Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w70 1/5 blz. 287
  • Vragen van lezers

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vragen van lezers
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
  • Vergelijkbare artikelen
  • Inschrijving
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Inschrijving
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Joab
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Joab
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
w70 1/5 blz. 287

Vragen van lezers

● Waarom was het voor koning David een zonde een volkstelling te houden, zoals in hoofdstuk 24 van 2 Samuël wordt bericht? — M. C., V.S.

Wij moeten eerlijk zeggen dat wij dit niet met zekerheid weten, aangezien de bijbel ons niet precies meedeelt in welk opzicht dit een zonde was. Wanneer wij echter goed over dit voorval nadenken, wordt het ons duidelijk dat Jehovah beslist niet onrechtvaardig of wreed was in de manier waarop hij deze zaak behandelde.

Het verslag vermeldt: „De toorn van Jehovah [ontbrandde] tegen Israël, toen David tegen hen werd opgezet met de woorden: ’Ga, houd een telling onder Israël en Juda.’ Derhalve zei de koning tot Joab, de overste van de strijdkrachten, die bij hem was: ’. . . [schrijf] het volk in, en ik zal stellig het aantal van het volk weten.’ Maar Joab zei tot de koning: ’Moge Jehovah, uw God, zelfs nog honderd maal zoveel aan het volk toevoegen als het nu is, terwijl mijn heer de koning het met eigen ogen ziet. Maar wat mijn heer de koning betreft, waarom heeft hij behagen gevonden in deze zaak?’ Ten slotte zegevierde het woord van de koning over Joab . . . En Davids hart ging hem slaan nadat hij het volk aldus had geteld. Dientengevolge zei David tot Jehovah: ’Ik heb zeer gezondigd in hetgeen ik gedaan heb.’” — 2 Sam. 24:1-10.

Het houden van een volkstelling was niet verboden in Israël. Niet lang na de exodus uit Egypte sprak God tot Mozes over het opnemen van het totale aantal van de zonen van Israël . . . bij wijze van telling van hen”. Hierdoor werden alle mannen geteld die ervoor in aanmerking kwamen militaire dienst te verrichten, en er werd hoofdgeld van hen genomen voor de dienst van de tabernakel (Ex. 30:11-16; Num. 1:1-3). Ook werd er een telling gehouden kort voordat Israël het Beloofde Land binnenging. — Num. 26:1-4.

Met het oog hierop hebben commentators verschillende mogelijke redenen genoemd waarom Jehovah Davids volkstelling als een zonde beschouwde. Sommigen hebben gedacht dat David zondigde door niet het hoofdgeld te innen, zoals God bij dergelijke gelegenheden eiste. Anderen zijn de mening toegedaan dat de koning van zwakheid blijk gaf doordat hij te weten wilde komen hoe groot zijn militaire strijdmacht was, in plaats dat hij voor de overwinning op God vertrouwde, ongeacht hoe groot zijn strijdmacht ook was. Weer anderen zeggen dat David misschien aan menselijke trots heeft toegegeven en zich wilde beroemen op Israëls belangrijkheid en heerlijkheid.

Zoals echter reeds is opgemerkt weten wij nu eenmaal niet waarom Davids volkstelling een zonde was. Wat hij deed, was absoluut fout, want Satan was degene die, David ertoe [aanzette] Israël te tellen” (1 Kron. 21:1). Zelfs Joab, die zijn eigen driften en ambities af en toe de overhand liet hebben op wat juist was zag de verkeerdheid van Davids volkstelling in. Wij lezen dat „Joab het woord van de koning verfoeilijk had gevonden” (1 Kron. 21:6). Wij zijn thans ver van de feiten verwijderd, maar als Davids tijdgenoten wisten dat deze daad absoluut verkeerd was, moet er een basis voor hun conclusie zijn geweest. Houd in gedachten dat zelfs David, toen het werk klaar was, beleed: „Ik heb zeer gezondigd in hetgeen ik gedaan heb.” — 2 Sam. 24:10.

Als straf op deze zonde veroorzaakte Jehovah drie dagen van pestilentie, waardoor 70.000 Israëlieten werden gedood (2 Sam. 24:12-16). Was dit onrechtvaardig? Stierven 70.000 onschuldige mensen als gevolg van de zonde van de koning? De bijbel toont duidelijk aan dat wij allemaal zondaars zijn die de dood verdienen; het is uitsluitend aan Gods onverdiende goedheid te danken dat wij leven (Rom. 3:23; 6:23; Klaagl. 3:22, 23). Degenen die stierven, hadden dus niet een speciaal „recht” op het leven. Zou bovendien enig mens thans met zekerheid kunnen zeggen dat die 70.000 zich niet aan een ernstige zonde schuldig hadden gemaakt welke niet in het historische verslag wordt genoemd?

Sta hier eens bij stil en denk na hoe Jehovah in het verleden met mensen heeft gehandeld. Wachtte hij gewoon totdat Kaïn Abel had vermoord, terwijl hij hem daarna verbande? Neen, God waarschuwde Kaïn van tevoren voor de verkeerde houding die hij ontwikkelde (Gen. 4:2-16). Jehovah verschafte voor de onschuldigen een weg tot ontkoming voordat hij de goddelozen in Sodom verdelgde (Gen. 19:12-25). En in zijn bemoeienissen met Israël zond God voortdurend zijn dienstknechten, de profeten, om de mensen voor hun kwade wegen te waarschuwen voordat hij straf toediende. — Jer. 7:25, 26.

Deze en nog vele andere voorbeelden die aangehaald zouden kunnen worden, tonen aan welke schitterende eigenschappen Jehovah heeft. Zeer terecht konden de Israëlieten hem beschrijven als „een God van daden van vergeving, goedgunstig en barmhartig, langzaam tot toorn en overvloedig in liefderijke goedheid” (Neh. 9:17). In al zijn bemoeienissen voldoet Jehovah aan wat Mozes en Elihu over hem zeiden: „Al zijn wegen zijn gerechtigheid. Een God van getrouwheid, bij wie geen onrecht is.” „God zelf handelt niet wetteloos, en de Almachtige zelf buigt het recht niet.” — Deut. 32:4; Job 34:12.

Ook al beschikken wij op dit late tijdstip dus niet over alle details betreffende Davids zonde in het houden van een volkstelling of betreffende de pestilentie die er het gevolg van was, wij hebben er goede redenen voor te erkennen dat de handelwijze die God volgde absoluut rechtvaardig en juist moet zijn geweest, zoals het geval is met zijn andere activiteiten in verband met onvolmaakte mensen.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen