God en zijn Woord te hebben. Zowel moeder als vader moet volledig samenwerken om het kind in de wegen van rechtvaardigheid op te leiden. — 2 Tim. 1:5.

15 Streng onderricht moet in liefde worden toegediend. Een hardvochtig, dominerend of dictatoriaal optreden, alsmede geschreeuw, ongeduldigheid en onbehouwenheid behoren in het strenge onderricht van een godvruchtig huisgezin niet thuis. Ga veeleer met rede, vriendelijkheid, geduld, begrip, geluk, vastberadenheid en liefde te werk. Houd in gedachten dat Jehovah er in zijn liefde waardevolle tijd voor heeft afgenomen om ons te onderwijzen en dingen te verklaren. Zorg er daarom eveneens voor dat het gezin met liefde wordt bejegend.

16. Waarom is het niet voldoende slechts in een christelijk huisgezin te zijn geboren? Wat wordt nog meer vereist?

16 Er zijn er enkelen die de noodzaak van een zorgvuldige bijbelse opleiding voor kinderen niet naar waarde schatten. Zij schijnen de gedachte te zijn toegedaan dat het voldoende is in een christelijk huisgezin te zijn geboren, zoals men soms wel eens hoort zeggen: „Mijn zoon is in de waarheid geboren.” Niemand is in de waarheid geboren, want de geest van een pasgeboren kind is een onbeschreven blad papier. Koning David zei dan ook: „In zonde heeft mijn moeder mij ontvangen” (Ps. 51:7). Het is voor een kind niet alleen noodzakelijk in een christelijk huisgezin te zijn geboren, maar het moet ook opleiding ontvangen, want het jonge kind van een aan God opgedragen christen wordt „heilig” beschouwd (1 Kor. 7:14). Met de succesvolle onderwijzing van de jonge evangeliebedienaar Timotheüs werd in zijn kinderjaren begonnen. „Blijf gij echter bij wat u geleerd en toevertrouwd is, wèl bewust van wie gij het hebt geleerd, en dat gij van kindsbeen af de heilige schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid” (2 Tim. 3:14, 15). Alleen door opleiding, streng onderricht en onderwijzing in rechtvaardigheid kan de jonge geest tot het punt worden gebracht waarop het kind in een persoonlijke verhouding tot Jehovah God geraakt.

17. Wie zijn de beste metgezellen van het gezin, en hoe kunnen nuttige gewoonten worden verdorven?

17 Al deze nuttige gewoonten die tot de redding van uw gezin zullen leiden, kunnen echter door slechte omgang verloren gaan. „Wordt niet misleid. Slechte omgang verderft nuttige gewoonten” (1 Kor. 15:33, NW). Vermijd verkeerde omgang door het gezinsleven met goede en gezonde omgang te vullen. Ouders, neemt er de tijd voor om de kameraden en metgezellen van uw gezin te zijn. Echtgenoten, houdt in gedachten dat u de juiste metgezel van uw vrouw en kinderen bent. Bovendien moet er voor worden gezorgd dat het gezin gezonde ontspanning heeft, anders kan het gebeuren dat sommigen hun toevlucht tot verkeerde vormen van tijdverdrijf gaan zoeken.

18. Welk doel in het leven dienen christelijke ouders hun kinderen met het oog op hun redding voor te houden?

18 Is het levenspatroon dat u als ouders in uw kinderen tracht te ontwikkelen een levenspatroon dat tot hun redding leidt? Welke hoop of ambitie wordt in de geest van uw kinderen ingeprent? Worden zij met de gedachte vervuld dat het iets bewonderenswaardigs is in deze oude wereld een belangrijke positie te bekleden, of worden zij er diep van doordrongen dat zij beter kunnen hopen in de nieuwe wereld een belangrijk ambt te vervullen? Leert u hun dat zij zich in de failliete instelling der oude wereld moeten investeren, of worden zij opgeleid om als dankbare lofprijzers van de grote Schepper van hemel en aarde voor waarheid en rechtvaardigheid te leven? Wat is thans belangrijker voor kinderen: een goed bankbericht te hebben in de vorm van gespaarde guldens, of een goed bericht bij Jehovah in de vorm van gespaarde levens? Waarvoor worden uw kinderen opgeleid? Wordt hun de volle-tijd-zendingsdienst als een groot voorrecht, een gave van de Allerhoogste God zelf, voor ogen gehouden? Wordt er in hun geest geprent dat redding wordt verkregen door tot anderen te prediken? Aldus onderrichte kinderen zullen redders van levens worden, tot zegen van henzelf en anderen. Ouders die aan deze punten de juiste zorg besteden, zullen zowel hun gezin als hun naasten redden.

HET VERDEELDE HUISGEZIN

19. Welk onderricht wordt door Gods Woord aan een vrouw wier echtgenoot tegen de waarheid is, gegeven? Hoe is dit van toepassing, en met welke hoop?

19 Er zijn veel huisgezinnen waar één huwelijkspartner zich aan Jehovah heeft opgedragen om zijn wil te doen maar de ander niet. Zij zijn onder een ongelijk juk. De aan God opgedragen dienstknecht zal zich ten zeerste om de redding van zijn of haar huwelijkspartner bekommeren. De gelovige vrouw zal stellig trachten haar echtgenoot te redden. Dit kan een hartverscheurende taak blijken te zijn. Het kan zijn dat hij haar in boosaardige tegenstand zelfs verbiedt met hem of de kinderen over Gods Woord te spreken. Wat zal zij doen? De apostel Petrus gaf een rechtstreekse raad. Hij zei tot zulke vrouwen: „Indien sommigen aan het woord niet gehoorzaam zijn, [kunnen] zij door den wandel hunner vrouwen zonder woorden gewonnen worden, doordat zij uw reinen en godvrezenden wandel opmerken” (1 Petr. 3:1, 2). Wanneer een vrouw de echtgenoot niet door mondelinge prediking kan winnen, kan zij dit wellicht door haar gedrag, dat zeer krachtig kan zijn, bewerkstelligen. Verlies nimmer de hoop. Houd in gedachten wat de apostel Paulus schreef: „Want hoe kunt gij weten, vrouw, dat gij uw man zult redden?” — 1 Kor. 7:16.

20. Hoe dient de houding van een echtgenoot ten opzichte van een ongelovige vrouw te zijn? Is de huwelijksverhouding veranderd omdat hij de waarheid heeft aanvaardt?

20 Dezelfde overwegingen zijn van toepassing wanneer de situatie een gelovige echtgenoot met een ongelovige vrouw betreft. De apostel Paulus vervolgt zijn betoog namelijk door te zeggen: „Of hoe kunt gij weten, man, dat gij uw vrouw zult redden” (1 Kor. 7:16). Veel tact en liefde zijn noodzakelijk. De echtgenoot moet geduldig, hartelijk en verdraagzaam zijn. Dat hij nu een aanbidder van Jehovah is geworden, ontheft hem nog niet van zijn huwelijksverantwoordelijkheden, maar doet deze veeleer toenemen. De vrouw heeft niet alleen recht op de materiële noodzakelijkheden des levens, maar ook op gezelschap. De christelijke handelwijze staat een echtgenoot niet toe zich zo volledig door zijn aanbidding in beslag te laten nemen dat hij zijn vrouw nagenoeg veronachtzaamt.

21. Hoe kan een echtgenoot het door de apostel Paulus gevolgde beginsel ten aanzien van zijn vrouw toepassen, en wat zal hij niet doen indien hij zijn vrouw hoopt te winnen? Wat dient hij zichzelf af te vragen?

21 De echtgenoot die zijn vrouw voor de weg der ware aanbidding hoopt te winnen, zou er goed aan doen het beginsel in acht te nemen dat de apostel Paulus volgde ten aanzien van hen die hij trachtte te redden. „Ik ben den Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen . . . Ik ben den zwakken zwak geworden, om de zwakken te winnen; voor allen ben ik alles geweest, om in elk geval enigen te redden” (1 Kor. 9:20, 22). Hij leefde zich in hun toestand in. Hij had sympathie en consideratie voor hun problemen. Hij was niet dwaas of zwak, maar respecteerde hun overtuigingen, ook al wist hij dat ze verkeerd waren. Daar Paulus zelf uit de joodse religie afkomstig was, liet hij zich niet spottend over de aanhangers van deze religie uit noch gedroeg hij zich minachtend of onverdraagzaam ten aanzien van de joden die hij trachtte te redden. Hij wist dat hij slechts kon hopen hun leven te redden wanneer hij hun het begrip kon bijbrengen dat er een betere weg was. Insgelijks zouden echtgenoten er goed aan doen niet te spotten of onverdraagzaam te zijn; door dit wel te doen, zullen zij hun vrouw alleen maar verder afstoten. De echtgenoot kan zichzelf afvragen: „Hoe zou ik in die omstandigheden graag behandeld willen worden?” Hebt u dit vastgesteld, behandel haar dan op die wijze. Liefde moet de werkzame kracht zijn, zoals Paulus dit onder woorden brengt: „De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren . . . zij wordt niet verbitterd, . . . Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij. De liefde vergaat nimmermeer.” — 1 Kor. 13:4-8.

22. Wat zijn enkele van de problemen waaraan bedienaren van het evangelie het hoofd moeten bieden, en wat moeten zij doen?

22 Niemand wil in liefde voor zijn gezin tekort schieten, maar sommigen die een dienaarsambt in een gemeente bekleden, hebben het zo druk met gemeenteactiviteiten, comitévergaderingen en velddienst dat zij geen tijd met hun gezin kunnen doorbrengen. Wellicht maken zij zich er gemakkelijk vanaf door te zeggen: „Ik besef welk een zorg het allemaal vereist om de redding van mijn gezin te verzekeren. Ik houd van mijn vrouw en gezin en zie graag dat zij evenals mijn naaste worden gered, maar ik heb het eenvoudig zo druk met mijn bedieningsplichten dat ik gewoon geen tijd voor mijn gezin kan vinden. Zij zijn echter in de waarheid en klagen niet dat ik niet bij hen kan zijn.” Komt het er in werkelijkheid niet op neer dat wij al deze vereisten in een juist evenwicht met onze tijd moeten brengen? Zorg ervoor dat bij dit evenwicht ook een juist gewicht aan de belangen van uw gezin wordt gegeven. Jehovah God verwacht stellig niet van een man dat hij al zijn tijd aan gemeentewerkzaamheden besteedt — zoals het helpen van zijn broeders en zusters en naasten om redding te verwerven — en toch niet voor de redding van zijn eigen gezin zorgt. Vrouw en kinderen vormen de voornaamste verantwoordelijkheid voor een gehuwde man, zoals de apostel Paulus zegt: ’Zo iemand zijn huisgezin niet verzorgt, is hij erger dan een ongelovige.’ — 1 Tim. 5:8, SV.

23. Waarvoor moet hij in de eerste plaats zorgen, en waarnaar dient te worden gestreefd?

23 Het is dus veel en veel beter wanneer een broeder eerst voor de redding van de leden van zijn eigen huisgezin zorgt. Alleen in hun stoffelijke behoeften te voorzien, is niet voldoende. Om voor het noodzakelijke te zorgen, moeten wij eerst voor het geestelijke welzijn zorgen dat tot hun redding zal leiden. Wij allen willen in Gods nieuwe wereld leven. Bind het gezin hechter aaneen. Alle leden van het gezin moeten elkaar in de vreze Jehovah’s helpen aan de juiste zijde te staan. De grote strijd van Armageddon komt dichterbij. Streef ernaar om deze strijd met uw gehele gezin te overleven! Wanneer u dit doet, zullen groot geluk en vrede het gezegende deel van uw huisgezin zijn.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen