Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w65 15/1 blz. 56-58
  • Waarom sterft de mens?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Waarom sterft de mens?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1965
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • VERSCHILLENDE MENINGEN
  • HET BIJBELSE ANTWOORD
  • HOOP VOOR DE DODEN
  • Waarom wij oud worden en sterven
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1969
  • Wat is de dood?
    Ontwaakt! 1980
  • Waar zijn de doden?
    Wat leert de bijbel echt?
  • Hoe lang kan de mens leven?
    Ontwaakt! 1975
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1965
w65 15/1 blz. 56-58

Waarom sterft de mens?

Hierover bestaan verscheidene meningen. Wat zegt Gods Woord echter?

MENSEN willen niet sterven. Zij wensen te leven en van het leven te genieten. Daarom wordt al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan ziekten en kwalen en het leven te verlengen. Toch sterven er, ondanks al deze krachtsinspanningen, elke dag over de gehele wereld naar schatting 142.000 mensen, gemiddeld bijna twee per seconde. In 1962 stierven alleen al in de Verenigde Staten in totaal 608.082 personen aan een hartkwaal en 278.562 anderen werden het slachtoffer van kanker. Louter het feit dat de dood overal zo vaak toeslaat, is een schrale troost voor iemand die treurt om het verlies van een mens die hem of haar dierbaar was.

Op zulke momenten is de dood meer dan slechts een nuchter feit. Dan is de dood een wrede, genadeloze vijand en hoe volkomen machteloos voelt men zich tegenover een dergelijke tegenstander! Bijna onwillekeurig vormen iemands lippen dan de woorden: WAAROM? Waarom moest dit gebeuren? Waarom moest mijn liefste schat sterven?

VERSCHILLENDE MENINGEN

Wanneer de dood toeslaat, vraagt men zich vaak af of het Gods wil is dat mensen sterven. Vreemd genoeg hebben de leerstellingen die door de meeste religieuze organisaties in de wereld worden verbreid, velen ertoe gebracht te geloven dat dit inderdaad Gods wil is. Zo zei in december 1962 de rooms-katholieke kardinaal Richard Cushing het volgende over de reden waarom een jong meisje, Margaret Cadigan, door haar broer was gedood. „Ik denk dat zij het antwoord, en het enige antwoord dat zij kon ontvangen, van de Almachtige God heeft gekregen”, zei Cushing. En hoe luidde dat? „’Omdat ik je liefheb en ik je thuis wil hebben.’”

Is dat de reden waarom Thomas Cadigan zijn zusje vermoordde? Heeft God hem ingegeven zijn zusje te doden omdat God haar bij zich in de hemel wilde hebben? Is dat werkelijk de reden waarom Margaret Cadigan een gewelddadige dood is gestorven en waarom duizenden anderen elk jaar een soortgelijke dood sterven? Is dat ook de reden waarom mensen oud worden en sterven? Mensen die dieper nadenken, stellen prijs op een gezaghebbend antwoord.

De wetenschap beweert een dergelijk antwoord te kunnen verschaffen, ten minste, voor zover het de dood door ouderdom betreft. „Wanneer wij jong zijn, hebben wij veel meer cellen dan wij werkelijk nodig hebben”, verklaarde dr. A. Ward, wetenschappelijk correspondent voor de Evening Citizen van Glasgow. „Als wij echter ouder worden en gestadig steeds meer cellen verliezen, bereiken wij uiteindelijk het punt dat er eenvoudig niet voldoende cellen in een bepaald orgaan of een bepaalde groep van organen zijn.” Te zijner tijd, zo zei hij, „voltrekt zich dan in snel tempo een niet te stuiten proces en gaat de veelomvattende, ingewikkelde organisatie van het menselijk lichaam te niet in de dood”.

Het is interessant dat geleerden veroudering en dood niet als iets onvermijdelijks beschouwen, maar veeleer als een ziekte die zij hopen te genezen. „Ik zie geen enkele reden”, aldus de biochemicus W. Beck, „waarom de dood, uit de aard der zaak, onvermijdelijk moet zijn.” De wereldberoemde geleerde op medisch gebied Hans Selye zette uiteen, dat „ouder worden als een ziekte kan worden beschouwd” en dat het, „als elke andere ziekte, waarschijnlijk te voorkomen of te genezen is”. Nobelprijswinnaar dr. Linus Pauling is de volgende mening toegedaan: „In theorie is de mens volkomen onsterfelijk. De weefsels van zijn lichaam vervangen zichzelf. Hij is een machine die zichzelf repareert.” Toch blijft de mens sterven, ondanks de mogelijkheid van eindeloos leven. Hoe komt dit?

