Hoop voor wanhopigen
„ALLE dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven, opdat wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben” (Rom. 15:4). Deze woorden van de apostel Paulus komen ons voor de geest wanneer wij vernemen dat wanhoop, een gebrek aan hoop, een van de grote problemen is voor personen die tot zelfmoord geneigd zijn. Neemt de „vertroosting uit de Schriften” die wanhoop niet weg? In talloze gevallen wel. Beschouw bijvoorbeeld het volgende eens:
Een jonge vrouw had de gaskraan al opengedraaid om zichzelf te doden, toen een getuige van Jehovah bij haar aan de deur kwam en haar een nieuwe hoop uit de bijbel gaf.
Een ander meisje, dat haar hoop voor de toekomst vernietigd zag toen zij bij een auto-ongeluk verlamd raakte, deed verscheidene pogingen tot zelfmoord. Toen hielpen Jehovah’s Getuigen haar „vertroosting uit de Schriften” te vinden en kon zij weer hoop koesteren.
Dan de bejaarde man wiens vrouw vlak voor hun 50ste trouwdag stierf. De man was zeer depressief en was zelfs bezig het vergif klaar te maken dat hij wilde innemen, toen Jehovah’s Getuigen bij hem aanbelden en hem lieten zien hoe de bijbelse boodschap hem een nieuw doel in het leven kon schenken.
Deze mensen hebben geleerd ’op Jehovah te hopen; moedig te zijn’ (Ps. 27:14). Zij hebben geleerd zich op hem te verlaten voor kracht, ’hun last op Jehovah te werpen, die hen zal schragen’ (Ps. 55:22). Ook hebben zij kennis verkregen aangaande Jehovah’s voornemens voor de toekomst, en naarmate dat schitterende panorama zich voor hun ogen ontrolde, begon hun huidige situatie hun minder belangrijk, minder onoverkomelijk toe te schijnen. Ja, voor hen was de „vertroosting uit de Schriften” een werkelijke reddingsboei.
Maar hoe staat het met degene die onder sterke schuldgevoelens lijdt, of geen vreugde heeft, en die tot de slotsom komt dat „de God die hoop geeft” hem moet hebben laten vallen? (Rom. 15:13) Is er enige „vertroosting uit de Schriften” voor zo iemand? Ja. „Jehovah is nabij de gebrokenen van hart; en de verbrijzelden van geest redt hij” (Ps. 34:18). Werkelijk, hij laat hen niet vallen.
Gevoelens van schuld
Het is bijvoorbeeld begrijpelijk dat iemand die een ernstige zonde heeft begaan, er een tijdlang aan twijfelt of God hem ooit zal vergeven. Wanneer het besef van wat hij heeft gedaan, met een schok tot hem doordringt, kan hij het gevoel hebben dat hij de slechtste en minderwaardigste persoon ter wereld is. Maar hoewel Jehovah zonde haat, is hij barmhartig jegens zondaars die werkelijk berouw hebben en ophouden met hun verkeerde handelwijze. Zulke personen vergeeft hij „rijkelijk”. — Jes. 55:7.
Koning David in de oudheid wist dit. Hij schreef: „Want gij, o Jehovah, zijt goed en vergevensgezind; en de liefderijke goedheid jegens allen die u aanroepen, is overvloedig” (Ps. 86:5). David is een mensenleeftijd lang getrouw geweest, maar gedurende die tijd heeft hij enkele wel bijzonder ernstige zonden begaan. Niettemin heeft hij bij iedere gelegenheid, wanneer hij tot bezinning kwam en inzag wat hij had gedaan, oprecht berouw gehad en is hij God in gebed genaderd, in het vertrouwen dat God hem zou vergeven. — Ps. 51:9-12.
Hoewel wij de zonden van koning David niet zullen willen nadoen, kunnen wij, wanneer wij een zonde begaan, hem wel nadoen in zijn diepe, uit het hart opwellende berouw, vrijmoedig toegeven dat het verkeerd was wat wij gedaan hebben en vertrouwen stellen in Jehovah’s bereidheid om ons te vergeven. — 1 Joh. 2:1, 2.
Is het echter geen bewijs dat Gods geest zich heeft teruggetrokken, wanneer een christen om een of andere reden geen vreugde of geen vrede des geestes voelt? Dat hoeft niet het geval te zijn. Hoewel christenen een vreugdevol volk zijn, kunnen zij toch soms verdriet lijden. Zelfs Jezus overkwam dat, zoals bijvoorbeeld in de tuin van Gethsémane vlak voor hij stierf. Het bijbelverslag zegt: „Maar in hevige smart gerakend, vervolgde hij zijn gebed nog vuriger; en zijn zweet werd als druppels bloed, die op de grond vielen” (Luk. 22:44). Voelt u zich ooit schuldig omdat u bij tijden een hevige geestelijke smart ervaart ten gevolge van de verschillende beproevingen waarmee u wordt geconfronteerd? Zo ja, dan dient u vertroosting te zoeken bij Jehovah, net zoals Jezus deed.
