-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1975 | 1 juli
-
-
gebed te luisteren. Wanneer David vervolgens zijn reden hiervoor vermeldt, wijst hij op Gods rechtvaardigheid door te zeggen: „Want gij zijt geen God die behagen schept in goddeloosheid; niemand die slecht is, mag ook maar voor enige tijd bij u verblijven” (Ps. 5:3, 4). Aldus bij God te „verblijven”, betekent een goedgekeurde gast in zijn huis of heilige tempel te zijn. (Vergelijk Psalm 15:1-5.) Dit blijkt duidelijk uit Davids latere woorden. Wanneer hij zijn eigen situatie vergelijkt met de beoefenaars van wat slecht is, die niet bij Jehovah mogen „verblijven”, zegt hij: „Wat mij aangaat, in de overvloed van uw liefderijke goedheid zal ik uw huis binnengaan, ik zal mij neerbuigen in de richting van uw heilige tempel in vreze voor u.” — Ps. 5:7.
Het werd Satan toegestaan millennia achtereen in de hemel te blijven en bij bepaalde gelegenheden (klaarblijkelijk voor de een of andere specifieke reden) op een vergadering van Gods zonen aanwezig te zijn (Job 1:6, 7; 2:1). Maar Satans tegenwoordigheid in de hemel werd alleen geduld omdat er een morele kwestie bestond die opgelost moest worden. Zoals uit het boek Job blijkt, beweerde Satan dat alle met verstand begiftigde schepselen in de grond der zaak zelfzuchtig waren en ontrouw en deloyaal jegens God zouden blijken te zijn als gehoorzaamheid aan Hem niet langer een handelwijze leek te zijn die stoffelijk of persoonlijk gewin opleverde (Job 2:4, 5). Opdat deze universeel belangrijke kwestie opgelost kon worden, stond Jehovah God Satan derhalve toe te proberen zijn bewering waar te maken. Op grond hiervan werd het Satan toegestaan zijn invloed te gebruiken ten einde te trachten andere engelenzonen ertoe over te halen hun onafhankelijkheid te laten gelden, waardoor zij aan een beproeving met betrekking tot hun loyaliteit jegens God werden onderworpen.
Veel engelen werden inderdaad deloyaal. Maar al deze ontrouwen, die weliswaar nog steeds toegang tot de hemel hadden, verloren hun positie van vertrouwen en verantwoordelijkheid. Zij werden vernederd, in hun activiteiten beknot en beroofd van verdere goddelijke verlichting. Deze situatie wordt in symbolische taal in Judas 6 besproken: „De engelen die hun oorspronkelijke positie niet hebben behouden maar hun eigen juiste woonplaats hebben verlaten, heeft hij met eeuwige banden onder dikke duisternis bewaard voor het oordeel van de grote dag.”
Deze ontrouwe engelen werden dus uit Gods gezin van loyale geestelijke schepselen gestoten. Zij en ook hun heerser, Satan, bleven niet bij Jehovah God wonen op de wijze waarop zij zich als zijn gehoorzame zonen in dit voorrecht hadden verheugd. Hoewel zij toegang hadden tot het hemelse rijk, waren zij nu uitgestotenen.
-
-
Kunnen mensen blijvende vrede en zekerheid brengen?De Wachttoren 1975 | 1 juli
-
-
Kunnen mensen blijvende vrede en zekerheid brengen?
Hebben mensen dit ooit gedaan? Is het aannemelijk dat zij nu succes zullen hebben?
Beschouw eens waarom er redenen voor optimisme bestaan. Lees het 192 bladzijden tellende, in hard kaft gebonden boek Ware vrede en zekerheid — Uit welke bron? (Voor België 13 F; Voor Suriname Sƒ 0,50.)
-