Komt dit doordat de dood een springplank is tot hemels leven en God, wanneer de tijd gekomen is, een bepaalde persoon in de hemel wil hebben? Of komt het louter doordat, naarmate de mens ouder wordt, chemische vergiften in het lichaam meer cellen verwoesten dan er worden vervangen? Vormt dit het antwoord of is er een fundamentelere reden waarom de mens sterft? Het is alleen maar redelijk dat wij willen nagaan wat Degene die de mens heeft gemaakt, over deze kwestie te zeggen heeft.

HET BIJBELSE ANTWOORD

Er is geen twijfel mogelijk dat het zo prachtig ontworpen menselijke organisme het voortbrengsel is van een Grote Schepper die belangstelling heeft voor het welzijn en het geluk van de mens. Staat u eens stil bij de opmerkelijke functies en vooral bij het vermogen van het lichaam om één oneindig kleine cel, als het ware volgens een blauwdruk, te vermenigvuldigen totdat ze als een multimiljardvoudige cel, een pasgeboren baby, uit de moederschoot te voorschijn komt. Het is volkomen absurd te geloven dat lichaamsfuncties zoals deze, de voortplanting, het resultaat zijn van miljoenen jaren van blinde, doelloze, geleidelijke ontwikkeling. De mens is geen toevalligheid; de mens is de schepping van een intelligente Meesterwerker.

De inhoud van het oudste boek op aarde, het boek dat het authentieke verslag over de eerste mens en zijn schepping door God bevat, stemt met deze redelijke conclusie overeen. Dit beroemde boek, dat thans algemeen bekendstaat als de bijbel, of eenvoudig als de Schrift, getuigt ervan dat God de mens volmaakt heeft geschapen, met het vermogen eeuwig te leven. In het eerste deel, Genesis genaamd, wordt uiteengezet: „De HERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel.” De mens werd dan ook volmaakt geschapen, want de bijbel zegt over Gods schepping: „Zijne werken zijn volkomen.” — Gen. 2:7, SV; Deut. 32:4, Lu.

Dit betekende dat voor de volmaakte man en zijn vrouw de gelegenheid open stond eindeloos in een aards paradijs te leven. Zo lang zij gehoorzaam bleven aan hun hemelse Vader, zou Hij erop toezien dat hun lichaam volmaakt functioneerde, waarvoor het ontworpen was. Er zou een volmaakte aanpassing bewaard blijven, zodat er voortdurend lichaamscellen vervangen en vergiften uitgescheiden zouden worden. Dit zou voor hen stralende gezondheid en vitaliteit betekenen, zonder dat er ooit een dag door ziekte bedorven zou worden. Klaarblijkelijk gebeurde er echter iets waardoor dit alles veranderde. Waardoor is het gekomen dat mensen ziek worden en sterven?

Het antwoord op deze vraag kunnen geleerden in witte jassen niet vinden door in laboratoria in hun reageerbuisjes te speuren. Noch wordt de waarheid gevonden in de filosofische leerstellingen van eminente religieuze leiders, die trachten de oren van treurenden te kittelen met onschriftuurlijk gescherts. Neen, de bijbel, Gods Woord, geeft ons de feiten over deze aangelegenheid. De bijbel stelt ons ervan in kennis dat het duurzame leven van de mens als een deel van Gods grote gezin, waarvan reeds talloze miljoenen geestelijke schepselen deel uitmaakten, afhankelijk was van gehoorzaamheid aan Hem als het gezinshoofd. Opzettelijke ongehoorzaamheid zou met de dood worden gestraft.

Jehovah God wees het eerste mensenpaar hier kort na hun schepping op. Hij zei onder andere tegen de man: „Van alle bomen in den hof moogt gij vrij eten, maar van den boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven.” Dit is duidelijke, begrijpelijke taal. Was de mens ongehoorzaam, dan zou hij sterven. — Gen. 2:16, 17.

