Leeft u in overeenstemming met uw geloof?
HET is moeilijker het christendom in praktijk te brengen dan het te prediken en het is eveneens gemakkelijker ernaar te luisteren dan het in praktijk te brengen. Om deze reden drong Jakobus er bij de vroege christenen op aan: „Weest daders des woords en niet alleen hoorders” (Jak. 1:22). Zelfs nadat Jakobus dit had geschreven, leefden niet alle christenen uit de eerste eeuw in overeenstemming met hun geloof. Ongeveer zesendertig jaar later bijvoorbeeld, bevatte de Openbaring aan Johannes de volgende dringende waarschuwing voor de christenen in Sardes: „Ik ken uw daden, ik weet dat gij de naam hebt dat gij levend zijt, maar gij zijt dood. Wordt waakzaam, en versterkt de overblijvende dingen die op het punt stonden te sterven, want ik heb uw daden niet volledig voor het aangezicht van mijn God volvoerd bevonden.” — Openb. 3:1, 2, NW.
Het is thans net zo als in de vroege kerk. Indien iemand niet in overeenstemming met het christendom leeft, is het in hem dood, evenals de hoop van zo iemand die slechts in naam christen is. Zoals de apostel Paulus had voorzegd, zijn er thans velen die een vorm van godvruchtige toewijding hebben, maar de kracht ervan niet blijken te bezitten (2 Tim. 3:1, 5, NW). Zij spreken wel over het christendom maar leven er niet naar.
„Maar ik leef in overeenstemming met mijn geloof” zegt u? Indien u dat naar waarheid kunt zeggen, is dat heel goed. Iemand die in overeenstemming met het christendom leeft, geeft er blijk van dat Gods Woord en heilige geest hun krachtige uitwerking op hem niet missen. Zijn leven is vrij van de liefde voor geld. Hij vermijdt niet alleen alle afgoderij en laat zich niet alleen zoals deze wereld door pleziertjes in beslag nemen, maar oefent zelfbeheersing om niet in de losbandige immorele gewoonten van de grote massa te vervallen. Iemand die in overeenstemming met het christendom leeft, houdt zich moreel rein om in aanmerking te komen voor een aandeel aan het laatste getuigenis dat over Gods koninkrijk wordt gegeven. Daardoor rust er geen bloedschuld op de ware christen. Door nauwlettend op zijn gedrag in deze aangelegenheden toe te zien, kan men de hoop koesteren Gods nieuwe wereld van rechtvaardigheid binnen te gaan. Is dit echter het enige wat het in overeenstemming met uw geloof leven, inhoudt? Neen, wij moeten nog iets anders in gedachten houden: Jezus zei namelijk: „Wie in zeer weinig onrechtvaardig is, is ook in veel onrechtvaardig” (Luk. 16:10). Laten wij eens zien hoe het met ons gesteld is ten aanzien van enkele aangelegenheden die minder belangrijk schijnen maar die ten zeerste verband houden met het feit of wij werkelijk in overeenstemming met ons geloof leven of niet.
VREEMDELINGEN WELKOM HETEN
Een van de dingen waaruit blijkt of wij in overeenstemming met ons geloof leven, is het betonen van liefde jegens de vreemdelingen in ons midden. Het bericht van de vrede, eenheid en bijbelkennis waarin Jehovah’s getuigen zich verheugen, heeft zich over de gehele wereld verbreid. Het doet ons aan het bezoek dat de koningin van Scheba aan Salomo bracht om zelf eens een kijkje te nemen, denken, wanneer duizenden vreemdelingen naar de christelijke gemeente komen om onze liefde, onze wijsheid en ons geloof vriendelijk te toetsen (1 Kon. 10:1). Willen wij deze bezoekers herkennen en hen behoorlijk kunnen begroeten, dan dienen wij eerst al onze mede-christenen in de gemeente te kennen. Kent u iedereen in uw gemeente bij naam? Doet u er moeite voor de anderen te leren kennen? Hoe zou u vreemdelingen aan leden van uw gemeente kunnen voorstellen indien u u er nooit om hebt bekommerd de namen van uw mede-aanbidders te weten te komen? Bent u de naam van een broeder vergeten, laat u er dan niet van weerhouden met hem te spreken. U zou misschien kunnen zeggen: „Ik ben, geloof ik, niet zo goed in het onthouden van namen, maar ik had er echt zin in even met je te praten. Hoe gaat het met je?”
Wanneer u al uw mede-christenen in de gemeente kent, bent u pas in staat bezoekers behoorlijk te begroeten. De vreemdelingen dienen aan te voelen dat de gehele „familie” van christenen waarvan u deel uitmaakt, het prettig vindt kennis met hen te maken, net als wanneer die vreemdeling uw huiskamer thuis kwam binnenstappen. Een bezoeker die door slechts een of twee personen in de gemeente wordt begroet, zou zich kunnen afvragen of de anderen helemaal niets om zijn aanwezigheid geven. Indien hij toevallig armelijk gekleed of van een ander ras is, zou hij kunnen denken dat dit de reden voor de koele ontvangst is. Hij zal dan zeker tot de gevolgtrekking komen dat u niet in overeenstemming met uw geloof leeft. Liefde verwarmt de sfeer op een vergadering van ware christenen en voorkomt enige overeenkomst met koude afzijdigheid van de mensen op een station.
Wanneer een vreemdeling uw christelijke bijeenkomst bezoekt, zou een van de manieren om hem te begroeten, kunnen zijn: „Goedenavond. Mijn naam is ———; ik geloof niet dat wij al kennis hebben gemaakt hè? Is dit uw eerste bezoek? Wij vinden het erg prettig dat u gekomen bent. Kent u iemand van ons groepje? Mag ik u voorstellen aan ———?” Uit een dergelijke warme tentoongespreide liefde zal een bezoeker net zoveel opmaken als uit de lezing die vanaf het podium wordt gehouden. Leef op die manier overeenkomstig uw geloof, dan is het mogelijk dat personen die uw gemeente bezoeken er net zo over denken als de koningin van Scheba, die zich als volgt tegenover haar gastheer uitdrukte: „Het is dus waar, wat ik in mijn land over u en uw wijsheid gehoord heb, maar ik geloofde de woorden niet, totdat ik kwam en het met eigen ogen zag; waarlijk, de helft was mij niet aangezegd.” — 1 Kon. 10:6, 7.
PRIVÉ-BIJEENKOMSTEN
De noodzaak om in overeenstemming met ons geloof te leven, geldt ook voor privé-bijeenkomsten van christenen. Bij dergelijke gelegenheden rust op de gastheer de verantwoordelijkheid erop toe te zien dat men geen „vakantie” neemt van de christelijke gedragslijn, die in harmonie is met de wijsheid van boven en met Gods geest (Jak. 3:17; Gal. 5:22-25). De toon van het gesprek, het gebruik van eten en drinken en de aard van eventuele muziek en dansen dienen de christelijke matigheid van de aanwezigen te weerspiegelen. Het is goed om in dit opzicht de raad van de apostel Paulus in gedachten te houden: „Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet, doet het alles ter ere Gods. Geeft noch aan Joden, noch aan Grieken, noch aan de gemeente Gods aanstoot; zoals ook ik allen in alles ter wille ben, niet om mijn eigen belang te zoeken, maar dat van zeer velen, opdat zij behouden worden.” — 1 Kor. 10:31-33.
Bent u net zo voorzichtig wanneer het erom gaat in overeenstemming met uw geloof te leven als Paulus? Indien iemand van het geloof zou afdwalen, dan zou dit niet aan enige zelfzuchtige nalatigheid van de zijde van Paulus te wijten zijn. Hoewel Gods Woord christenen toestaat met mate van vlees en dranken te genieten, weet de rijpe christen dat God hem desondanks niet toestaat van die bevoegdheid gebruik te maken indien een ander erdoor tot struikelen zou worden gebracht. Paulus verklaart: „Ziet toe, dat deze bevoegdheid van u niet tot aanstoot voor de zwakken worde. Door zó tegen de broeders te zondigen, en hun geweten, indien het zwak is, te kwetsen, zondigt gij tegen Christus.” „Laat van het goede, dat gij hebt, geen kwaad gezegd kunnen worden. Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in eten en drinken, maar in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, door den heiligen Geest. Het is goed geen vlees te eten of wijn te drinken, noch iets, waaraan uw broeder zich stoot.” — 1 Kor. 8:9, 12; Rom. 14:16, 17, 21.
Een christelijke gastheer moet voorzichtig zijn met het serveren van alcoholische dranken, opdat hij niemand aanstoot geeft of doet struikelen. In plaats dat u iemand wiens voorkeur u niet kent een alcoholhoudende verfrissing aanbiedt, dient u veeleer zijn geweten te beschermen en aanstoot te vermijden door hem te vragen wat hij zou willen drinken om zijn dorst te lessen. Indien hij wijn of een andere drank van dien aard wenst, kan hij u dit zeggen. Of u zou eenvoudig koffie, thee of een frisdrank kunnen serveren. Wanneer een christen de wens te kennen geeft zich van alcoholische dranken te onthouden, dient u zijn besluit te respecteren. Indien het hem zou hinderen wanneer u een dergelijke verfrissing gebruikt, dient u, terwille van hem, geen gebruik te maken van uw bevoegdheid. Ook dit is een onderdeel van het in overeenstemming met uw geloof leven.
BRUILOFTEN
Ook hierbij worden wij geconfronteerd met aangelegenheden die wij het ons niet kunnen veroorloven tijdens de opgewonden voorbereidingen voor een huwelijk over het hoofd te zien. De toekomstige bruid en bruidegom kunnen beslissen of er een receptie zal worden gehouden of niet. Zij dienen ook te beslissen of er al dan niet alcoholhoudende dranken op een dergelijk huwelijksfeest geserveerd zullen worden en daarbij rekening houden met de plaatselijke gewoonten en de personen die aanwezig zullen zijn. Op het christelijke paar rust de verantwoordelijkheid erop toe te zien dat de receptie op een christelijke wijze wordt gehouden, ongeacht wie in feite de kosten draagt. Niet alleen het serveren van wijn of soortgelijke dranken dient nauwgezet geregeld te zijn, maar de gehele gelegenheid dient de oprechtheid van hun christelijke geloofsbelijdenis te weerspiegelen. Waarom zou u, indien u een christelijk huwelijk sluit, een bruiloft geven die niet aan de christelijke maatstaven voldoet? Uw gasten zullen uw christendom naar de sfeer die er op de receptie heerst, beoordelen. Zorg ervoor dat u hun niet de indruk geeft dat u in uw hart nog een deel van de wereld bent.
Het blijkt niet gerechtvaardigd te zijn de leiding over een christelijke huwelijksreceptie of bruiloft aan een wereldse „ceremoniemeester” over te dragen om de gasten te amuseren. Indien er beroepsmusici worden gehuurd, is het de plicht van de toekomstige bruid en bruidegom nauwkeurig te bepalen welke soort van muziek aanvaardbaar is en welke niet. Muziek en dansen die onzedig zijn of onnodig luid en wild zijn beslist geen aanbeveling voor uw christelijke hoop en levenswijze.
Een christelijke bruiloft zal, evenals de huwelijkslezing zelf, de gezonde, godvruchtige houding die ware christenen ten aanzien van het huwelijk innemen, weerspiegelen. Wereldse recepties weerspiegelen gewoonlijk de onverantwoordelijke mening die de wereld er over de huwelijksverbintenis op nahoudt. Denk niet dat uw huwelijksreceptie geen succes zal zijn wanneer ze niet zo verloopt als de luidruchtige feesten van de wereld. Indien uw huwelijk zelf niet succesvoller is dan de wereldse huwelijken, staan u nog bittere teleurstellingen te wachten. Houd dus in gedachten dat Gods Woord zegt: „Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. Indien iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. . . . En de wereld gaat voorbij en haar begeren.” — 1 Joh. 2:15-17.
Hoe dient u dan de huwelijksreceptie te bezien, indien u besluit er een te geven? Beschouw ze als een gelukkige gelegenheid om overeenkomstig uw geloof te leven en uw huwelijk direct al in goede banen te leiden. Wanneer de verfrissingen zijn opgediend, zou er, indien u dat wenst, natuurlijk passende muziek gegeven kunnen worden en er zou gedanst kunnen worden, maar u zou voor deze gelegenheid nog iets anders kunnen organiseren. Misschien zou u met elkaar christelijke liederen tot lof van Jehovah kunnen zingen, of zou een gemengd koor waarvan de leden verschillende partijen zingen om een harmonieus geheel te krijgen, iets ten beste kunnen geven. Er zou, indien dit mogelijk is, ook instrumentale muziek ten gehore gebracht kunnen worden. Het zou ook heel goed zijn het zo te regelen dat verscheidene rijpe christenen die graag hun waardering voor Gods gave van het huwelijk en het geluk dat hun ten deel is gevallen doordat zij de bijbelse beginselen in hun huwelijksverhouding hebben toegepast, tot uitdrukking willen brengen, iets hierover zeggen of ervaringen vertellen. Er zou ook een beroep gedaan kunnen worden op christenen die gehoorzame kinderen in het geloof hebben grootgebracht, om met enkele woorden praktische raad te geven. Er zou op valkuilen gewezen kunnen worden alsook op de christelijke oplossing voor problemen waarmee gehuwde personen thans geconfronteerd worden.
Een programma in die zin vormt een prachtig getuigenis van het feit dat u werkelijk in overeenstemming met uw geloof leeft. Een dergelijke huwelijksreceptie zou voor de bruid en bruidegom die er ernstig naar streven een christelijke man en vrouw te zijn, een waardevol begin betekenen. Alle aanwezigen zouden erdoor opgebouwd worden. De wereldse familieleden of gasten die op een dergelijk feest aanwezig zouden kunnen zijn, zouden er niet aan twijfelen dat zij zich onder ware christenen bevonden. Zou u uw gasten een andere indruk willen geven? Leef dus ook in het geval van een bruiloft in overeenstemming met uw geloof.
GESCHENKEN GEVEN
Het geven van geschenken staat in nauw verband met bruiloften. Jezus vertelde ons hoe wij in dit verband in overeenstemming met ons geloof dienen te leven: „Ziet toe, dat gij uw gerechtigheid niet doet voor de mensen, om door hen opgemerkt te worden; want dan hebt gij geen loon bij uw Vader, die in de hemelen is. Wanneer gij dan aalmoezen geeft, laat het niet voor u uitbazuinen, zoals de huichelaars doen in de synagogen en op de straten, om door de mensen geroemd te worden” (Matth. 6:1, 2). Dit wil niet zeggen dat u zich nooit kunt identificeren als de gever van een geschenk. Jezus veroordeelde het ongepaste geven dat wordt gedaan om door de mensen gezien te worden. Ook het geven van geschenken in een geest van wedijver of het geven dat iemand in verwarring brengt, is verkeerd (Gal. 5:26, NW). Wanneer u geschenken geeft, is het mogelijk dat u in gebreke blijft in overeenstemming met uw geloof te leven.
In sommige landen houden vrouwen er bijvoorbeeld van een „shower” (een stortvloed) te organiseren waarbij zij het geschenken doen „regenen” op iemand die het verdient. De manier waarop deze „shower” wordt gehouden, bepaalt of deze aanvaardbaar is voor christenen of niet. De manier om in groepsverband iets aan te bieden, is te vermelden dat alle geschenken van „ons” afkomstig zijn, en na te laten de speciale gever van ieder geschenk te identificeren (Rom. 15:26). Of indien u daaraan de voorkeur geeft, zou het eveneens gepast zijn indien er één door alle aanwezigen getekende kaart met de geschenken werd overhandigd. Door deze christelijke methode om de geschenken in groepsverband aan te bieden, zult u niet in de verleiding komen meer uit te geven dan u zich kunt veroorloven of de fout te begaan dat u ’opzichtig geurt’ met uw bezittingen (1 Joh. 2:16, NW). Indien het geschenk van een arme weduwe wordt geopend en het naast uw prachtige cadeau komt te liggen, zal er geen sprake zijn van enige onwillekeurige vergelijking waardoor een van de armen des Heren gekwetst zou kunnen worden. Het dient zo te zijn dat zelfs de armste niet schroomt om een dergelijke „shower” bij te wonen.
Pas er voor op dat, wanneer u een geschenk geeft of uw getekende kaart wordt voorgelezen, het niet is alsof uw edelmoedigheid in het openbaar wordt „uitgebazuind”. Een dergelijke bekendmaking zou in feite voor Jehovah en mensen een aanduiding zijn dat u in gebreke bent gebleven in overeenstemming met uw geloof te leven. Indien u echter iemand, een familielid of een intieme vriend misschien, wanneer dan ook een geschenk wilt geven, staat het u wel vrij uzelf als de gever ervan te identificeren, mits u het cadeau onder vier ogen geeft. — Matth. 6:3, 4.
Het is duidelijk dat het in overeenstemming met ons christelijke geloof leven, iets is wat voor de hele dag geldt. Het betekent meer dan zich vrij te houden van het materialisme, het krankzinnige najagen van genoegens, afgoderij en immoraliteit. Het houdt meer in dan ijverig het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken. Indien uw geloof levend is, zal alles wat u doet erdoor beïnvloed worden.
Houd echter in gedachten dat God u niet vraagt of uw broeder in overeenstemming met zijn geloof leeft. De vraag is: „Leeft u in overeenstemming met uw geloof?” Bepaal u ertoe nauwlettend en godvruchtig op uw eigen gedrag te letten en niet op dat van uw broeder. Een deel van uw geloof bestaat erin uw medechristen op de weg ten leven aan te moedigen door hem altijd een goed voorbeeld te geven. Laat uw broeder zien wat een vreugde en zegeningen u geniet omdat u werkelijk in overeenstemming met uw geloof leeft. Dan zal hij ook in overeenstemming met zijn geloof willen leven. Ziet u de wijsheid hiervan? Dan geldt voor u wat Jezus zei: „Indien gij dit weet, gelukkig zijt gij als gij het doet.” — Joh. 13:17, NW.