Maar is het voor een christen niet goddeloos om te willen sterven? Nu, herinnert u zich nog hoe Job zich voelde toen hij terneergeslagen was? Hij leed aan een afschuwelijke ziekte, werd gekweld door valse vrienden en geloofde dat Jehovah hem had laten vallen. Daarom kreunde hij hardop: „Mijn ziel walgt stellig van mijn leven” (Job 10:1; 14:13). Job scheen het toe dat de dood een rustgevende ontsnapping aan zijn ondraaglijk lijden was, in plaats van de vijand die hij in werkelijkheid is. — 1 Kor. 15:26.
Als Job verder was gegaan en in zijn foltering had geprobeerd een eind aan zijn leven te maken, zou dat inderdaad een ernstige zonde geweest zijn. Maar wanneer iemand wanhopig ongelukkig of emotioneel uit zijn evenwicht is, kan hij de gedachten die in zijn geest opkomen, niet altijd beheersen. Niettemin moeten wij het als een waarschuwing beschouwen wanneer wij merken dat onze gedachten zich bezighouden met de dood of dat wij voortdurend wensen dat wij dood waren. Dan is het tijd om snel iets te ondernemen. En wat dan wel?
’Ga hulp zoeken’
Een jonge vrouw ondervond ernstige financiële en echtelijke problemen. Midden in een crisis nam ze een overdosis medicijnen, die zij gelukkig overleefde. Peinzend over de reden waarom zij het deed, zegt zij nu: „Ik denk dat het probleem is dat ik niemand liet merken hoe ik mij voelde. Ik heb die poging niet voorbereid. Alles stapelde zich van binnen eenvoudig op tot ik in een impuls ineens hiertoe kwam.” Haar advies? „Ga hulp zoeken bij anderen vóór je dat punt bereikt.”
Dat is gezonde raad. Soms, wanneer wij onder emotionele spanning staan, kan onze last te zwaar schijnen om te dragen. Het gewicht van onze schuld, smart of hopeloosheid kan eenvoudig te groot zijn. Maar er wordt niet van ons verwacht dat wij onze lasten alleen dragen. Door bemiddeling van de apostel Paulus gebiedt Jehovah: „Blijft elkaars lasten dragen” (Gal. 6:2). Anderen willen helpen. Misschien zijn ze verplicht om te helpen. Maar dikwijls zullen zij niet weten hoezeer u hulp nodig hebt, tenzij u het hun vertelt.
Een jong meisje van wie drie vriendinnen zelfmoord hadden gepleegd, vroeg zich gekweld af: „Hoe hadden wij het kunnen weten? . . . Hoe hadden wij bij hen kunnen zijn toen ze ons nodig hadden, als wij niet eens wisten hoe zij eraan toe waren?” Het kan hartverscheurend moeilijk zijn om met anderen over uw problemen te praten. Maar het zou u wel eens kunnen verbazen hoe makkelijk de woorden uit uw mond rollen wanneer het begin er eenmaal is. En wees ervan verzekerd dat anderen heus willen helpen. Laten wij eens zien wie sommigen van die anderen zijn.
[Kader op blz. 7]
Denk aan anderen
Een jong meisje, dat speelde met de gedachte aan zelfmoord, zette uiteen wat haar ervan weerhield om door te zetten: „Wat zelfmoordenaars achterlaten is pijn, verdriet en schuldgevoel — heel wat verwoestender en blijvender dan de problemen die hun ondraaglijk toeschenen.” — Matth. 7:12.
[Kader op blz. 7]
Er komen betere tijden
„Niets in deze wereld duurt eeuwig. . . . Wij weten dat de bevrijding voor de deur staat.” Deze gedachte heeft een zekere persoon ertoe gebracht het idee van zelfmoord te verwerpen.
[Kader op blz. 8]
Van gedachte veranderd
Dr. Herbert Hendin verklaart dat hij door de jaren heen vier personen heeft leren kennen die van een hoog gebouw waren gesprongen en het hadden overleefd. Twee van hen zeiden dat zij op het ogenblik dat zij sprongen, van gedachte wilden veranderen. — Suicide in America (Zelfmoord in Amerika), door Herbert Hendin, arts.