De mens was dusdanig door God geschapen dat hij niet alleen lucht om adem te halen, water om te drinken en voedsel om te eten nodig had, maar dat ook blijvend goede betrekkingen met zijn Schepper onmisbaar waren. Zou hij de goede verstandhouding met zijn Schepper niet handhaven, dan zou dit dezelfde schadelijke uitwerking hebben als wanneer hij zou nalaten zijn lichaam van het noodzakelijke voedsel te voorzien. De dood zou het onvermijdelijke gevolg zijn. En dit gebeurde ook. Toen het eerste mensenpaar, Adam en Eva, opzettelijk zijn gebod overtrad en het verboden voedsel at, zond God hen weg uit de paradijshof en veroordeelde hij hen tot een stervend bestaan op de aarde buiten de hof.

De dood trad echter niet onmiddellijk in. Daar God hen volmaakt had geschapen, behield hun lichaam een geweldige vitaliteit. Zij waren nu echter wel onvolmaakt. God had zijn zegen weggenomen en na verloop van tijd openbaarde hun onvolmaaktheid zich doordat zij oud en ziek werden. Net zoals een precisie-apparaat gebreken gaat vertonen en in waarde daalt als het niet volgens de aanwijzingen van de fabrikant wordt gehanteerd, werd ook het eerste mensenpaar, doordat het de wetten van zijn Maker had overtreden, onvolmaakt, er gingen zich gebreken in hun organisme vertonen en zij degenereerden. Ziekten en kwalen deden hun intrede en uiteindelijk volgde de dood. Na de geweldige vitaliteit van zijn eens volmaakte lichaam opgebruikt te hebben, stierf Adam op 930-jarige leeftijd, binnen de limiet van duizend jaar die God had gesteld.

Ziekte en dood zijn dus het uitvloeisel van de ongehoorzaamheid van onze eerste ouders en hun uitbanning uit Gods gezin. En evenals met een onvolmaakte mal geen volmaakt precisie-apparaat vervaardigd kan worden, konden Adam en Eva in hun onvolmaaktheid geen kinderen voortbrengen die volmaakt en niet tot zondigen geneigd waren. Daardoor werden al hun nakomelingen besmet met hun onderhevigheid aan ziekte en dood. — Job 14:4.

Ja, aan deze neiging tot zondigen is de alom heersende gewelddadigheid, zoals in het geval van de jongen die zijn zusje doodde, toe te schrijven. Ook de afbraak van het menselijk organisme, waarop uiteindelijk, ten gevolge van ouderdom en ziekte, de dood volgt, is hieraan te wijten. Het is precies zoals de christelijke apostel Paulus verklaarde: ’Door bemiddeling van één mens [Adam] is de zonde de wereld binnengekomen en door middel van de zonde de dood, en aldus heeft de dood zich tot alle mensen uitgebreid omdat zij allen gezondigd hadden.’ Dit is het gezaghebbende bijbelse antwoord op de vraag waarom de mens thans oud wordt en sterft. — Rom. 5:12, NW.

HOOP VOOR DE DODEN

In plaats dat God dus verantwoordelijk is voor de geweldpleging waardoor gezinnen worden uiteengerukt, zoals vele predikanten beweren, is de mens zelf de schuldige. God heeft regelingen getroffen waardoor de mens kon leven en van het leven kon genieten, maar het eerste mensenpaar is zelf in opstand gekomen en heeft het doodsoordeel over zichzelf en over al zijn nakomelingen gebracht. Dit betekende voor hen geen enkele reis naar de hemel, want volgens de bijbel verlaat bij de dood van een mens zijn actieve levenskracht hem; „dan keert hij weder tot zijn aarde, te dien dage vergaan zijn plannen.” — Ps. 146:4.

Wij kunnen daarom slechts van misleiding en leugen spreken wanneer predikanten zeggen dat de dood niets dan een overgang is, een vrijmaken van de ziel om in een andere bestaansvorm van het leven te genieten. De mens is een ziel; „de mens werd tot een levende ziel” (Gen. 2:7, SV; 1 Kor. 15:45, NW). Bovendien lezen wij herhaaldelijk in de bijbel dat de ziel aan de dood onderhevig is; in Ezechiël 18:4 bijvoorbeeld, waar staat: „De ziel die zondigt, die zal sterven.”

Alhoewel het een feit is dat gestorven mensen geen bewustzijn bezitten en zij geen gevoelens kunnen ervaren, biedt de Schrift de grootse hoop op een opstanding uit de doden. „Verwondert u hierover niet”, zei Jezus Christus, „want het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn stem zullen horen en te voorschijn zullen komen.” De dood is een verschrikkelijke vijand; kennis van Gods wonderbaarlijke belofte inzake een opstanding ten leven is echter een geweldige troost! — Joh. 5:28, 29, NW.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen